|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Volk eist vertrek van Milosevic
De oppositie, verenigd in de coalitie Alliantie voor Verandering, wil vanavond in de stad Uzice haar reeks protesten tegen Milosevic' bewind voortzetten. De leider van de Democratische Partij, Zoran Djindjic, keerde het afgelopen weekeinde vanuit Montenegro, waar hij het grootste deel van de oorlog in Kosovo heeft doorgebracht, in Belgrado terug, dit ondanks een arrestatiebevel tegen hem dat is uitgevaardigd op de verdenking een oproep van het leger te hebben genegeerd. Tot dusverre heeft de Servische justitie Djindjic ongemoeid gelaten. Gisteren zei hij in vraaggesprekken met Britse kranten het regime van Milosevic nog hooguit een half jaar te geven. Het bewind van zijn kant grossiert in optimistische meldingen over een zich herstellende economie en een vlot verlopende wederopbouw. Servische woordvoerders zeiden gisteren in Belgrado geen pessimisme te zullen toelaten. Ze beloofden genoeg elektriciteit en voedsel in de komende winter en ze stelden de Serviërs een beleid van economische en monetaire stabiliteit, versnelde hervormingen en een gunstig klimaat voor buitenlandse investeerders in het vooruitzicht. Vice-premier Dragan Tomic meldde gisteren dat er een speciaal bureau voor de wederopbouw in het leven is geroepen dat aan het werk kan gaan met een begroting van 4,3 miljard dollar. Hoewel de internationale gemeenschap weigert Joegoslavië bij de wederopbouw te helpen zolang Milosevic aan de macht is, zei Tomic dat "ze zal beseffen dat ze zal moeten helpen bij de wederopbouw". In Kosovo hebben de orthodoxe kerkleider Artemije en de leider van de Servische minderheid, Momcilo Trajkovic, geëist dat er een eind wordt gemaakt aan het geweld tegen Serviërs. Beiden beschuldigden de leider van de Kosovaren, interim-premier Hashim Thaçi, tevens leider van het Kosovo Bevrijdingsleger, en de vredesmacht KFOR te weinig te doen om een eind te maken aan de wraakacties van de Kosovaren. (AP, Reuters)
Duizenden eisen vertrek Milosevic |
NRC Webpagina's
6 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |