Door onze redacteur FLORIS VAN STRAATEN
DEN HAAG, 14 OKT. Minister Pronk (VROM) wil bebouwing toestaan in het groene hart. Daarmee wordt het onschendbare karakter van het gebied, dat althans op papier geldt, opgegeven.

In zijn Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening, die eind dit jaar moet verschijnen, zal Pronk een nieuwe aanpak bepleiten voor het groene hart. Vooral aan de randen zal nieuwe bebouwing mogelijk worden.

Volgens bronnen op de departementen van VROM en Verkeer en Waterstaat heeft Pronk hierover op 22 september overeenstemming bereikt op een besloten vergadering met onder anderen zijn collega Netelenbos (Verkeer en Waterstaat), vertegenwoordigers van de drie betrokken provincies en de vier grote steden.

Langs de randen van het huidige groene hart wil Pronk een soort bufferzones inrichten waar gebouwd mag worden. De buffers moeten wel een parkachtig karakter krijgen. Ook zal er binnen de stadsgrenzen meer aandacht zijn voor water- en groenvoorzieningen. De ecologisch waardevolle delen van het groene hart wil het kabinet krachtig blijven beschermen.

Een woordvoerder van minister Pronk wil een en ander bevestigen noch ontkennen. De besluitvorming over de ruimtelijke ordening in de Randstad en het groene hart geldt als het meest gevoelige deel van de Vijfde Nota, vooral omdat het het dichtst bevolkte deel van het land is.

Het kabinet wil af van de term Randstad. In plaats daarvan spreekt het liever van Deltametropool. Het gebied wordt als één geheel beschouwd, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de noordelijke en de zuidelijke Randstad.

De grote steden hadden er bij het rijk op aangedrongen vooral te mikken op versterking van de oude stedelijke kernen. Maar volgens de bronnen zijn Pronk en zijn collega-ministers van oordeel dat het rijk zich daartoe niet kan beperken. Volgens het kabinet valt bebouwing buiten de steden niet te stuiten. De praktijk van de laatste jaren wijst dat uit: ondanks de restricties is er op veel plaatsen toch bijgebouwd.

Over één belangrijk punt werden de partijen het nog niet eens. Dat betreft het zogeheten Rondje Randstad, een zeer snelle spoorverbinding tussen de vier grote steden. Sommigen bepleiten om de nieuwe spoorlijn aan te leggen tussen de nieuwe knooppunten met veel groeipotentieel: Amsterdam-Zuidoost, Den Haag-Ypenburg, Rotterdam- Alexander en Leidsche Rijn nabij Utrecht. Anderen geven de voorkeur aan een spoorlijn tussen de oude stadscentra. De planologische voornemens van Pronk worden overigens zorgvuldig afgestemd op de mobiliteitsplannen van minister Netelenbos.

Het kabinet is volgens de bronnen verder tot de conclusie gekomen dat een deel van de glastuinbouw en de bollenteelt uit de Randstad weg moet, vooral uit het Westland.

( a d v e r t e n t i e s )