Betoging in Cacak
Duizenden eisen vertrek Milosevic
CACAK, 30 JUNI. Tienduizend
mensen hebben gisteren op een demonstratie in de Servische stad Cacak
het aftreden geëist van de Joegoslavische president Milosevic. De
betoging van de verenigde Servische oppositie was de eerste in een
reeks van massaprotesten.
Bij de betoging, die werd geopend met een zegen van een orthodoxe
priester, werd het regime uitgemaakt voor "rode bandieten" en werden
spandoeken en borden meegedragen met teksten tegen de Joegoslavische
president, zoals "We vieren een maand feest als we Slobodan hebben
verjaagd", "Ga weg voor het te laat is" en "De vloek van Kosovo zij met
u". Sprekers eisten het aftreden van Milosevic, vervroegde verkiezingen
en persvrijheid. "We zullen van stad naar stad, van huis naar huis gaan
om de toorts van de democratie te ontsteken", aldus een van de
sprekers. De burgemeester van de stad, Velimir Ilic, werd als een held
bejubeld. Hij dook vorige maand onder nadat de autoriteiten een
arrestatiebevel tegen hem hadden uitgevaardigd wegens het organiseren
van een demonstratie tegen de oorlog om Kosovo. De kritiek op Milosevic
had gisteren in Cacak vooral betrekking op de politieke onderdrukking
en het gebrek aan vrijheid. Een van de opmerkelijkste bijdragen kwam
van een onafhankelijke intellectueel, Milan Protic, die inging op de
misdrijven die door Serviërs in Kosovo zijn gepleegd. Protic zei
dat de Servische leiders "in onze naam misdaden hebben begaan tegen
mensen die naast en met ons leefden". "Wij bieden de hele wereld onze
excuses aan voor de daden van de macht die zich het recht heeft
toegeëigend in onze naam te moorden en te vervolgen. Wij hebben
niemand beroofd, vervolgd en verjaagd, maar als christenen is het onze
plicht de schuldigen te veroordelen", aldus Protic. De kritiek was
opmerkelijk, omdat door de staatscontrole op de media maar weinig
Serviërs überhaupt weet hebben van de 'etnische zuiveringen'
in Kosovo en de weinigen die er wel van weten, meer aandacht hebben
voor hun eigen problemen dan voor het lot van de Albanezen.
De politie trachtte gisteren in de loop van de dag te voorkomen dat de
Alliantie voor Verandering, een paraplugroep van oppositiepartijen, de
aangekondigde demonstratie tegen het regime zou houden. Een van de
organisatoren werd naar het politiebureau van Cacak geroepen en kreeg
daar te horen dat de betoging niet mocht doorgaan. Maar de politie kwam
niet met een schriftelijk bevel, reden voor de organisatie het verbod
te negeren. Het bewind deed wel moeite het aantal betogers te beperken.
Lijnbussen vanuit andere Servische steden naar Cacak reden gisteren
niet en talrijke speciale bussen en auto's met betogers die naar de
stad op weg waren werden tegengehouden en teruggestuurd. Ook
journalisten die vanuit Belgrado naar Cacak wilden reizen werden
teruggestuurd. Plaatselijke soldaten pikten - in een nieuwe openlijke
uiting van ongenoegen van de kant van het leger - demonstranten buiten
de stad op en brachten hen in militaire voertuigen langs de
politieposten alsnog naar Cacak. Bij het begin van de betoging ontplofte
een schrikgranaat van het type dat bij militaire manoeuvres wordt
gebruikt, maar verdere incidenten bleven uit.
Milosevic zelf liet zich gisteren even op de Servische televisie zien,
tijdens een besloten bijeenkomst van de Joegoslavische en Servische
leiding, waarop hij volgens het Joegoslavische persbureau Tanjug opriep
tot economische hervormingen en de stimulering van de markteconomie. De
president noemde het aanknopen van economische en culturele banden met
"de progressieve en democratische landen" in de wereld een "prioriteit
in deze periode". (Reuters, AP, AFP)