R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
Butch 'n
Sundance
BAS BLOKKER
En zo hoort het natuurlijk. Een western gaat namelijk óók over het verlangen naar de goeie oude tijd. Naar de ongereptheid, naar het paradijselijke ervan - hoe ongepast dat verlangen ook is. Zoals aan het eind van The Man who shot Liberty Valence wordt teruggekeken op het verleden en met spijt wordt gezegd: ,,Het was een wildernis en wij hebben er een tuin van gemaakt." Een tuin is mooi, maar de wildernis, die is echt. Butch Cassidy (Newman) en de Sundance Kid (Redford) zijn twee bandieten die te laat geboren zijn. Ze roven en plunderen in de jaren rond 1900, alsof het nog hartje negentiende eeuw is, terwijl de rest van Amerika allang bezig is een tuin aan te leggen. Het zijn hartveroverende boeven. Ze hoeven heel lang niemand neer te schieten, blijven altijd beleefd, en Butch maakt (Raindrops keep falling on my head) een fietstochtje. Butch de optimistische praatjesmaker, Sundance de eigenzinnige scherpschutter. Twee mooie mannen, maar tegelijkertijd de Laurel en Hardy van het westen: onafscheidelijk en onophoudelijk aan het kibbelen. Het tragische van hun karakters, zit 'm in het feit dat ze weten dat hun tijd voorbij is. Hij zit hen op de hielen in de gedaante van het detectivebureau Pinkerton, na een halfgelukte treinoverval. ,,Wat zijn dit voor mannen", vragen ze elkaar vertwijfeld als de achtervolgers dagenlang in hun spoor blijven. Als ze tenslotte, toch ontsnapt, naar Bolivia zijn uitgeweken, lopen ze in een haveloos dorpje in de val. Binnen zitten zij, met vier revolvers, buiten staat een compleet Boliviaans regiment opgesteld. Of die ene man van het Pinkerton-bureau er misschien bij is, vraagt Butch. Nee? Mooi, zegt Butch, ,,for a moment there, I thought we were in trouble." Butch Cassidy & The Sundance Kid (George Hill, VS, 1969), zaterdag, Net5, 22.00-23.50u.
|
NRC Webpagina's
1 MEI 1999
|
Bovenkant pagina |