T V V O O R A F :
De geest van North Sea Jazz
EDO DIJKSTERHUIS
Een wereldreis. Daar wilde Paul Acket het geld aan
besteden dat hij destijds overhield aan de lucratieve verkoop aan VNU
van zijn muziekbladen (waaronder Popfoto en Muziek
Express).
Maar verder dan Nice kwamen hij en zijn vrouw Jos niet. Daar zag hij namelijk de Grande Parade du Jazz, een openluchtfestival
met meerdere podia. Acket wist het meteen: zoiets moest ook mogelijk
zijn in Nederland. In 1976 beleefde in het Haagse Congresgebouw het
North Sea Jazz Festival zijn eerste editie. Als een bezetene rende Acket
tijdens het festival van podium naar podium, schudde muzikantenhanden en
leidde middels ellenlange telefonades zijn festival in goede banen. Tot
zijn dood in 1992 domineerde hij North Sea Jazz en nog steeds wordt hij
door velen jaarlijks herdacht. Ook de documentaire 25 jaar North Sea
Jazz Festival, vanavond uitgezonden door de NPS, ontkomt niet aan de
geest van Paul Acket. Zijn naam ligt geïnterviewde muzikanten,
adviseurs en managers in de mond bestorven, en we zien hem veelvuldig
door het beeld schuifelen. En er zijn andere geesten, die van de vele
Dode Groten die ooit speelden in Den Haag. Aaneen geregen beelden tonen
vibrafonist Lionel Hampton, de hese zangeres Betty Carter, saxofonisten
Stan Getz en Gerry Mulligan, Dizzy Gillespie met zijn bolle wangen, en
natuurlijk de ongekroonde koning van de jazz-trompet, Miles Davis. In
een poging het verlies van zoveel grote namen te compenseren, zijn
concertregistraties opgenomen van hedendaagse kanonnen als Yuri Honing,
Candy Dulfer en Eric Vloeimans, en wordt onevenredig veel aandacht
besteed aan het nieuwe trompetwonder Roy Hargrove.
Maar de documentaire wil meer zijn dan een opsomming van heden en
verleden en biedt een paar inkijkjes in het dagelijkse reilen en zeilen
van het festival. Festivaldirecteur Theo van den Hoek mag vertellen hoe
hij zijn dagen vult met het onderhouden van sponsorcontacten, we zien
programmeurs met schaar en plakband voorlopige roosters in elkaar
plakken en hoe een idolate amateur-fotograaf kiekjes maakt van een fraai
betulbande Dr. Lonnie Smith. Ook wordt er aandacht besteed aan het
gelijknamige festival in Kaapstad dat afgelopen jaar als eerste
overzeese filiaal van North Sea debuteerde. Maar het is toch vooral een
terugblikken met veel interessant archiefmateriaal en min of meer
interessante anekdotes. Zo is Herbie Hancocks muzikantenrelaas over
zijn samenwerking met Chick Corea interessant maar in het kader van de
documentaire weinig ter zake doend. En de opsomming van sterren-
diëten door een plakboek-fanaticus is ronduit banaal. Maar Jos
Ackets verhaal over hoe haar man cassettebandjes selecteerde - hij liet
haar als eenkoppig publiek bepalen wat 'geil' was - geeft een goed
beeld van hoe informeel het grootste overdekte jazz festival ter wereld
lange tijd georganiseerd werd.
En het brengt ons ook weer terug bij Paul Acket, volgens North Sea
Jazz-adviseur Hans Dulfer "eigenlijk zelf een muzikant". In het laatste
beeld zien we hem achter zijn bureau zitten, een onordelijke stapel
papier voor hem, telefoon in de ene hand, sigarettenpijpje in de
andere. Als de beweging stopt, verbleekt het beeld, wordt hij bijna
doorzichtig en verdwijnt hij.
Het Uur van de Wolf: 25 jaar North Sea Jazz Festival, Ned.3, 20.49-
22.00u.