K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: 17 theaters. Donder en bliksem ontdoen Mike van Diems Bordewijk-verfilming van betovering Deurwaarder in een universeel inferno
Door HANS BEEREKAMP
Karakter, geselecteerd voor de Semaine de la Critique tijdens het komende festival van Cannes, zal internationaal de aandacht trekken en lijkt geknipt voor een Oscarnominatie in de categorie 'beste buitenlandse film'. Antonia, Daens en Karakter (het budget van de laatste productie bedroeg zeven miljoen gulden) zijn dure prestigefilms, waarvan de stijl Amerikanen - en dus ook het gros van het wereldpubliek - als excentriek en authentiek Europees voorkomt. In feite bedienen de regisseurs Marleen Gorris, Stijn Coninx en Mike van Diem zich van retorische en bombastische Hollywoodtrucs, die inhoudelijk geen recht doen aan de meer genuanceerde historische werkelijkheid of literaire oorsprong. In een geruchtmakend interview met De Filmkrant geeft Van Diem, in 1991 bekroond met een papieren Oscar voor zijn eindexamenfilm Alaska, dat overigens zelf toe: ,,Recht doen aan Bordewijk, daar ben ik helemaal niet in geïnteresseerd.'' Natuurlijk is het altijd het privilege van de verfilmer om alleen maar die elementen er uit te lichten die hij gebruiken kan. Mijn hoofdbezwaar tegen Van Diems film is dan ook niet dat hij de droge, zakelijke sfeer en toon van Bordewijks vertelling, gesitueerd in de 'moderne' ambiance van vooroorlogs Rotterdam, heeft vervangen door een universeel inferno, bijeengeraapt op lokaties in onder meer Polen, Hamburg, Gent en diverse Nederlandse plaatsen. Leerde Katadreuffe de wereld kennen uit een Duits lexicon en ging hij met zijn moeder en communistische vriend Jan Maan naar Sovjet-films kijken, in Van Diems film spreekt de hoofdpersoon het eerst Engels en bezoekt hij een Amerikaanse filmklucht. Het moet immers verteerbaar blijven voor een modern publiek. Ook de scenario-ingrepen, die dankbaar gebruik maken van materiaal uit Bordewijks novelle Dreverhaven en Katadreuffe, een voorstudie uit 1928, zijn tot daar aan toe. Kennelijk achtte Van Diem de literaire climax, de ontdekking dat Dreverhaven slechts het beste voorhad met zijn bastaardzoon, niet dramatisch genoeg en verzon een raamvertelling met flashbacks, alsmede een spectaculaire slotscène die doet denken aan de fatale val van een schurk tegen wil en dank in een Amerikaanse actiefilm. De epiloog, met een close-up van het woordje 'vader', kan ik geen verbetering vinden, maar veel erger zijn de overbodige 'filmische' toevoegingen, die dramatische tegenstellingen in de film pompen. Van Diem doet vooral geen recht aan zijn eigen talent, dat hij met grotendeels dezelfde medewerkers (cameraman Rogier Stoffers, editor Jessica de Koning, componisten Het Paleis van Boem) bewees in acht afleveringen van de televisieserie Pleidooi. De gebeurtenissen op het advocatenkantoor van Katadreuffe ontberen juist psychologische en dramatische finesse, en dat is nu juist bij uitstek waar het Van Diem om te doen was. In plaats van nuances treffen we in Karakter zwaar aangezette effecten aan. Waarom moet het steevast donderen en bliksemen als er geboren of gestorven wordt? Waarom hoor ik in gedachten steeds de opnameleider instructies schreeuwen, als er weer een kar met ratelend geweld op de glinsterende kasseien vlak voor de 'steadycam' oversteekt? En waarom geloof ik geen moment in Fedja van Huêts Bildung 'van man tot heer', van gevoelige buitenstaander tot gedreven machiavellist? Er wordt over de hele linie behoorlijk tot goed geacteerd in Karakter, maar het blijven schematische rollen, van de lapidaire Decleir tot de cabareteske adellijke mr. De Gankelaar van Victor Löw. De sleutelscène, het afscheid van Katadreuffe van zijn versmade geliefde juffrouw Te George (Tamar van den Dop) laat me koud, omdat ik op het gezicht van Van Huêt, die slechts beschikt over een smal gamma aan emoties (van beteuterd via verbaasd naar bewonderend), de kilte niet ontwaar. Karakter is een imposante, maar met uitzondering van een enkele scène (de entree van Katadreuffe in de grote wereld) geen betoverende film. Van Diem zet zich graag af tegen de bescheiden ambitie van de meeste Nederlandse filmers, voor wie een aardige recensie van een low-budget-televisiefilm het hoogst bereikbare lijkt. Toch zou juist die discrete fluistertoon zijn film meer gesierd hebben dan dit verkeerd geadresseerde machtsvertoon. Karakter - The Movie is een schoolvoorbeeld van de zichzelf overschreeuwende Nederlandse 'cinéma de papa' van de jaren negentig en veruit inferieur aan de gelijknamige televisieserie van Walter van der Kamp uit 1971, die met minieme middelen probeerde in het hoofd en het hart van Katadreuffe en Dreverhaven te kruipen. In dat weerbarstige binnenkamerdrama ligt de mogelijke kracht van een Hollandse cinema, ook al zouden ze daar in de rest van de wereld niets van begrijpen.
|
NRC Webpagina's
16 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |