U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
24/7 Media Europe ad
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

B E E L D :
Winnen

Maarten Huygen
Het mooiste standbeeld vind ik de wagenmenner van Delphi en dan vooral zijn gezicht met die half vermoeide, nog in de wedstrijd zwevende overwinnaarstrekken. De jonge wagenmenner krijgt de beker maar zijn gedachten verkeren nog in de hitte van de strijd, de arena, het opwaaiende zand, de joelende menigte, de tjirpende krekels. Hij droomt een beetje na. Het zijn precies de gezichten die we dagelijks close-up krijgen te zien na de Tour de France. Lijkt me een aardig karweitje voor tv-schilder Klashorst.

Fietsen, zeker in de Tour, is zwaarder dan wagenmennen dus op en rond de neus van Erik Dekker zag ik gisteren vlak na zijn derde etappe- overwinning een paarse cirkel ontstaan, die zich langzaam uitbreidde in een steeds bleker gezicht. Er is vast een medische verklaring voor die Dekker niet graag zou horen. Tour-rennen doet me denken aan een klassiek Grieks verhaal over twee jonge mannen die de priesteres op een wagen naar de tempel moeten trekken. Het is zo heet en ze rennen zo hard dat ze eenmaal bij de tempel aangekomen dood neervallen. De dood verhoogt de feestvreugde in het dorp, want als je sterft in het span van een priesterwagen kom je goed terecht in het hiernamaals. De jonge mannen hadden om het in sporttaal uit te drukken "een perfecte prestatie neergezet" en alles wat daarna in het leven komt, kan alleen maar minder zijn, behalve een eervol verblijf op de Olympus, jong, gaaf en onverminkt. Zou de familie van de mannen gedeeld hebben in de hysterische feestvreugde?

Wielrenners worden tot zulke onmogelijke prestaties opgezweept als die twee jonge mannen, maar als er een sterft, is er algemene rouw. Een reeks onderzoeken en strafacties moet aantonen dat het zo niet hoorde. Maar het publiek, de renners en hun begeleiders hebben diezelfde verslaving aan onmogelijke topprestaties als de oude Grieken. Dat moet deze eentonige kijksport zo interessant maken voor grote massa's van hoofdzakelijk mannen die het meeste houden van eendimensionaal met de blik op oneindig op het doel afgaan. Als kind sprak ik mezelf toe als sportcommentator als ik vlak voor schooltijd met de fiets nog een flinke helling moest nemen.

De interviews achteraf zijn nietszeggend. Ze laten alleen de vermoeidheid en de emotie zien van het gehaald of net gemist hebben. "Ik zat kapot" (Michael Boogerd vaak), "het had ook kunnen lukken" (Erik Zabel) of in het geval van een zege "ik voelde het weer in mij borrelen" (Erik Dekker). En ook al betekenen de woorden niets, je wil ze toch niet missen. Dekker zweefde nog, achteraf, geloofde het niet en sprak over zichzelf als over een ander, nahijgend. "Ja, ik ga daar maar, ik wou echt sprinten, demarreren ik wee nie wat ik allemaal wou. Nou ja, het was echt ongelofelijk, zeg", zei hij vlak na de wedstrijd. En dan die huldiging zelf, hij moet huilen van de oververmoeidheid, van het onwerkelijke van alles. En dan na de huldiging dat dromerige gezicht voor de camera als hij zegt "soms is het ook allemaal teveel". Hoe kom je thuis na zo'n overwinning? Je had je erop verheugd maar vergeleken bij de spanning van de zege valt het wat tegen, is het vertrouwde leeg en je kunt alleen in algemeenheden over je prestatie stamelen tot iedereen het is vergeten. Nog een zege dan, nog een. Rest uiteindelijk het lot van Alex Zülle die gisteren moest afstappen? De laatste meters bergop zag ik hem in het Tourjournaal wankelen op de fiets. Hij stapte af, braakte over de wegrailing het diepe dal in en zat nahoestend in de auto. Hij trok zijn rugnummer af en dat was het dan. Een leven van napraten.

Waar het allemaal om gaat, werd nog eens duidelijk bij een laat interview met Mart Smeets aan het meer van Genève. Dekker had zijn pet met tekst niet op. "Je moet je pet opzetten, want het waait. De sponsor wil dat, zeggen ze", hintte Smeets. Wie had die pet gegeven, Mart Smeets zelf, de NOS? Bij zijn overwinning had hij ook zijn pet niet op, dus ergens op een directie-Olympus werd verlies geleden.

NRC Webpagina's
20 JULI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

24/7 Media Europe ad

24/7 Media Europe ad

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad