|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Oostenrijk
|
Extreem-rechts gedijt in het Albanië van de
media
Partijdige pers
De nieuwe Oostenrijkse regeringscoalitie van de extreem-rechtse Freiheitlichen (FPÖ) en de conservatieven (ÖVP) is nog maar een week geïnstalleerd en kritische journalisten zijn al stevig in de greep van de angst. Op de dag dat de president het nieuwe kabinet beëdigde, werd Gerhard Marschall, redacteur binnenland bij de Oberösterreichische Nachrichten (OÖN), ontslagen. De eerste scherpe Haider-criticus staat op straat. Uitgever en hoofdredacteur verweten hem partijdigheid. De opwinding onder de Oostenrijkse journalisten was groot. Jörg Haider roept al jaren dat "er een andere wind door de redacties zal waaien als wij aan de macht zijn". "Dan zal er veel minder gelogen worden!" Deze dreiging is altijd serieus genomen, maar niemand had gedacht dat het zo snel zou gaan. Marschall werd vorige zomer in brede kring bekend na een vraaggesprek met Haider, die toen sinds vier maanden gouverneur van Karinthië was. De FPÖ-leider, bekend om zijn polemische uitspraken, hekelde in het gesprek zijn medegouverneurs in scherpe bewoordingen. Hij verweet hun dat ze - in tegenstelling tot hem - niet van werken hielden. De OÖN drukte het vraaggesprek af - Haiders collega's waren not amused. Haiders secretaris, de huidige fractievoorzitter Peter Westenthaler, ontkende tegenover de staatsomroep ORF in alle toonaarden dat zijn chef een dergelijke uitspraak zou hebben gedaan: "Ik was er ten slotte zelf bij." Maar toen de ORF het gewraakte deel van het vraaggesprek liet horen, was het onmiskenbaar de stem van de FPÖ-leider die precies alles beweerde wat Westenthaler zojuist had ontkend. Haider reageerde door Marschall een 'groen-linkse' journalist te noemen van wie bekend is dat hij artikelen in opdracht schrijft, en van de ORF had hij ook al niet anders verwacht, daar zitten immers allemaal vijanden van hem, zei hij. Marschall bleef kritische artikelen schrijven en kreeg verder geen klachten. Niet van lezers, niet van de hoofdredactie. Tot hem vorige week werd meegedeeld dat 'de situatie' onacceptabel was geworden en hij onmiddellijk met verlof werd gestuurd. Een geval van wat in Oostenrijk zo mooi vorauseilender Gehorsam (al bij voorbaat gehoorzamen) wordt genoemd? De Salzburger Nachrichten en Der Standard beschuldigden uitgever en hoofdredacteur van de OÖN van lafheid. Zij ontkenden echter elke politieke motivatie en verdedigden zich door naar ontevreden lezers te verwijzen. De abonnementenafdeling weerlegt dat argument: in geen enkele van de 450 opzeggingen vorig jaar werd de kritische redacteur als bron van ergernis genoemd. Zijn ontslag heeft onmiddellijk tot meer dan duizend opzeggingen geleid. Het incident illustreert twee problemen van het hedendaagse Oostenrijk. Kranten, tijdschriften, radio en tv zijn er niet onafhankelijk maar lopen - op enkele uitzonderingen na - aan de leiband van de eigenaar of de politieke partijen. Een extreem mediavijandige wetgeving bemoeilijkt het journalistieke werk nog verder. En een gewiekste, extreem-rechtse politicus als Haider weet van deze situatie handig gebruik te maken. Op zijn methoden heeft tot nu toe nog niemand een antwoord gevonden.
Media-Albanië De toestand van de Oostenrijkse media heeft de Alpenrepubliek de spotnaam 'Media-Albanië' opgeleverd. Daarmee wordt de monopoliepositie van de staatsomroep ORF belachelijk gemaakt, maar de grap werkt niet meer: zelfs Albanië kent inmiddels een pluriform bestel. Oostenrijk is nu het laatste land in Europa met een staatsmonopolie op radio en tv. Dat geeft een sterk uiteenlopende kwaliteit van de drie radio- en twee tv-zenders. De ORF moet immers de hele bevolking van informatie en amusement voorzien, dus onder het motto 'voor elk wat wils' wisselen quizzen, soaps, documentaires en porno elkaar af. In het bestuur van de ORF zitten afgevaardigden van de in het parlement vertegenwoordigde politieke partijen. Het gevolg: voortdurende interventies van deze politici, die proberen om voor hun partij ongunstige berichten de kop in te drukken. Bovendien kunnen de bestuursleden de carrière van een journalist maken of breken. Dat laat journalisten weinig ruimte voor een onafhankelijke opstelling. Van hen wordt Hofberichterstattung gevraagd: verslaggeving die zich richt naar wat de machthebbers graag horen of kwijt willen. Wie zo niet wil werken moet - zolang er geen andere dan de staatsomroep in Oostenrijk is toegelaten - naar Duitsland emigreren. Tot nu toe hebben sociaal-democraten en conservatieven geweigerd de staatsomroep onafhankelijk te maken. Een ORF-journalist die anoniem wil blijven, vertelt dat hij met een aantal collega's de laatste anderhalf jaar de deur bij de sociaal-democraten plat had gelopen. "Maak de ORF onafhankelijk zolang jullie nog aan de macht zijn, hebben we hun keer op keer gezegd. Ze hebben het niet gedaan", zegt hij hoofdschuddend. Armin Thurnher, eigenaar en hoofdredacteur van het weekblad Falter, denkt dat "de sociaal-democraten zich gewoon niet konden voorstellen dat ze de macht ooit zouden verliezen". "Ze laten zich dit wapen [de ORF, red.] eerder door de nieuwe machthebbers afpakken dan dat ze het vrijwillig opgeven." Thurnher wijst er ook op dat vroeger elke partij haar 'eigen mensen' van vaste aanstellingen voorzag, waardoor de ORF diverse partijbolwerken herbergt. Jonge journalisten kennen deze zekerheden niet meer: ze werken op tijdelijke contracten. Bij hen is de bereidheid de nieuwe machthebbers naar de mond te praten al duidelijk merkbaar. De eerste persconferentie van Wolfgang Schüssel en Jörg Haider was een goed voorbeeld van de nieuwe situatie. Alleen journalisten van de ORF kregen de goede plaatsen vooraan, buitenlandse tv-ploegen moesten achteraan staan. De ORF-journalisten wierpen de partijleiders balletjes toe over het budget en de pensioenen die geen van de uit de hele wereld aanwezige collega's interesseerden, maar waar Schüssel en Haider gretig op ingingen. Tot het een Israelische journalist te veel werd. "Het lijkt hier Belgrado wel", riep de man opgewonden, "wij willen hier allemaal vragen stellen over het Oostenrijkse verleden, democratische waarden, xenofobie, racisme en u keuvelt over procenten van het budget! Wat een vertoning." 'Media-Albanië' sloeg ook op andere Oostenrijkse eigenaardigheden, zoals de dominante positie van de boulevardkrant Kronen-Zeitung, een situatie die eigenlijk alleen in heel geïsoleerde landen mogelijk is. Liefst 43 procent van de bevolking leest die krant. Hans Dichand (79), voor de helft eigenaar (de andere helft is in handen van de Duitse WAZ in Essen), daarnaast ook uitgever en hoofdredacteur, bepaalt de lijn van de krant tot in het kleinste detail. Dichand, een ouderwetse krantentycoon, is een Wehrmachtssoldaat die zijn oude waarden nooit heeft verloochend. Het vaderland en de katholieke kerk staan bij hem voorop, maar ook de natuur verdedigt hij met verve. In de Krone wordt het nationaal- socialisme regelmatig vergoelijkt, antisemitische en racistische uitlatingen zijn in overvloed aan te treffen. Samen met haar directe concurrent, het op een na grootste dagblad Kurier (dat eveneens voor de helft eigendom van de WAZ is), deelt de Krone de drukkerij en het distributiesysteem, wat de kosten drukt. De twee reuzen vormden een kartel zonder dat de wetgever hun een strobreed in de weg heeft gelegd.
Vangnet Onder deze omstandigheden hebben kwaliteitskranten een moeilijk bestaan. De conservatieve Salzburger Nachrichten en de liberale Standard hebben een oplage van 87.000 respectievelijk 65.000 - een zeer gering lezersbereik bij acht miljoen inwoners. Linkse dagbladen bestaan niet. Der Standard is niet alleen de beste krant van Oostenrijk - de Salzburger Nachrichten is toch in eerste instantie een regionaal blad - maar vervult ook een bijzondere functie als vangnet voor journalisten die om politieke redenen hun baan kwijt raakten. Ten slotte is er nog het dagblad Die Presse, vroeger in handen van de Wirtschaftsbund, nu eigendom van de katholieke kerk. Die Presse is een zeer conservatieve krant met antisemitische trekken waarin de persoonlijke adviseur van Jörg Haider, Andreas Mölzer, vaste commentator is; ook ontkenners van de holocaust zijn als gastcommentatoren welkom. Tijdens de onderhandelingen tussen FPÖ en ÖVP verraste de Presse met een opvallend felle campagne waarin de krant de vloer aanveegde met tegenstanders van deze coalitie. Vooral president Thomas Klestil moest het ontgelden. De hoofdredacteur maakt hem uit voor een tweede Tudjman en betichtte hem ervan een Putsch te beramen. De krant pakte ook het buitenland hard aan, en beeldde de protesterende EU-landen af als blaffende straathonden. Van de vier weekbladen is de intellectuele Falter met een lezersbereik van vier procent de kleinste; Profil heeft een oplage van 150.000, Format 135.000 en het boulevardblad News 340.000. Met uitzondering van Falter zijn dit de oplagecijfers die de bladen zelf opgeven. Profil is conservatief maar heeft onder de nieuwe uitgever Christian Rainer weer een redelijk onafhankelijke koers ingeslagen. Het relatief jonge weekblad Format is eigendom van de broers Wolfgang en Hemuth Fellner en is op de nieuwe tijd perfect voorbereid. Het blad heeft inmiddels diverse uitgevers en hoofdredacteuren, voor elke politieke richting ten minste één. De heren schrijven allen commentaren - voor Haider, tegen Haider - en bedienen daarmee het hele politieke spectrum. News, eveneens in handen van de broers Fellner, is een boulevardblad dat doet alsof het anti-Haider is, maar met zijn voortdurende fotoreportages over en covers met Jörg Haider veel tot diens populariteit heeft bijgedragen. Niemand heeft nog kunnen verklaren hoe het kan dat Haider steeds weer voor microfoons en camera's uitspraken doet, die hij daarna weer ontkent. Als de bewijzen van zijn ongelijk op tafel komen, gaat hij vervolgens over tot woeste beledigingen van de betrokken media. Drie maanden na het gewraakte vraaggesprek met Marschall werd Haider door het Weense weekblad Falter geïnterviewd waarbij hij diverse krasse uitspraken deed, onder andere vergeleek hij Churchill met Stalin. Toen Haiders secretaris weigerde het stuk te autoriseren publiceerde Falter alleen de vragen en liet de plaatsen van de antwoorden open. De witte plekken spraken een duidelijke taal. Andere media begonnen vragen te stellen en Haider verklaarde dat het hele gesprek nooit had plaatsgehad, de Falter-redacteuren zouden het hebben verzonnen. Het Liberale Forum (LIF) zette het vraaggesprek op het Internet en buitenlandse kranten namen het over. Falter eiste dat Haider zijn beschuldigingen terug zou nemen, en toen hij niet reageerde diende het blad een klacht in. Vorige week zondag was het weer raak. Bij een talkshow op de Duitse zender n-tv werd Haider geconfronteerd met uitspraken van zijn partijgenoot Thomas Prinzhorn. Die had in een vraaggesprek met een Duitse krant beweerd dat buitenlanders in Oostenrijk gratis hormonen krijgen om hun vruchtbaarheid te verbeteren. Haider: "Dat heeft Prinzhorn nooit gezegd, dat werd hem toegedicht. Ik zou hem uit de partij hebben gestoten als hij dit werkelijk had gezegd." De volgende dag toonde de ORF eerst het kranteninterview met de gewraakte uitlatingen en daarna opnames waarin Prinzhorn dezelfde beweringen herhaalde. Sindsdien attaqueert Haider de ORF en roept dat de betrokken journalisten vriendendiensten voor de SPÖ verrichten. Haiders standpunt is: wie kritische vragen stelt of hem anderszins in de problemen brengt, is een politieke vijand die met alle middelen bestreden moet worden. Kritische journalisten krijgen geen antwoorden, geen informatie en worden bij persconferenties geweerd. Dat overkwam ook het Duitse ZDF, dat na Haiders overwinning in Karinthië niet tot het partijbureau werd toegelaten. "Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt", zei een bedremmelde Duitse journalist op de Oostenrijkse tv.
Schijnheilig In Oostenrijk gelooft niemand dat de ORF-journalisten die Haiders ongelijk in de zaak Prinzhorn hebben bewezen, gewoon hun werk hebben gedaan. Ook collega-journalisten niet. "Zij hadden het onderwerp toch niet hoeven op te pikken", zegt een Oostenrijkse collega resoluut. "Dat hebben de kranten toch ook niet gedaan! Het is schijnheilig te doen alsof dit gewoon werk is, iedereen denkt toch na over de vraag wie hij met een onderwerp schaadt, vóór hij daar bovenop springt?!" Op deze manier kan Haider poseren als slachtoffer van samenzwerende linkse journalisten. Haiders belangrijkste wapen in de strijd tegen kritische journalisten is echter de Oostenrijkse mediawet. Daarin staat letterlijk dat journalistieke fouten als Vorsatzdelikte, dat wil zeggen als misdrijf met voorbedachten rade behandeld moeten worden. De rechter mag er niet van uitgaan dat de journalist een vergissing heeft begaan of nalatig is geweest. Het uitgangspunt is dat de journalist willens en wetens schade heeft geprobeerd te veroorzaken. De wetgever heeft hiermee politici een machtig wapen tegen de media in handen gegeven. En een politicus als Haider gebruikt dit wapen excessief. Dat leidt ertoe dat Oostenrijkse journalisten steeds vaker roepen: "Wacht even, zo kun je dat niet opschrijven! Wij moeten de zaak anders formuleren, ik wil niet ook nog aangeklaagd worden." Niet alleen Haider waant zich vervolgd, de hele partij voelt zich voortdurend miskend, benadeeld en beledigd. Om aan deze 'onhoudbare situatie' een eind te maken hebben een aantal FPÖ'ers, onder wie het Weense Kamerlid Holger Bauer en de vroegere minister van Justitie Harald Ofner, in november een Schutzgemeinschaft für freiheitliche Whler und Whlerinnen opgericht. Deze groep verontruste burgers wil voorkomen dat de FPÖ-aanhang verder wordt 'belasterd'. Directe aanleiding voor de oprichting was de persconferentie van de voorzitter van de joodse gemeenschap, Ariel Muzikant. Hij had de pers verteld dat vlak voor en na de verkiezingen op 3 oktober het dagelijkse aantal dreigbrieven snel omhoog was geschoten, en had uit een aantal daarvan voorgelezen. De eerste actie van de kersverse Schutzgemeinschaft was een aanval op Muzikant. FPÖ- fractievoorzitter Westenthaler noemde hem een "brandstichter die uit moet kijken wat hij doet". Maar de groep liet het niet bij woorden alleen, ze diende snel klachten wegens smaad tegen alle mogelijke vijanden in. Sindsdien is het journalistieke werk riskanter dan ooit. Een journalist loopt niet alleen gevaar tot aan de rest van zijn leven schulden op zich te laden na een verloren proces, hij kan ook zijn werkgever in financiële problemen brengen. Het zijn moeilijke tijden voor Oostenrijkse media die niet op een pro-Haider-koers varen.
|
NRC Webpagina's 12 FEBRUARI 2000
( a d v e r t e n t i e s )
|
Bovenkant pagina |