M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Tros zag af van fusie om HMG's afschrijvingsbeleid
Waarde van programma's discutabel
Naar nu blijkt heeft de voorraad 'waardeloze' programma's en het daaraan gekoppelde grote financiële risico voor de Tros een belangrijke rol gespeeld bij het mislukken van de beoogde fusie met RTL4 en RTL5 eind 1994. Financieel directeur Ruud Huisman van de Tros: ,,In het complex van factoren was hun afschrijvingsbeleid een van de redenen om het niet door te laten gaan. Hun balanspositie was niet florissant. Er moesten nogal wat geactiveerde programma's worden weggespeeld. En wij zagen de bui al hangen. Dat zou niet bij RTL4 gebeuren.'' Huisman zegt dat de waardering van programma's onder financiële managers van de omroepen een hot item is: ,,In het parlement wordt een enqute gehouden naar de technolease-affaire. Hier vindt een zelfde discussie in het klein plaats. Het gaat om de bepaling van de waarde van programma's. Dat is net zoiets als de waarde van ideeën en kennis. Je ziet dan dat aandeelhouders eisen dat er winst wordt gemaakt. Dan wordt er verder gegaan dan wanneer je een normaal, voorzichtig beleid zou voeren.'' De voorraadproblematiek voor HMG is volgens Huisman het afgelopen jaar ernstiger geworden: ,,Het zou allemaal nog wel meevallen als de reclamemarkt niet zo onder druk zou staan. Maar om een marktaandeel te halen waar nog adverteerders op afkomen moet je steeds kritischer zijn in wat je uitzendt. Men zal meer geneigd zijn programma's op de balans te houden.'' De Tros-directeur erkent dat de problematiek ook voor publieke omroepen geldt: ,,Ook bij ons is voorgeschreven dat een herhaling van een dramaserie op een derde van de kosten wordt gewaardeerd als je die weer op prime-time gaat uitzenden. '' Het verschil is dat bij HMG bijna elke grotere produktie zo wordt behandeld, terwijl lang niet alles geschikt is voor herhaling: ,,Hun beleid is veel meer rigide.'' Huisman denkt zelfs dat het feit dat RTL4 al vlak na oprichting winst kon maken ,,in belangrijke mate is veroorzaakt door dit afschrijvingsbeleid''. Een jaarrekening van een bedrijf moet weliswaar goedgekeurd worden door een onafhankelijke externe accountant (in het geval van HMG is dat Arthur Andersen), maar volgens Huisman is geen accountant in staat die goed te controleren: ,,Als vaklui, succesvolle programmamakers, een overtuigend verhaal houden dat die voorraad wel even wordt weggespeeld, dan is het voor een accountant buitengewoon moeilijk daar doorheen te prikken.'' Het 'volumecontract' met TV10 lost een deel van het voorraadprobleem van HMG op. Voor programma's die anders volledig zouden moeten worden afgeschreven, omdat ze toch niet meer op RTL4, RTL5 of Veronica vertoond worden, krijgt HMG nu toch nog geld terug. Volgens Van den Ende van Moret kan dat echter slechts gaan om een beperkt deel van het bedrag, en zal er altijd nog een behoorlijk bedrag moeten worden afgeschreven. Huisman van de Tros is het daarmee eens, al vindt hij het wel een goede zet: ,,TV10 bij uitstek is opgericht om dit soort dingen te doen. Op zo'n moment verbaas ik me weer hoe goed het marktmechanisme in onze sector werkt en vraag en aanbod elkaar weer vinden.'' De woordvoerder van HMG zelf heeft ,,geen idee'' of het vooraadprobleem een rol heeft gespeeld bij de vrijages met TV10. Overigens is nog een aantal complicaties te verwachten bij de deal tussen HMG en TV10. Zo blijkt uit navraag bij Endemol dat in contracten tussen een televisieproducent en een tv-station behalve een herhalingsrecht doorgaans expliciet wordt vermeld welk station die herhaling moet uitzenden. In veel gevallen zal de producent dus toestemming moeten geven voor een herhaling op TV10. Bloem van TV10 bevestigt dat, ondanks de onderlinge afspraken, per programma moet worden bekeken of een herhaling mogelijk is. Mogelijk is Endemol helemaal niet blij met een 'devaluatie' van zijn sterren op TV10, zoals een media-deskundige uitdrukt. De nauwe verbintenis tussen TV10 (in handen van uitgever Wegener Arcade en het Amerikaanse Saban) en HMG (met als aandeelhouders CLT, uitgever VNU en de vereniging achter Veronica) heeft ook de aandacht van mededingingsautoriteiten in Den Haag en Brussel. Zij moeten beoordelen of in de mediasector sprake is van te grote machtsconcentratie. Zonder op details te willen ingaan bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken dat de HMG-directie al langs is geweest om over de kwestie TV10 te spreken. De zaak ligt uitermate gevoelig omdat Europees Commissaris Van Miert twee jaar geleden de oprichting van HMG frustreerde door het samengaan te verbieden van drie grote tv-stations met producent Endemol. RTL5 werd vervolgens gedwongen zich om te vormen tot een nieuwszender, terwijl Endemol helemaal uit de constructie stapte. Mogelijk wordt participatie van HMG in TV10 niet gezien als een bedreiging voor de concurrentie omdat de zender slechts een beperkt marktaandeel bezit.
|
NRC Webpagina's
30 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |