M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
In tegenstelling tot 1992 Boulevardblad The Sun kiest voor Labour
Door onze correspondent
Volgens het blad is Blair, en niet premier Major, de ,,man met visie'' die het Verenigd Koninkrijk nodig heeft. De opstelling van het Boulevardblad is een grote tegenvaller voor de Britse premier, John Major. Bij de vorige verkiezingen, in 1992, voerde de krant nog fel campagne voor de Conservatieven die, net als nu, de campagne begonnen met een forse achterstand in de opiniepeilingen. Achteraf beweerde het blad dat het door felle campagne de Conservatieven aan de overwinning had geholpen. Nog geen drie uur nadat premier Major gistermiddag verkiezingen had aangekondigd, stond hij al in Luton op de zeepkist, symbool van zijn succesvolle campagne vijf jaar geleden. Net zoals in 1992 werd hij ook door vijandige demonstranten beschimpt en in de rede gevallen. Net als toen was hij ook door een kordon van journalisten en politieagenten in fluorescerende hemden van het publiek gescheiden. Maar Major herinnerde de natie met een brede glimlach aan het eindresultaat van vijf jaar geleden. De Conservatieven wonnen niet alleen de verkiezingen maar ook de zwaarbevochten zetel in het kiesdistrict Luton. Labour, de grootste Britse oppositiepartij, reageerde meesmuilend op de ,,standwerkersstunt,, van de Conservatieve leider in Luton. Partijleider Blair zei dat de Britse kiezers zich niet alleen de zeepkist herinneren van de vorige verkiezingen maar ook de beloften die Major later heeft gebroken. Hij bestreed niet dat de Conservatieven de laatste jaren een aantal successen hebben geboekt, met name op het gebied van de economie. Maar hij verklaarde dat Groot-Brittannië onder Nieuw Labour nog beter kan presteren. De Conservatieven omschreef hij als ,,tamelijk onbekwaam, tamelijk vermoeid en ze leiden het land tamelijk armzalig.'' Major verdedigde op de stoep van zijn ambtswoning in Downing Street de verworvenheden van achttien jaar Conservatieve regering. Hij zei dat er ,,een revolutie had plaatsgehad in keuzen, in mogelijkheden, in levensstandaard''. Volgens de premier is het ironisch dat de partijen die deze ontwikkelingen stelselmatig hebben proberen te blokkeren, net doen alsof ze het land tot grotere vooruitgang kunnen brengen. Als de mensen na achttien jaar Conservatieven behoefte aan verandering hebben, moeten ze bij ons zijn, verklaarde Major. ,,Wij hebben dit land veranderd. Ten goede. Wij staan voor verandering.'' De twee partijleiders hebben beiden in principe ingestemd met een verbaal duel op televisie, het eerste in de Britse geschiedenis. Maar premier Major heeft aan zijn optreden een aantal voorwaarden verbonden die het hoogst onzeker maken of het uiteindelijk ook werkelijk tot een televisieconfrontatie komt. De premier wil twee of meer debatten, zonder publiek, met professionele vragenstellers. Maar belangrijker is dat hij zich verzet tegen deelname aan de debatten van Paddy Ashdown, leider van de Liberaal Democraten. Zijn argument is dat op de dag na de verkiezingen niet Ashdown, maar Blair of hij premier zal zijn. De Liberaal Democraten hebben al laten weten dat ze zich desnoods met juridische middelen tegen een uitsluiting verzetten. De Britse wet dwingt televisiemaatschappijen in de aanloop naar de verkiezingen tot de grootst mogelijke onpartijdigheid. Dat Major zich in principe bereid heeft verklaard tot een televisiedebat, laat zien dat hij zich zes weken voor de verkiezingen in een achterstandspositie weet. Sinds 1964 hebben Britse oppositieleiders de premier van de dag telkens weer uitgedaagd voor een televisie-duel. Maar minister-presidenten deinsden er altijd voor terug om hun rivaal een uitgelezen platform te bieden en hem of haar met een debat tot staatsman-niveau te verheffen. Alleen in 1979 was het Labour-premier Callaghan die oppositieleider Thatcher uitnodigde voor een tv-debat. Zij weigerde omdat ze de grote voorsprong van de Conservatieven in de opiniepeilingen niet op het spel wilde zetten.
|
NRC Webpagina's
18 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |