K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In 20 theaters. Pacino en Depp spelen grootse rollen in mafiadrama 'Donnie Brasco' Spion tussen knoestig voetvolk
Door HANS BEEREKAMP
Donnie Brasco, geschreven door de ex-filmcriticus van de Washington Post Paul Attanasio (Quiz Show) naar de memoires van FBI-infiltrant Joe Pistone en geregisseerd door de op een onevenwichtige filmografie bogende Brit Mike Newell (Four Weddings and a Funeral, Dance with a Stranger en veel minder werk), is een parel aan de kroon van het genre. Relatief weinig aandacht wordt besteed aan de schilderachtige achtergrond van pasta kokende mama's en opzichtige bruiloften. Niet alleen speelt de film zich af in de laagste regionen van de criminele organisatie, maar het traditionele loyaliteitsconflict wordt tot een harde en extreme kern teruggebracht. Onder de schuilnaam Donnie Brasco opereert FBI-man Pistone (Johnny Depp) vanaf 1978 zes jaar undercover tussen knoestige luitenants en voetvolk, gehuld in zwarte polyester jassen. Hij wint het vertrouwen van een vermoeide en gedesillusioneerde mafia-onderofficier (Al Pacino), die de getalenteerde crimineel als een zoon adopteert. De handigheid van Depps personage, voor wiens betrouwbaarheid Pacino met zijn leven instaat, kan ook zijn eigen ster alsnog doen rijzen. En Depp is zich ervan bewust dat de onvermijdelijke, steeds uitgestelde ontmaskering zijn padrone in het verderf zal storten. Bovendien moet de infiltrant, al was het maar om zichzelf te beschermen tegen een sluipende identificatie met het kwaad, voortdurend in contact blijven met zijn ware opdrachtgever én met zijn allengs van hem vervreemdende gezin. Donnie Brasco is een acteursfilm, met twee formidabele hoofdrollen. De vervaarlijke, schijnbaar uitgebluste dinosauriër Pacino zit thuis voor de televisie te turen naar natuurfilms met roofdieren. Op straat leeft hij op, temidden van dubieuze kornuiten, die hij minder vertrouwt dan zijn nieuwe hoop verschaffende protégé. Depp promoveert met de ingehouden, bijna lege rol van een berekenende spion: van in kleine kring bewonderde held van de onafhankelijke cinema tot ster in de eredivisie van Hollywood. De tristesse van zijn personage wordt niet langer verpakt in de grimassen van een tragische clown, zoals in Ed Wood of Edward Scissorhands, maar loert nu constant ergens in de diepte van een complexe rol. Zijn Donnie Brasco is een volwassen personage, met weinig voor de hand liggende handvaten, blank als in een stuk van David Mamet. In het sublieme scenario en de voortreffelijke bijrollen valt veel raffinement en humor te ontdekken. De zwijgzame vijandigheid van Depps dochtertjes aan de eettafel is zowel ijzingwekkend als geestig. De dialogen met de zenuwachtige ambtenaren van de FBI roepen adequaat een contrast op met de warme kameraderie van de mannen die allemaal Sonny of Nicky lijken te heten. In het huidige Hollywood is zo'n film, die binnen de regels van een vertrouwd genre optimale kwaliteit biedt, door oog voor details en gevoeligheid in de acteursregie, een witte raaf aan het worden, zeker wanneer de regisseur geen auteur is van het kaliber van Scorsese of Coppola, maar een liefderijk vakman. Je zou bijna weer gaan geloven in de wonderlijke kracht van de aloude genrefilm.
|
NRC Webpagina's
23 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |