U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Films op tv

Radio

O O G   I N   O O G :
Nederland tv-filantropenland

DOOR FRITS ABRAHAMS
Joop van den Ende floot in een discussie met Aad Nuis bij Sonja Barend weer eens zijn bekende klaagdeuntje. De tv-critici van Nederland doen aan inteelt, ze kijken alleen maar naar de VPRO, ze zouden pas 'guts' hebben als ze zijn soap Goede tijden, slechte tijden ('ik vind het bijna kunst wat daar gebeurt') met een Nipkow-schijf durfden te bekronen. Om maar even voor mezelf te spreken: ik heb niets tegen soaps. Er is behoefte aan, zoals er ook behoefte is aan de boeketreeks, aan Marco Borsato en aan wc-eend. Maar vindt Van den Ende het erg als we afspreken dat we al die dingen voortaan geen kunst meer proberen te noemen? Ja, dat vindt hij heel erg. In discussies als met Nuis - het mocht overigens nauwelijks die naam hebben, want Nuis bleef zo minzaam mogelijk - maakt Van den Ende altijd een wrokkige, gefrustreerde indruk. Hij voelt zich miskend. Je zou bijna veronderstellen dat hier een eerzame ondernemer tot de bedelstaf dreigt te geraken door de botte tegenwerking van een handjevol, door de VPRO ingehuurde, snobs.

Het tegendeel is waar, zoals wij allen weten. Van den Ende heeft de poen, de macht en de kijkcijfers - het enige speeltje dat hij nog ontbeert is die Nipkow-schijf. Het zit hem geweldig dwars dat een onooglijk omroepje als de VPRO dat ding zo vaak in de wacht weet te slepen. Waaraan hebben ze het verdiend? Kwaliteit? Het zou wat. Henny Huisman - da's ook kwaliteit. En Tineke de Nooij. En Ron Brandsteder.

Van den Ende wil álles: de waardering van een zo breed mogelijk publiek plus de erkenning door wat hij beschouwt als het smaakmakende, weldenkende deel van de natie. Die ambitie is niet realistisch, maar om van het gezeur af te zijn zou ik er zelf niet tegen zijn de volgende Nipkow toe te kennen aan bijvoorbeeld Tineke de Nooij, mits ze in staat is in een spectaculaire live-uitzending een ontmoeting te arrangeren tussen de top van Endemol, Jomanda en enkele van die buitenaardse creeps waarvoor ze altijd zoveel propaganda mag maken. Vernieuwende televisie - daar zijn tv-critici immers dol op.

,,Waarom maken jullie niet eens een goed boekenprogramma voor jongeren?'' vroeg Sonja Barend aan Van den Ende. Een goede vraag - ook voor de VARA trouwens - waarop Van den Ende het antwoord schuldig bleef. Bóeken, hoorde je hem knarsetanden, bestaan die nog? Sonja had haar vraag nog kunnen uitbreiden: waarom geen goede talkshows bij de commerciëlen, waarom geen indringende documentaires, waarom geen achtergrondnieuws? Het toeval wilde dat we nog op dezelfde avond het nieuwste kindje van de commerciëlen mochten bewonderen: het door John de Mol gemaakte Make my day. Daarin probeert presentator Robert ten Brink als een moderne Robin Hood de nood te lenigen van enkele Nederlanders, die buiten hun schuld in de financiële problemen zijn geraakt.

Veel zieligheid, veel tranen, veel valse edelmoedigheid. Het heeft op het eerste gezicht iets sympathieks: Veronica neemt het op voor de minder bedeelde Nederlander. Maar de ergste vermoedens werden al snel bewaarheid: voor Veronica is zo'n programma alleen maar een alibi voor de zoveelste spektakelshow met bruidegommen die - in ruil voor een buitenlands snoepreisje - in een bak met tomatensoep lazeren en met kijkers die telefonisch mogen graaien ('hebbe! hebbe!') naar luxe-goederen in winkels.

Temidden van al dat tumult haalde Ten Brink welgeteld 63 mille binnen voor drie 'gevallen'. Daarvoor moest hij in de uitzending reclame maken voor allerlei bedrijven, want voor niets gaat de zon op in Nederland tv-filantropenland. Als al die bedrijven én Veronica elke week stilletjes vijf minuten met elkaar bellen, dan zouden ze minstens honderd bijstandsmoeders per maand uit de brand kunnen helpen - zonder zelf ook maar één centje pijn te voelen, want ze bulken allemaal van het geld.

T V   V O O R A F :


Hommage aan Monne de Miranda

DOOR ANNEKE VISSER
Bij fraai zomerweer spoeden Amsterdammers zich naar het De Mirandabad. Maar weinigen weten dat dit zwembad is vernoemd naar de vooroorlogse wethouder van publieke werken en volkshuisvesting voor de SDAP, Salomon Rodrigues ('Monne') de Miranda aan wiens politieke loopbaan in 1939 een einde kwam na valse beschuldigingen.

Hij zou, aldus De Telegraaf van 6 januari 1939, betrokken zijn geweest bij onregelmatigheden bij de uitgifte van grond in erfpacht. Een commissie van onderzoek kon de beschuldiging niet staven aan de feiten maar het kwaad was geschied. Na te zijn hersteld van een psychische inzinking schreef De Miranda een weerwoord 'Pro Domo' waarvan hij eigenhandig een paar exemplaren innaaide en rondstuurde. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zag De Arbeiderspers af van de uitgave van dit weerwoord dat vorige week integraal en geannoteerd is verschenen op initiatief van de Vrienden van De Miranda. Vanavond zendt de VARA een documentaire uit waarin het leven wordt geschetst van deze zoon van de joodse emancipatiebeweging die in I875 in Amsterdam werd geboren en zich door zelfstudie wist op te werken tot onder meer bestuurslid van de Algemene Nederlandse Diamantwerkersbond. Een keur van fraaie oude opnamen voert de kijker terug naar het Amsterdam van voor de Tweede Wereldoorlog. De Miranda besloot op jonge leeftijd als socialist door het leven te willen gaan. Hij was een straatvechter, een pragmaticus die weinig op had met de ideologische haarkloverijen binnen de SDAP. In 1919 werd hij gekozen tot wethouder in de hoofdstad. In zijn tweede wethoudersperiode werd hij bekend als de man die krotten opruimde, die zorgde voor goede woningen voor de laagst betaalden. Onderbroken door een periode in de oppositie kwam hij in 1929 weer terug als wethouder. Tijdens de verkiezingsstrijd in 1935 klonk de leuze: 'Wil je baaien, wil je zwemmen, moet je De Miranda stemmen.' Hij had naam gemaakt met de bouw van was-bad en zweminrichtingen. Maar hij had ook vijanden gemaakt, niet alleen in de politiek, ook de dienst Publieke Werken was steeds minder gecharmeerd van zijn optreden en verweet hem eigenhandige bemoeienis met de uitgifte van bouwgronden. Kwade tongen beweerden dat hij daar zelf voordeel van zou hebben. Na de publicatie in De Telegraaf liet de SDAP hem vallen en kwam hij in een isolement terecht. De Miranda werd in 1942 gearresteerd en kwam uiteindelijk in kamp Amersfoort terecht. In de documentaire herinnert een oud-medegevangene zich hoe twee communistische gevangenen de Lagerlteste opstookten de 'renegaat en sociaal-fascist' die De Miranda in hun ogen was, gruwelijk te mishandelen. In de nacht van 3 op 4 november 1942 bezweek deze 'dienaar van de gemeenschap in eenvoud en toewijding', zoals hij in de documentaire wordt genoemd. Hedda van Gennep heeft een mooi postuum eerbetoon gemaakt.

Salomon Rodriques de Miranda (1875-1942). Ned.3, 20.26-21.03u.

NRC Webpagina's
23 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)