R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Het vreselijke ongerief van Nederland
Door FRITS ABRAHAMS
Tuyp ruikt het grote geld sinds de 11-jarige Jantje een tophit heeft en de cameraploegen en journalisten stormlopen op huize Smit in Volendam, alsof een nieuwe Mozart is ontdekt. Zo brachten Studio NOS en Nova gisteravond ongeveer tegelijkertijd ieder een eigen reportage uit Volendam: de publieke omroep kent zijn prioriteiten. Maar Tuyp had er de pest in. Jantje kon wel 8000 gulden per twintig minuten optreden verdienen, becijferde hij, maar helaas, die oorwormen van de Arbeidsinspectie lagen dwars. Woedend keek Tuyp de camera in, terwijl hij de historische woorden sprak: ,,Wat zitten we toch in een kútland.'' Dat was trouwens zo ongeveer de teneur van de hele avond: 'Nederland kutland'. Niets mag, onschuldige burgers worden voor de rechter gesleept, niemand steekt een poot uit voor een ander. Als je het vreselijke ongerief van één zo'n avond inventariseert, is er aan de burgers van Nederland maar één advies denkbaar: massale emigratie. Het begon al bij Sonja Barend in B&W, waar een andere, wat oudere zanger, Franklin Brown, een voorschotje nam op het proces dat hem te wachten staat wegens aanranding van vijf vrouwelijke politiecollega's. Brown had zijn advocaat meegenomen, Moszkowicz junior, en Sonja speelde voor openbare aanklager. Brown ontkende niet dat hij aan de dames had gezeten, hij wilde alleen maar benadrukken dat het omgekeerde ook het geval was geweest. Hij werd nogal eens 'speels tussen de benen gegrepen', wat helemaal niet zo bijzonder was, want dat was nu eenmaal 'het cultuurtje op het bureau', waar heel wat 'lol en gein werd getrapt'. Het kwam voor dat een vrouwelijke collega zomaar haar borsten ontblootte op de gang, daar keek Brown allang niet meer van op. Je kneep eens in een bil hier en een borst daar, je stuurde elkaar wat geile emailtjes (''Hoe is het met je harde wapenstok?'') en je ging weer over tot de orde van de dag. Dus ook bijvoorbeeld de behandeling van de aangifte door een aangerande vrouw, vroeg Sonja sceptisch. Jazeker, dat ging in één moeite door. Hoe meer Brown vertelde, hoe beter ik begon te begrijpen waarom je nooit meer een diender op straat ziet: het is veel te gezellig op die bureaus, de orgie is een gewaardeerd onderdeel van het dienstrooster geworden. Het hele politievak is tegenwoordig één grote crime passionnel. Het erotische 'cultuurtje' bleek zich immers niet te beperken tot Browns bureau. ,,Ik heb niks nieuws gehoord'', zei iemand van de politiebond. 'Nederland kutland'? We konden het ook de arts S. Schat in Netwerk horen denken. Probeerde je iemand een zachte dood te bezorgen en werd je als een schurk het cachot in geworpen. Rechtvaardigheid? Kom er eens om. S. Schat: een slachtoffer van de Nederlandse regeltjes, zó zag hij zichzelf. Als een leeuw had hij zijn beroepsgeheim bewaakt, maar het was hem niet gegund. Waarom had hij eigenlijk die vrouw alléén laten sterven? Vervelende vraag, en er kwam dan ook geen duidelijk antwoord op. Al bijna murw gebeukt, bereikten de sterksten onder de kijkers Rondom tien, waar het Nederlandse volk de genadeslag kreeg toegebracht. Wat bleek? We redden niet meer. We geloven het wel als iemand in onze nabijheid in elkaar wordt geslagen of dreigt te verzuipen. De laatste mensenredders schreeuwden het ons via Violet Falkenburg recht in het gezicht: ,,Lafaards!'' Een mediasocioloog bevestigde het, zoals het een erkend mediasocioloog betaamt: ,,We stompen af.'' Hij moet wel gelijk hebben, want ik betrapte mezelf op de misselijke gedachte dat ik door sommige mensenredders in die studio niet graag gered zou willen worden, en zeker niet door die man uit Heerlen die ons ziedend toegrauwde: ,,Als ik politieman was geweest, zou ik ze (de passieve omstanders) allemaal hebben doodgeschoten.''
|
NRC Webpagina's
9 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |