|
|
|
NIEUWSSELECTIE Belgische regering
De hele krant op NRC's Webeditie voor het buitenland
|
Behendige bekeerling gaat België leiden
BRUSSEL, 12 JULI. Een groter verschil dan tussen de gaande en de komende premier van België is moeilijk denkbaar. De vertrekkende Vlaamse christen-democraat Jean-Luc Dehaene, kogelrond, meestal puffend van de warmte, weinig tegenspraak duldend, die problemen pas wil oplossen als ze zich voordoen en daaraan zijn bijnaam "de loodgieter" te danken heeft. Zijn opvolger, de Vlaamse liberaal Guy Verhofstadt, slungelachtig, studentikoos, met een opmerkelijk groeiend spleetje tussen zijn voortanden, die graag zijn theorieën over de genezingsmethode voor "de Belgische ziekte" uiteenzet en de bijnamen "baby Thatcher" en "da arrogant joenk" moet dulden. Dehaene was de vertegenwoordiger van de traditionele christen- democratie, waarvan de macht langzaam maar zeker ineengeschrompeld is omdat de kiezers geen verband meer zagen tussen lidmaatschap van christelijke belangenorganisaties en hun keuze bij de stembus. Verhofstadt, die zijn politieke carrière in de jaren zeventig als jonge langharige advocaat in Gent begon, is met zijn bewondering voor de Nederlandse politiek het symbool van de ontzuiling. De bij de verkiezingen vorige maand gevloerde Vlaamse socialistische leider Louis Tobback had het feilloos door toen hij Verhofstadt afschilderde als het grootste gevaar voor de belangen van de gevestigde politiek, die de socialisten met hun eigen zuil van vakbond, ziekenfonds en onderwijs met hand en tand verdedigden. Tobbacks socialistische nazaten hebben na de stembusnederlaag voor een nieuwe toekomst gekozen door in een coalitie onder leiding van Verhofstadt te stappen. De 46-jarige Verhofstadt begon zijn politieke carrière in 1976 als 23-jarig gemeenteraadslid in Gent. Niet geremd door enige bescheidenheid heeft hij sindsdien het probleem van België geanalyseerd en oplossingen aangedragen. Hij wil een einde maken aan de verzuiling, waarbij de belangengroepen op een ondoorzichtige manier de politiek in hun greep hebben. Bovendien pleit hij al meer dan twintig jaar voor hervorming van het stelsel van sociale zekerheid, waarmee de christen-democraten en socialisten hun achterban van vakbondsleden aan zich bonden. Ook betoogde hij, al lang voordat België onder druk kwam te staan om te voldoen aan de financiële eisen van het Verdrag van Maastricht, voor een ingrijpende sanering van de overheidsfinanciën. Kenmerk van Verhofstadts carrière is dat hij grote sprongen vooruit maakt, vervolgens hevig op zijn gezicht valt, en daarna weer met frisse moed opnieuw begint. Verhofstadt leerde te luisteren
Hij werd op 28-jarige leeftijd voorzitter van de PVV, zoals de Vlaamse liberalen vroeger heetten. Gesteund door eminence grise Willy Declercq zette hij de PVV in 1993 om in VLD (Vlaamse Liberalen en Democraten). Dat was aanleiding voor enkele christen- democraten en politici van de Vlaams nationalistische Volksunie om naar de liberalen over te stappen. Van 1985 tot 1988 was Verhofstadt al eens vice-premier en minister van Begroting onder Wilfried Martens. Met zijn zelfbewuste optreden oogstte hij veel vijandschap van collega-ministers die zich weinig gelegen lieten liggen aan de snel stijgende staatsschuld. Met name de christen- democratische achterban bij de vakbonden pruimde hem niet meer. Verhofstadt begreep dat het voor een aanval op de Belgische machtsstructuren onvoldoende was om als de kleinere broer aan een regering deel te nemen. Hij ging alles inzetten om met de VLD, die als "partij van de burger" een brede vernieuwingsbeweging moest zijn, een einde te maken aan de christelijk/socialistische samenwerking in de Belgische regering. Maar bij de verkiezingen van 1995 leed Verhofstadt een belangrijke nederlaag. Zijn partij won, maar onvoldoende om de christen-democraten de wil te kunnen opleggen. Verhofstadt trad af als partijvoorzitter en begon aan een tocht door de woestijn, zoals hij dat noemde. In Toscane trok hij zich terug om na te denken. In het voorjaar van 1997 begon hij aan een nieuwe poging om zijn plannen met België te realiseren. Op het bal dat hij jaarlijks in Gent voor zijn aanhang organiseert, kwam hij met de verrassende mededeling dat hij zich opnieuw kandidaat stelde voor het partijvoorzitterschap. Hij presenteerde zichzelf als een bekeerling, iemand die het licht had gezien. "Ik heb geleerd dat luisteren in de politiek belangrijker is dan spreken, dat de dialoog efficiënter is dan de confrontatie", zei hij. "We hebben gezaaid, maar het soms arrogante geloof in het eigen gelijk heeft verhinderd dat we konden oogsten." Hij kondigde aan van de VLD een partij te willen maken "die bruggen bouwt in plaats van bruggen opblaast." Verhofstadt kreeg zijn partij achter zich. Bij de verkiezingen verloren zowel de christen-democraten als de socialisten. De VLD werd de grootste partij van België en de tweede partij van Vlaanderen. Doordat de Vlaamse socialistische leider Tobback plaats maakte voor jongeren en in Wallonië bij voorbaat een socialistisch-liberale samenwerking was gepland, kreeg Verhofstadt de kans om een coalitie zonder christen- democraten te vormen. Die moet aan de hervorming gaan werken van de overheidsinstellingen waarvan de slechte werking sinds de affaire van kindermoordenaar Dutroux en de chaotische aanpak van de dioxinencrisis voor iedere Belg duidelijk is geworden. Als formateur heeft Verhofstadt laten zien dat hij geleerd heeft bruggen te bouwen in plaats van ze op te blazen. Met grote behendigheid heeft hij een regeerakkoord in elkaar getimmerd waarin liberalen, socialisten en groenen allemaal iets van hun verlangens kunnen terugvinden. Hij heeft Vlaams nationalistische opstellingen van zijn VLD uit de verkiezingstijd tot tevredenheid van zijn Waalse coalitiepartners snel onder de tafel weggewerkt. Om voldoende Vlaamse steun te krijgen heeft hij een conferentie over beperkte staatshervormingen ten behoeve van Vlaanderen in het vooruitzicht gesteld. De Groenen werden tevreden gesteld met investeringen in het openbaar vervoer. Verhofstadt heeft bij de socialisten instemming losgekregen voor privatiseringen. Met de opbrengst daarvan wil hij de torenhoge Belgische staatsschuld terugbrengen. Zijn oude thema van hervorming van de sociale zekerheid heeft hij echter voorlopig in de ijskast moeten bergen. Samen met andere op de begroting drukkende verlangens van de coalitiepartners is het gevolg dat het Belgische begrotingstekort dit jaar hoger gaat uitkomen dan was voorzien. Eén van zijn traditionele strijdpunten, verlaging van de loonkosten om de werkgelegenheid te stimuleren, heeft hij wel verwezenlijkt. "Da arrogant joenk" heeft compromissen gesmeed. Als nieuwe premier zal hij, zodra er problemen opdoemen, ook kunnen tonen of hij het loodgietersvak beheerst. Posten in Belgische regering
Het kabinet-Verhofstadt telt 15 ministers en 3 staatssecretarissen. De verdeling van de ministersportefeuilles is als volgt:
Zie ook:
Dehaene weg als premier
|
NRC Webpagina's
12 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |