O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
De minister van Milieu
Die aanduiding geeft het belang aan dat er aan het milieu wordt gehecht, maar maakt voor het overige de betrokken minister wel zo kwetsbaar. Milieubeheer is namelijk een onderwerp waarmee een minister maar weinig krediet blijkt te kunnen opbouwen. Dat ondervindt niet alleen de tegenwoordige minister van VROM, De Boer; ook haar voorgangers weten daarover mee te praten. De verklaring hiervoor is simpel: de 'minister van Milieu' kan het nooit goed doen. Aan de ene kant is er de zeer krachtige lobby van de divers samengestelde 'milieubeweging' waarvoor elke maatregel haast per definitie niet ver genoeg gaat. Aan de andere kant is er de permanente tegendruk van degenen die elke milieumaatregel beschouwen als een aantasting van hun handelingsvrijheid. Waar zeker in een periode van economische meewind andere ministers altijd wel iets hebben om uit te delen (hogere uitkeringen, lagere belastingen, kleinere klassen, meer geld voor cultuur, een nieuwe brug, enz.), ziet de minister van Milieu haar problemen alleen maar verergeren. Meer economische groei betekent immers een zwaardere belasting van het milieu. Terwijl de anderen feesten, mag deze minister de rommel opruimen.
POLITICI LEVEN bij de gratie van resultaat. Ook hier weer neemt de minister die is belast met de zorg voor het milieu een uitzonderingspositie in. Een lijst met 'gescoorde punten' kan moeilijk worden getoond. De horizon van de minister van Milieu ligt verder dan een reguliere kabinetsperiode en bestaat uit doelstellingen van het kaliber minder meer. Daarbij geldt nog als extra handicap dat het omringende buitenland in de meeste gevallen minder ver gaat. Anders gezegd: alles wat er in Nederland eventueel wordt bereikt op bijvoorbeeld het terrein van de uitstoot van gevaarlijke gassen wordt al weer tenietgedaan door de ontwikkelingen elders. Het betekent al met al dat het ministerschap van Milieu kan worden geschaard onder de categorie politieke 'hoofdpijnfuncties'. Minister De Boer heeft dit impliciet ook toegegeven toen zij het afgelopen weekeinde in een vraaggesprek voor het televisieprogramma Buitenhof melding maakte van het voortdurende gevecht dat zij met haar collega-ministers moet leveren. Zij had zaken achter de 'helsdeuren' moeten weghalen, zei ze. Het was een openhartige weergave van de stammenstrijd die er in een kabinet wordt gevoerd tussen de groeidenkers van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat en niet te vergeten de minister-president aan de ene kant en aan de andere kant de minister van Milieu die opkomt voor het andere belang. Het was verfrissend omdat hiermee ruiterlijk werd toegegeven dat de natuurlijke spanning die er bestaat tussen economische groei en milieubeheer ook in het kabinet voelbaar is. Als het paarse kabinet zich ergens door onderscheidt van andere kabinetten is het dat tegenstellingen niet meer worden weggemoffeld. Wat dat betreft heeft De Boer dan ook een echt paars geluid doen horen. Maar haar eerlijkheid hield niet op bij deze constatering. Zij presenteerde het afgelopen weekeinde ook haar programma voor de toekomst. Met een bijdrage in deze krant, waarin zij een pleidooi hield voor het hanteren van een 'min-vierfactor', gaf de minister een aanzet voor een discussie die bij het opstellen van de verkiezingsprogramma's zeker een rol zal spelen. De verontwaardigde reacties van enkele Kamerleden over deze wijze van opereren doet vreemd aan. Waarom zou een minister zich niet mogen uitlaten over de toekomst?
ANDERS WORDT HET als ook persoonlijke consequenties aan zo'n programma worden verbonden. Voor de televisie verklaarde de minister dat zij alleen in een nieuw kabinet wenst terug te keren als meer met haar rekening wordt gehouden dan nu het geval is. Daarmee verschafte de minister zichzelf een brevet van onvermogen. Want tot de verkiezingen zijn nog veertien maanden te gaan. Een ruime periode waarin diverse voor het milieu belangrijke besluiten zullen moeten worden genomen. Als De Boer vindt dat ze nu te weinig wordt gehoord, moet zij dat ook nu in het kabinet aan de orde stellen en niet zeggen dat ze zo'n behandeling in een volgende kabinetsperiode niet meer zal accepteren. D66-fractievoorzitter Wolffensperger had gelijk toen hij opmerkte dat de minister zich met haar klaagzang in feite demissionair had verklaard. De 'minister van Milieu' verkeert traditioneel in een eenzame positie. Onnodig heeft zij zichzelf nog eenzamer gemaakt.
|
NRC Webpagina's
13 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |