U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Dinsdag is brooddag

LAURA STARINK
Het Russische platteland is, zoals bekend, zo dood als een pier. Toch blijft het lijk steeds tot de verbeelding spreken en menig filmmaker heeft er zijn blik de afgelopen tien jaar op gericht. Het is een simpele klus: zet de camera open en draaien maar, altijd prijs.

Een paar jaar geleden was er de meesterlijke documentaire De Belovs en ik herinner me nog tal van rolprenten over dorpjes met tot de verbeelding sprekende namen als 'Ongeluk', 'Ongezien', of 'Ongehoord'. Sergej Dvortsevoj koos voor zijn film Brooddag het dorp Zjicharjevo, ofwel 'dorp nummer 3', niet ver van Petersburg. Het is winter. Een trein komt aanrijden door de sneeuw. Een wagon wordt ontkoppeld. Een handvol oude mannen en vrouwen, gehuld in 'valenki' (viltlaarzen) en wollen hoofddoeken hannest wat rond met de wagon die over het spoor naar hun dorp moet worden geduwd. Zwaar werk voor de oudjes - jongeren ontbreken op het Russische platteland - maar ze zetten er stoïcijns de schouders onder. Gesproken wordt er niet veel, alleen wat ritueel gescholden en gemopperd. Af en toe rolt er een gouden one-liner over de besneeuwde vlakte. Wat dacht u van deze: 'Zoals Gagarin al zei: karren maar!' En dat uit de mond van mensen die op het oog nog in het stenen tijdperk leven. Lenin zei het al: de verlichting begint op het platteland.

In de wagon zitten een paar miezerige broden. Dinsdag is brooddag in dorp nummer drie. Elke week duwen de oudjes dit vrij fors uitgevallen vervoermiddel met hun weekrantsoen het dorp in.

Scène twee: de broodwinkel. Ruzie. Ook Russische ruzies hebben een soort eeuwigheidswaarde. Een exempel voor de ondraaglijke leegheid van het bestaan. Ze gaan natuurlijk nergens over. De verkoopster scheldt op de klanten omdat ze brood willen ('Ga maar bij het dorpshoofd klagen, het is hier de stad niet!'), de klanten schelden op de verkoopster omdat het brood op is ('Niet zeuren: jij moet léveren!'). De dorpsdronkelap komt rondhangen en ouwehoeren totdat de vinnige verkoopster iedereen eruit gooit.

Tientallen van die ruzies heb ik meegemaakt en filmisch is het fenomeen het allermooiste vastgelegd in Het asthenisch syndroom van Kira Moeratov. Daar staat een rij bij een visstal met grote blote bevroren vissen op straat en de liederlijkheid waarmee kopers en verkoopster elkaar te lijf gaan is te poëtisch voor woorden.

Als alles op is en de geiten zich van pure honger aan oude kranten vergrijpen, komt de onvermijdelijke scène drie: het terugduwen van de wagon naar het hoofdspoor. Hij beweegt niet. Citaat: 'Vooruit met de geit'. Repliek: 'Hoezo vooruit, als hij stilstaat?'Ryszard Kapuscinski beschrijft in zijn meesterlijke boek Ebbenhout het eeuwige wachten van de Afrikaan. Hij bevriest als het ware in de zon, wordt een zoutpilaar, een winterslaper, wiens hartritme en bloedsomloop vertragen om zo min mogelijk energie te verspillen. Kapuscinski beschrijft de Afrikaan met veel liefde en groot invoelingsvermogen. Hij schreef ook een boek over Rusland, Imperium. Als rechtgeaarde Pool kan hij dat invoelingsvermogen voor Russen natuurlijk niet opbrengen. In dorp nummer drie wachten ze nog op hun Gabriel Garcia Marquez.

Brooddag, Ned.1, 22.41-23.30u.

NRC Webpagina's
18 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad