|
|
|
NIEUWSSELECTIE Nobel Foundation
|
nobelprijs economie heckman & mcfadden
Nobelprijs economie voor twee Amerikanen
Door een onzer redacteuren
Brug tussen theorie en beleid
Door een onzer redacteuren
"Ik ken ze niet", zegt professor Jan Pen in een reactie. "Maar het is goed dat de prijs is toegekend aan mensen die de kloof tussen economie en econometrie proberen te overbruggen, want econometristen hebben zich op grote afstand van de grote maatschappelijke problemen geplaatst." Het Nobelcomité onderscheidt de economen voor de theorieën en methodes die zij hebben ontwikkeld voor de analyse van gedrag van individuen en huishoudens. De methoden worden toegepast op tal van vooral sociale vraagstukken. De relatie tussen de lengte van werkloosheid en de kans op het vinden van een baan, de invloed van scholing op maatschappelijk succes, en de effectiviteit van werkgelegenheidsprogramma's. De methode is inmiddels breed 'ingeburgerd' in de economische, maar ook in de sociale wetenschappen, aldus de Academie. Heckman (56) is verbonden aan de universiteit van Chicago en heeft analysemethoden ontworpen voor selectieve steekproeven. Hierbij wordt rekening gehouden met bepaalde eigenschappen van individuen. 'Blinde' steekproeven kunnen tot gevolg hebben dat schattingen van economische modellen onnauwkeurig zijn en dit kan grote repercussies hebben op het beleid. McFadden (63) werkt aan de Universiteit van Berkeley in Californië. Hij ontvangt de Nobelprijs voor zijn werk op het gebied van de zogenoemde keuzetheorie. Het beroep of de woonplaats van een individu kan zijn keuzes beïnvloeden. McFadden leverde de theoretische basis en de methoden die nodig zijn voor empirische studies op dit gebied. "Met name Heckman heeft baanbrekend onderzoek verricht naar gedragsvergelijkingen", zegt professor Casper van Ewijk, adjunct- directeur bij het Centraal Planbureau. "Zijn werk bevindt zich op het grensvlak van theorie en beleid. Wat is het economisch nut van goed onderwijs? Hoe kun je de kloof tussen arm en rijk overbruggen?" De Nobelprijs voor de economie werd in 1968 gecreëerd door de Sveriges Riksbank bij het driehonderd jarig bestaan van de Zweedse centrale bank. De prijs werd voor de eerste keer keer in 1969 uitgereikt aan de Nederlander Jan Tinbergen (1903-1994) en de Noor Ragnar Frisch (1895-1973). Ze kregen de prijs voor baanbrekend werk op het gebied van de econometrie. "De prijs van Heckman en McFadden past in deze traditie." De Nobelprijs voor de economie is volgens Mark Blaug "een prikkel die economen aanzet tot harder werken". De methodoloog en kenner van de geschiedenis van het economisch denken zegt dat de prijs ook "enorme teleurstellingen en interne strijd" oplevert. "Sommigen zijn gebroken als ze hem niet krijgen." Volgens Jan Pen had de Franse econoom Edmond Malinvaud de prijs dit jaar moeten winnen voor zijn onevenwichtheidstheorieën. Pen: "Ik geloof dat hij daar zelf ook rekening mee hield." De toekenning van de Nobelprijs drie jaar geleden, aan de Amerikanen Robert Merton en Myron Scholes, bleek niet al te gelukkig. De twee theoretici op het gebied van de prijsstelling van opties en andere financiële derivaten gingen een jaar na de uitreiking van de Nobelprijs bijna failliet tijdens de Azië-crisis met hun beleggingsfonds Long Term Capital Management. Nobelprijs scheikunde voor onderzoek leesbare displays
Door onze redactie wetenschappen
De eerste geleidende polymeren verschijnen nu in displays van mobiele telefoons. Later komen daar mogelijk grote platte televisie- en computerbeeldschermen bij, en andere toepassingen die we nog niet kennen. Philips maakte onlangs bekend de eerste, nog kleine flexibele displays te hebben gemaakt. Die commerciële ontwikkelingen begonnen met toevallige ontdekkingen en ontmoetingen. In het lab van Shirakawa voegde begin jaren zeventig een student duizend keer meer katalysator toe aan een polymerisatiereactie dan gebruikelijk. Er ontstond geen dikke laag polymeer maar een dun zilverachtig vlies. Daaruit ontwikkelde Shirakawa technieken om geleidende polyacetyleenfilms te maken. Een paar jaar later spraken MacDiarmid en Shirakawa elkaar op een conferentie over hun eerste experimenten met geleidende polymeren. MacDiarmid werkte toen met Heeger in Philadelphia en nodigde Shirakawa uit voor gezamenlijke experimenten. Hun werk leidde in 1977 tot een gezamenlijke publicatie in The Journal of the Chemical Society waarmee voor polymeerchemici een heel nieuw vakgebied werd opengelegd, met in het verschiet belangrijke toepassingen. Voor de wetenschap daarachter is nu de Nobelprijs toegekend.
Zie ook:
Nobelprijs voor drie IT-pioniers (10 oktober 2000) |
NRC Webpagina's 11 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|