NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 30 MEI. De groothandel zal de komende vijf jaar zo'n vijf miljard gulden 'als leergeld afschrijven' bij pogingen om adequaat in te spelen op de mogelijkheden die de nieuwe informatie-technologie biedt. Dat stelde drs. G. van Vliet, directeur van het bureau Media@advantage, gisteren in Amsterdam op de Groothandels-Beleidsdag van het Nederlandse Verbond van de Groothandel (NVG).

De meeste groothandels overzien volgens hem de ontwikkelingen op de elektronische snelweg niet, laat staan dat ze raad weten met de eventuele voordelen daarvan voor de eigen onderneming. ,,De groothandelaren worden afhankelijk van externe adviseurs, die het eigenlijk ook niet weten,'' aldus Van Vliet. ,,Want ook hen ontbreekt het aan het echte inzicht in een combinatie van informatie-technologie, nieuwe media en (direct) marketing. Dat alles bij elkaar gaat leiden tot een groot aantal mislukte veranderingsprojecten'', voorspelde hij.

De positie van de Nederlandse groothandel, goed voor 380 miljard omzet zal door de nieuwe ontwikkelingen ingrijpend veranderen. Daardoor kan de rol van Nederland in de internationale groothandel zwaar onder druk komen. De groothandel zal zich sterker moeten richten op de 'eindgebruiker', die via Internet beter, sneller en tegen lagere kosten kan gaan kopen. Daartoe moeten de schakels in de handelsketen nauwer gaan samenwerken. Zo'n samenwerking beoogt niet alleen dat de eindgebruiker de aangeboden produkten koopt, maar ze is bovendien gericht op efficiënte herbevoorrading waardoor de totale kosten in de keten worden verlaagd.

Ook de voorzitter van het Nederlands Verbond van de Groothandel, P. Slagmulder, waarschuwt er voor dat groothandelaren snel juiste keuzen moeten maken. ,,De groothandel staat op een tweesprong. Door tijdig en goed gebruik te maken van de juiste informatie-technologieën kan de groothandel straks als dirigent fungeren in de handelsketen.''

Vraag is volgens Van Vliet wat de gemiddelde zakenman of consument op dit ogenblik 'digitaal aankan'. Dat hangt af van leeftijd en achtergrond. In de eerste plaats zijn er de 'digikids' - tot achttien jaar - die in hun jeugd speels met deze media hebben leren omgaan dankzij Nintendo, Sega en Microsoft. Eenmaal in het bedrijfsleven zijn ze snel in staat zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Daarnaast zijn er de 'digidoetjes' - tussen twintig en veertig jaar - die de automatisering als een noodzakelijk kwaad hebben leren ondergaan. Ze hebben moeite met de nieuwe toepassingen. Tenslotte is er de categorie van de 'digibeet' van boven de zestig, die 'helaas' thuis en op kantoor over het geld gaat, maar niet eens in staat met afstandsbediening om te gaan.