O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
De varkensbranche
Het is nog de vraag waardoor de epidemie toch heeft doorgezet. Komt het door clandestien gezeul met varkens? Komt het doordat alle varkensbedrijven uiteindelijk contactbedrijven van elkaar zijn? Is het werkelijk zo'n uitzonderlijk besmettelijk pestvirus dat nu in Zuid-Nederland rondwaart? Een heldere analyse van de epidemie tot nu toe ontbreekt, ook in de brief die de minister naar de Kamer stuurde. DAARUIT WORDT wel duidelijk dat de besmetting via een of twee KI-stations grote gevolgen zal hebben. Op stations voor kunstmatige inseminatie bleek sperma van verschillende beren te worden gemengd. Het is de vraag of het mengen van sperma voor de fokkerij zin heeft, uit oogpunt van infectieziektebeheersing is het in ieder geval een regelrechte blunder, vooral als het waar is dat het mengwerk onvoldoende werd geadministreerd. Van Aartsen zet nu de tegenaanval in. En hij toont zich een getourmenteerd man. De minister voelt zich in de steek gelaten door de bedrijfstak, de wetenschap en de Europese regelgeving. Boeren hebben bij het begin van de ramp op grote schaal het vervoersverbod ontdoken en een KI-station wordt nu ervan verdacht de regels te hebben geschonden. Het Landbouwschap faalde in zijn toezicht. De wetenschap en ook de Europese regelgevers hadden geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de infectie via sperma kon worden verspreid. Het verwijt geen draaiboek voor crisisbeheersing bij de hand te hebben gehad toen de epidemie uitbrak, werpt Van Aartsen verre van zich. Een draaiboek had deze gebeurtenissen ook niet kunnen voorkomen. Het is verklaarbaar dat, gezien de maatregelen die nu nodig zijn om de gevolgen van de verspreiding van mogelijk besmet sperma in te dammen, strafvervolging tegen het KI-station wordt overwogen. Minister Van Aartsen zelf heeft het openbaar ministerie verzocht ,,een strafrechtelijke procedure te starten'' tegen het KI-station te Wanroij. Maar ook individuele boeren die het vervoersverbod hebben overtreden en niet aan hun administratieve verplichtingen hebben voldaan, komen voor justitiële aandacht in aanmerking. BIJ DE TOEKOMSTIGE opzet van de varkenshouderij ligt een rol voor de overheid. De bedrijfstak moet zich, in zijn eigen belang, openstellen voor nieuwe, meer extensieve produktiemethoden. Normen en waarden die historisch in het boerenbedrijf waren verankerd dienen ook in de geïndustrialiseerde varkenshouderij een plaats te krijgen. Aan het spelen van rechter in eigen zaak - niet ongewoon in dit milieu - behoort voorgoed een einde te komen. De minister mag de wetenschap verwijten dat niet duidelijk was dat het pestvirus via sperma kan worden overgedragen. Wat de wetenschap wel weet is dat het gesleep met de varkens, van fokzeugbedrijf naar biggenstal en van daar naar de afmeststal of zelfs naar Italië om de status van parmaham te bereiken, niet goed is voor het welzijn van de dieren en bovendien de groei vertraagt. Voor hun welzijn is het beter de dieren hun hele leven op één bedrijf te houden, dat heeft de agrarische wetenschap allang vastgesteld. En economisch hoeft de branche daar niet slechter van te worden. Van Aartsen kan met die wetenschap in het achterhoofd goed zelf aangeven waar de varkensbranche zich op moet richten: gesloten bedrijven, waaruit levende dieren alleen vertrekken richting slachthuis. Hopelijk leidt de pestepidemie tot een mentaliteitsverandering. Dat zou dan een geluk bij een ongeluk zijn. Van Aartsen heeft de moed getoond als eerste Landbouwminister in Nederland de noodzaak van zo een verandering aan de orde te stellen. En wel op een bijzonder gevoelig moment.
|
NRC Webpagina's
11 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |