M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Geluid in beeld
KESTER FRERIKS
Ook de telefoon staat er, een van zwart bakeliet, die zowat in elk hoorspel met boos en driftig gerinkel de spanning weet op te voeren. Wil degeen aan de andere kant van de lijn ook zijn of haar zegje doen, dan moet de hoorspelacteur met de mond half verscholen in een bierglas praten, zodat het glas een gedeelte van het geluid vervormt. Op drie etages van de Openbare Bibliotheek in Amsterdam is een tentoonstelling ingericht over het hoorspel in beeld en geluid. Van oor tot oor heet de expositie, wat een enigszins misleidende benaming is, want het hoorspel is bij uitstek een genre, sommigen menen zelfs een literair genre, waarin het gesproken woord essentieel is. Dus Van mond tot oor zou beter zijn. Er is een aantal theoretische werken over het hoorspel uitgestald. Vooral de Duitsers verdiepten zich in de jaren dertig in dit genre. Het idee dat de 'Rundfunk' een machtig verbreider was van stemmen en geluid sprak hun aan. Volgens de theoreticus Kolb was het wezen van het hoorspel de 'Nurhörbarkeit'; dat betekent dat alleen stem en geluid de uitdrukkingsmiddelen bij uitstek zijn. Het hoorspel als akoestisch fenomeen dus. Dat de mensen zich allerlei zaken voorstelden bij het horen van geluid, deed niet ter zake. Het was de opgave van het hoorspel, aldus Kolb, 'de gemoedsbewegingen in de mensen na te streven'. De theorie is verleidelijk, te meer daar er zulke prachtige woorden gebruikt worden. Zo heet het dat stemmen te voorschijn komen vanuit een 'nevelwand'. Dat is de diepe stilte die doorbroken wordt wanneer een technicus de schuifregelaar bedient en ziedaar, of beter: hoor! - stemmen klinken uit de radio. Vroeger bleef het gezin thuis voor het hoorspel. Oome Keesje, de avonturier, sprak tot de gezinsleden en men was gekluisterd aan het toestel. In de bibliotheek hangt een groot krantenverhaal over Oome Keesje die, oh wonder, in China verbleef en tegelijk thuis driehoog achter op de radio sprak. Hoewel het hoorspel zich aan het naoorlogse imago van gierende stormen en piepende deuren wil onttrekken, vervult die tijd ons met heimwee. Pioniers als Willem van Capellen, S. de Vries jr. en Kommer Kleijn zijn ruimschoots vertegenwoordigd in de vitrines, evenals grootheden als de auteur Jaap ter Haar en radiodetective Paul Vlaanderen. Het hoorspel, eens een bedreigd genre, geniet weer volop aandacht. Per week gaan enkele hoorspelen door de ether. Er ligt een tekstboek opengeslagen van de auteur Nirav Christoph, wiens stuk De verkoolde glimlach van Carlos Gardel in januari wordt uitgezonden. Marlies Cordia doet de regie, zij moet de volgende regieaanwijzing hoorbaar maken: 'Geluiden van een buitenzwembad op een zomerochtend. Er zijn nog niet veel mensen.' Die 'zomerochtend' is natuurlijk precair. Hoe klinkt een zomerse ochtend in verhouding tot een late voorjaarsochtend? Zingen de vogels net iets anders? In tegenstelling tot drama in de schouwburg kan in het hoorspel onbeperkt van tijd en plaats gewisseld worden. Sinds de uitvinding van de magnetofoonband in 1935 kan de technicus onbeperkt faden, cutten en monteren. Spelleider S. de Vries jr. was er in 1946 van overtuigd dat 'het hoorspel den fantasie volkomen vrij laat. Het bindt den auteur zoomin aan eenheid van plaats als aan die van tijd en handeling.' Een ongekende vrijheid, waar zelfs schrijvers jaloers op werden. Zo kwam het dat uiteenlopende auteurs als Henriëtte van Eyck, Heinrich Böll, Simon Vestijk hun pen leenden aan het luisterspel, die wonderlijke wereld die uit niets anders bestaat dan geluid en de menselijke stem. Van oor tot oor. Openbare Bibliotheek Amsterdam, Prinsengracht 587, Amsterdam, t/m 3 januari.
|
NRC Webpagina's
15 DECEMBER 1997
De ziekte van kort, vlug en snel
|
Bovenkant pagina |