U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    K U N S T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

T I T E L : Hype!
R E G I E : Doug Pray
M E T : Eddie Vedder, Kim Thayil, Matt Cameron, Bruce Pavitt, Jonathan Poneman, Mudhoney, The Young Fresh Fellows, The Posies, 7 Year Bitch, Nirvana

In: Kriterion, Amsterdam.

Op een humuslaag van bier en motorolie

Door HANS BEEREKAMP
Het meest schokkende geluid in de voortreffelijke muziekdocumentaire Hype! van Doug Pray over de grunge-rock uit Seattle is een muzakversie van Nirvana's Smells Like Teen Spirit.

De film formuleert een overtuigend antwoord op de erin gestelde vraag hoe het voelt wanneer jouw favoriete obscure rockband plotseling de hele wereld aan zijn voeten weet. Kurt Cobain, het brein achter Nirvana, koos voor een drastische uitweg van het dilemma door jong te sterven, maar Hype! laat zien dat er meer subtiele reacties bestaan op het tragische, want nooit in deze mate beoogde succes van een marginale cultuur.

De geografische ligging van Seattle is een van de sleutels van het ontstaan van de grunge, afgeleid van het adjectief grungy, dat volgens de dikke Webster misschien een samentrekking vormt van de woorden grimy (smerig), dingy (vuil) en grunt (knorren, kinderlijk eufemisme voor poepen). Het uiterste noordwesten van de Verenigde Staten was het einde van de wereld, de mestvaalt waar gelukszoekers wel halt moesten houden. Het is het anti-Californië, diepe provincie met een vrijbuitersmentaliteit en het hoogste percentage seriemoordenaars. Men hield er altijd al van snoeiharde gitaarmuziek, net als in de Achterhoek.

De documentaire begint in de vroege jaren tachtig, toen de Californische rockgroepen ophielden in Seattle op te treden. Er ontstond een morsig, maar zeer levendig clubcircuit voor honderden als paddestoelen op deze humuslaag van bier en motorolie gedijende amateurbandjes. Pray laat in zijn film zien hoe er nu met nostalgie teruggekeken wordt op deze subcultuur. De interviews met vervaarlijke muzikanten dragen de sfeer goed over, evenals de ingewikkelde computerdiagrammen waarmee lokale rockhistorici trachten greep te krijgen op het verloop van de voortdurend van naam en samenstelling wisselende groepen.

De vitaliteit van deze scene begon net tot buiten de grenzen van de staat Washington door te dringen, toen Jonathan Poneman en Bruce Pavitt het platenlabel Sub Pop Records oprichtten. Ze hadden succes met groepen als Soundgarden, Mudhoney en Pearl Jam, maar vooral met de marketing van de naam van hun label, een soort garantie voor authentieke 'grunge'. Cobain kende niemand, want die kwam uit Aberdeen, zelfs voor de staat Washington een godvergeten negorij. Nirvana mocht in de studio van Sub Pop een demootje opnemen, en de rest is geschiedenis.

Binnen een zeer kort tijdsbestek haalde de grunge de voorpagina van alle lifestylebladen, en in New York poseerden mannequins voor een grunge-modelijn. Het rocktoerisme kwam op gang, tot ergernis van de autochtone garagebandjes en hun fans. Uit balorigheid bedacht een secretaresse die een telefoontje aannam van The New York Times een groot aantal grunge-termen, die als 'woordenlijst' prompt de krant haalden.

Zelfs wie geen enkele kennis van of affiniteit met rockmuziek kan de kwaliteiten van Hype! als sociaal document herkennen. Het grootste bezwaar gelden nog de uiterst slordige en vaak de kern missende Nederlandse ondertitels.

NRC Webpagina's
9 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)