|
|
|
Zie ook:
Heel gewoon (25 aug. 1998)
Artikelen over het regeerakkoord De Parade van
Paars
|
Mevrouw de Voorzitter, Ons land heeft van oudsher een actieve internationale instelling. De regering wil dit profiel verder ontwikkelen. Nederland heeft in zijn grondwet de bevordering van de internationale rechtsorde opgenomen. Een voorbeeld is onze rol bij de totstandkoming van het verdrag over het Internationaal Strafhof. De vestiging van dat Hof in Den Haag is een blijk van erkenning daarvan. Ook onze bijdrage aan internationale organisaties telt. Nederland is de vijfde contribuant van de Verenigde Naties. In de internatio nale financiële instellingen spelen wij eveneens een belangrijke rol. Binnen de Europese Unie, waarover ik reeds eerder sprak, leveren wij een constructieve en verantwoorde bijdrage. Wij ontlopen onze verantwoordelijkheden niet. Onze krijgsmacht word t ingezet voor vredesoperaties. Nederland behoort tot de landen met de hoogste bijdrage op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Wij zijn een belangrijke handelsnatie en behoren tot de grootste investeerders in buitenlandse markten. De wereldmarkt i s groter en toegankelijker geworden en biedt daardoor meer kansen. Tegelijkertijd maakt de crisis in Azië nog eens duidelijk hoe kwetsbaar afzonderlijke landen zijn geworden voor internationale ontwikkelingen. Nederland heeft met zijn open economie g root belang bij een stabiel en krachtig multilateraal handelsstelsel. De regering zal zich inzetten voor een verdere versterking hiervan en erop toezien dat de spelregels ook arme landen in staat stellen hieraan effectief deel te nemen. De behoefte aan ondersteuning bij de armste landen blijft onverminderd groot. Terwijl de hulpomvang internationaal helaas terugloopt, blijft ons land met een bijdrage van 0,8% van het BNP een voorbeeldfunctie vervullen. Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid zal zich in hoge mate blijven concentreren op verbetering van de levensomstandigheden van de armsten. Dat zijn vooral vrouwen en kinderen. Economische groei is hiervoor noodzakelijk maar niet voldoende. Gericht beleid i s nodig om ongelijkheid te verminderen en arme mensen toegang te verschaffen tot hulpbronnen waarmee ze hun leefsituatie kunnen verbeteren. Zeggenschap en participatie zijn hierbij sleutelbegrippen. Het beleid voor de allerarmsten in de wereld behelst me er dan een overdracht van geld. Het gaat ook om internationale afspraken in de sfeer van de wereldhandel, het mondiaal financieel stelsel en sociale doelstellingen, die arme landen reëele kansen geven te delen in de mondiale welvaartsgroei en het lot van hun burgers te verbeteren. Dit noopt tot een afgewogen inzet van middelen in bilateraal en multilateraal verband. Onze positie in de multilaterale instellingen schept ruimte voor een actieve bijdrage aan de behandeling van wereldvraagstukken. Wij zul len die zo goed mogelijk benutten. Nederland levert een belangrijke bijdrage aan humanitaire hulpverlening en aan behoud en herstel van vrede en veiligheid in Europa en daarbuiten. Daarvoor bestaat in ons land gelukkig brede steun. Het is ons de laatste jaren en maanden genoegzaam duidelijk geworden hoe moeizaam en zwaar deze taakvervulling is, in het bijzonder voor de ermee belaste militairen. Opgedane ervaringen mogen niet tot de slotsom leiden dat ons land zich in de toekomst aan zijn internationale v erantwoordelijkheid tot het leveren van een bijdrage aan vredesoperaties zal onttrekken. Mede daarom staat de noodzaak om een moderne, goed getrainde en goed uitgeruste krijgsmacht te behouden recht overeind. Aan dit uitgangspunt zullen de in het regeerak koord opgenomen bezuinigingen op de defensiebegroting geen afbreuk mogen doen. De krijgsmacht voert haar hoofdtaken overwegend in internationaal verband uit. In dit kader zijn de NAVO, alsmede andere multilaterale en bilaterale samenwerkingsverbanden van groot belang. De internationale dimensie zal nadrukkelijk bij de uitwerking van de financiële afspraken over defensie worden betrokken. Bij de opstelling van de nieuwe Defensienota zal terdege rekening worden gehouden met de uitkomsten van de herzie ning van het Strategisch Concept van de NAVO, die volgend voorjaar wordt afgerond. Daarbij komt de vraag aan de orde welke prioriteiten Nederland voor de taken en middelen van de krijgsmacht stelt. Ook het personeelsbeleid komt in de nieuwe Defensienota a an de orde, met aspecten als goed werkgeversschap, voldoende wervingskracht, een goede personeelsopbouw en een flexibeler dienst-einde-regeling. Voor een duidelijk herkenbaar Europees en internationaal profiel is een pragmatische, realistische, slagvaard ige en ook idealistische aanpak nodig. Idealistisch als het gaat om onze beginselen en doelstellingen. Pragmatisch als het gaat om het bewaken van de Nederlandse positie en belangen. Realistisch als het gaat om haalbaarheid en het zetten van concrete stap pen. Slagvaardig als het gaat om het tempo waarin en de overtuigingskracht waarmee wij opereren. Onze inspanningen in internationale organisaties en de samenwerking met de Europese partners zijn onlosmakelijk verbonden met onze bilaterale betrekkingen. Wij zullen doorgaan met de versteviging daarvan. Mevrouw de Voorzitter, Aan de vooravond van een nieuwe eeuw mogen we met dankbaarheid vaststellen dat het in veel opzichten goed gaat met ons land. Maar in menig opzicht hebben wij nog niet voldoende kunnen bereiken. Bovendien dienen nieuwe problemen en uitdagingen zich aan. Het geheel van de voornemens van de regering waarover ik heb gesproken, doet een beroep op een ieder om in de lijn van onze nationale tradities met een gezamenlijke inspanning verder te bouwen aan een samenleving die aan mensen goede kansen biedt op indi viduele ontplooiing en welvaart; een samenleving die zich tevens kenmerkt door een grote verbondenheid tussen zwakken en sterken, tussen jong en oud, tussen mannen en vrouwen. Ons land zal ook in de volgende eeuw een goed thuis moeten zijn voor allen die hier wonen. |
NRC Webpagina's
25 augustus 1998
|
Bovenkant pagina |