NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Door onze redacteuren
GEERT VAN ASBECK en TOM-JAN MEEUS
ROTTERDAM, 29 JAN. De accountantsdienst van Rotterdam deinsde er uit "koudwatervrees" voor terug om in zijn openbare rapportages te wijzen op de slechte administratieve verantwoording van declaraties door toenmalig burgemeester A. Peper. Dit staat in een vertrouwelijke notitie die gemeentelijk accountant R. Vennink 1 juli 1993 aan gemeentesecretaris N. van Eck heeft gestuurd.

Vennink wijst in zijn rapportage op een aantal administratieve gebreken die de accountants in openbare stukken over de declaraties signaleerden. Het ging hierbij om het niet altijd invullen van declaratieformulieren, het soms boeken van voorschotten als kosten, of het ontbreken van bonnen. In zijn interne stuk laat Vennink blijken dat deze algemeen gestelde gebreken in feite op burgemeester Peper sloegen. "Enig onderzoek mijnerzijds heeft uitgewezen dat hier kennelijk vooral sprake is van een soort koudwatervrees om o.a. de burgemeester te noemen", aldus de interne notitie van Vennink. Vennink functioneerde op dat moment buiten de gemeentelijke accountantsdienst om. Hij verrichtte incidenteel onderzoek.

Peper zei gisteravond desgevraagd niet bekend te zijn met de koudwatervrees van de accountants. Hij wilde verder niet reageren. Een Rotterdamse raadscommissie onderzoekt momenteel de declaraties van Peper, nu minister van Binnenlandse Zaken, over de periode 1986-1998. Daarbij wordt de rechtmatigheid, functionaliteit en doelmatigheid onderzocht maar ook "de verantwoording in de financiële administratie", en de "door de accountantsdienst uitgevoerde controles" van de declaraties. Peper werd gisteravond weer door de commissie gehoord.

De rapportage van Vennink uit 1993 versnelde de aanscherping van declaratieregels voor collegeleden en topambtenaren. Dit gebeurde voor het eerst op 14 maart 1994 in een vertrouwelijk overleg tussen B en W en de raadscommissie ABZ (Algemene Bestuurszaken). Uit het verslag hiervan blijkt dat Peper voor zichzelf en zijn wethouders een uitzondering bedong bij buitenlandse reizen. In een eerder advies was overname van een tarievenlijst voorgesteld die het rijk bij buitenlandse reizen hanteert. Volgens Peper was die, mede om protocollaire redenen, "niet realistisch c.q. toereikend".

Overigens blijkt uit andere gemeentelijke stukken dat de representatiekosten van B en W in Rotterdam tot april 1998 nooit "inhoudelijk" zijn "getoetst" door de accountantsdienst.

Zie ook:

Al in '93 twijfels bij reizen Peper (28 januari 2000)
Ex-wethouder steunt Peper (27 januari 2000)
Peper alsnog naar raadscommissie (26 januari 2000)
De manoeuvres van Bram Peper (25 januari 2000)
Commissie: Peper kon stukken inzien (24 januari 2000)
Peper krijgt van commissie geen inzage stukken (20 januari 2000)
Peper en Rotterdam (3 november 1999)
Peper, Kroes vragen krant opheldering (2 november 1999)
Peper voert overleg met premier Kok (29 oktober 1999)
Na Peper kwam omslag in declaratiecultuur (28 oktober 1999)

( a d v e r t e n t i e s )