U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   C U L T U R E E L   S U P P L E M E N T
Pensioendesk - Doe de Pensioencheck
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

'Pulp Friction: de verbeelding en de macht' werd op 25 maart uitgesproken door Hans Beerekamp als gastdocent filmkritiek aan de letterenfaculteit van de Rijksuniversiteit Groningen.

Lezing gastfilmcriticus

De verbeelding en de macht
of: Pulp Friction

Door Hans Beerekamp
Na tien jaar literaire critici als gast te hebben ontvangen, nodigde de Rijksuniversiteit Groningen voor het eerst een filmcriticus uit om zijn ideeën te delen met studenten en andere toehoorders. Ik ben zeer erkentelijk voor de eer van die uitnodiging, in het bijzonder aan Annie van den Oever, Frans Westra en de andere leden van de begeleidingscommissie. Tegelijkertijd ben ik, wellicht ten onrechte, enigszins bevangen door een ongemakkelijk gevoel. Zijn de uitgangspunten van een filmcriticus, die ik zal proberen te formuleren en die, omdat ze nog zelden ergens beschreven staan, in hoge mate zijn bepaald door mijn eigen ervaringen en opvattingen, wel in overeenstemming te brengen met enige wetenschappelijke praktijk? Het beroep van filmcriticus is een tamelijk specifieke discipline, die naar mijn stellige overtuiging op gespannen voet staat met wetenschap, maar ook, zij het in veel mindere mate, met 'gewone' journalistiek.

Illustratie Olivia Ettema
Illustratie Olivia Ettema
In 1979, toen ik een vast dienstverband kreeg aangeboden als filmredacteur van NRC Handelsblad, heb ik nogal rigoureus afscheid genomen van de wetenschap. Ik was op dat moment een paar maanden verwijderd van mijn doctoraalexamen psychologie en werkzaam als kandidaats-assistent bij het Research Instituut voor de Toegepaste Psychologie in Amsterdam, geleid door prof.dr. A.D. de Groot. In zijn handboek Methodologie schrijft De Groot voor hoe de sociale wetenschapper zich dient te houden aan de stringente regels van het falsifieerbare en herhaalbare experiment. Slechts één enkele uitzondering staat De Groot de wetenschapper toe: in het stadium van de hypothesevorming mag de onderzoeker zich door van alles laten leiden, door zijn intuïtie, zijn humeur, zijn voorkeuren, ja zelfs door het spel van de vlammetjes in een knapperend haardvuur. Vooral die laatste bron van inspiratie sprak me aan: ik deed al een jaar of vijftien niets liever dan staren naar de vlammetjes in het haardvuur van de bioscoop, flakkerende schaduwen, die een andere werkelijkheid representeren. Plato beweerde tweeduizend jaar geleden in zijn Mythe van de Grot al dat wat wij als realiteit waarnemen in feite slechts een projectie is, de zichtbare verafschaduwing van een niet-kenbare werkelijkheid. Je moet het er maar mee doen, had ik voor mijzelf besloten: met film als kenbare en bruikbare werkelijkheid, die vaak meer helderheid en inzicht verschaft dan de chaotische, niet geordende alledaagse realiteit; en met het nog uitsluitend formuleren van hypothesen over die geprojecteerde werkelijkheid. In wetenschappelijke zin zijn uitspraken van filmcritici dus van zeer beperkte waarde. Ze dragen in principe niet bij aan theorievorming, maar zijn slechts voorlopige, subjectieve interpretaties. Die dienen wel gestoeld te zijn op een ruime mate van ervaring en inzicht. Die ervaring en dat inzicht kunnen verworven worden door het zien van veel films, maar ook door kennis over de manier waarop films tot stand komen, kennis van de filmgeschiedenis, een zeer ruime algemene ontwikkeling en levenservaring, interesse in maatschappij, cultuur en geschiedenis. Maar als een eerstejaarsstudent een filmcriticus vraagt welke criteria hij eigenlijk hanteert om tot een oordeel te komen, dan kan de criticus breed grijnzend antwoorden: 'Geen enkel ander criterium dan mijn eigen ervaring, inzicht en gevoel'. Daarom besloot ik dan ook met grote tevredenheid om niet af te studeren en daardoor voor mijzelf de mogelijkheid af te sluiten om ooit nog wetenschap te bedrijven.

Voordat ik een paar van de problemen zal behandelen die aan deze definitie van het beroep van filmcriticus kleven, eerst nog een opmerking over filmwetenschap. Er zijn in Nederland een paar filmcritici die Film en Televisiewetenschap hebben gestudeerd, maar de meeste hebben een andere vooropleiding: filosofie, geschiedenis, Nederlands, een enkeling komt direct uit de journalistiek of van de Filmacademie. Zou een studie Film en Televisiewetenschap niet de ideale vooropleiding kunnen zijn voor een filmcriticus, die het vervolgens vrij staat om alle wetenschappelijke ballast overboord te gooien en enig baat te behouden bij inzichten uit bij voorbeeld filmhistorie en semiotiek? Ik heb weinig kennis van de manier waarop deze zeer jonge tak van wetenschap in Nederland bedreven wordt, maar durf wel te stellen dat er weinig publicaties zijn op dat gebied waar ik als filmcriticus bij mijn beroepsbeoefening baat bij heb. Om u vast een voorbeeld te geven van de manier waarop een filmcriticus zijn beweringen pleegt te staven, kom ik nu met twee anecdotes op de proppen. De eerste betreft een ontmoeting met Eric de Kuyper, de oprichter van de vakgroep Film- en Opvoeringswetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en de grote propagandist in Nederland van de semiotische filmanalyse. Ik vroeg De Kuyper wat volgens hem de praktische waarde kon zijn van de toepassing van semiotische inzichten. Hij vertelde toen vol enthousiasme over de colleges die hij zelf in Parijs bij Roland Barthes had gevolgd en die me deden denken aan het soort inspiratie dat je als lezer van een gepassioneerde filmcriticus kunt opdoen. Ik was niet tevreden met dat antwoord, en vroeg dóór. Toen kwam De Kuyper met een voorbeeld dat mijn vermeende Popperiaanse, onlatijnse geest zou moeten bevredigen: ,,Een semioticus kan voorspellen wat voor kleur de jurk van de ster in de eerstvolgende scène van een film van Vincente Minnelli zal zijn''. Daar heb je als filmcriticus, geloof ik, niet zo veel aan, temeer daar ik mij als filmkijker graag laat verrassen.

Lees verder

NRC Webpagina's
26 MAART 1999



( a d v e r t e n t i e s )
Primafoon - Volop voorjaarsvoordeel

QuickNet - Why wait ...

Domicilie Cover

Domicilie,
voor wie zich vestigt
in het buitenland.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)