M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Het spel van verkennen
Het zijn overigens niet alleen de razendsnelle ontwikkelingen van het computer-tijdvak die zelfs de meest betrokkenen zo vaak op het verkeerde been hebben gezet. Voorspellingen over toekomstige ontwikkelingen in wetenschap en techniek zijn er bijna altijd vernaast geweest, ook als ze van grote geesten en echte deskundigen kwamen. Zo voorspelde professor Erasmus Wilson uit Oxford in 1850: 'Als de Parijse wereldtentoonstelling dicht gaat, zal ook het elektrisch licht uitgaan en wij zullen er nooit meer van horen'. Van Lord Kelvin, de beroemde Engelse fysicus, zijn drie voorspellingen bekend gebleven: 1) 'Vliegmachines die zwaarder zijn dan lucht zijn onmogelijk'; 2) 'De radio heeft geen toekomst' en 3) 'Röntgenstralen zijn bedrog'. Hij deed al deze uitspraken tussen 1895 en 1900. Ik ontleen deze gegevens aan een voordracht die J.H. Ausubel, een expert op het gebied van wetenschaps- en technologie-studies, enige jaren geleden gaf voor de Academia Europaea en die later ook is verschenen in European Review, het tijdschrift dat door deze academie wordt uitgegeven (Vol. 1, Nr. 3). Ausubel is als expert betrokken geweest bij verschillende commissies die de Amerikaanse overheid moesten adviseren over de ontwikkeling van wetenschap en techniek. Hij heeft zich hiervoor ook verdiept in de geschiedenis van dit soort adviescommissies, want het gaat hier niet om een nieuw verschijnsel. Zo vertelt hij over een commissie van topgeleerden en technici die in de jaren dertig door de Amerikaanse president was belast met het opstellen van een rapport over de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen die in de komende decennia voor de VS van belang zouden zijn. Zij maakten een zeer gedetailleerd overzicht, waarin een aantal belangrijke zaken werd behandeld, zoals bijvoorbeeld synthetische rubber en benzine. Maar zij misten ook heel wat onderwerpen: penicilline, kernenergie, radar, raketten, ruimtevaart, transistors, computers en ga zo maar door. Een fysicus constateerde achteraf: 'In fact, if you were to ask what were the exciting things that happened over the next several decades, they missed all of them, every one'. Misschien is dit een uitzonderlijk ongelukkige commissie geweest, maar er is geen reden om aan te nemen dat de leden ervan bijzonder dom of incompetent waren, want steeds opnieuw blijkt dat het een vrijwel onmogelijke opgave is op dit gebied correcte voorspellingen te doen. De commissie waar Ausubel voor werkt, is de Carnegie Commission on Science, Technology and Government, die een onderzoek doet naar de overheidsbemoeienissen met wetenschap en techniek. Deze commissie stelde vele rapporten samen over diverse aspecten van dit vraagstuk en over de stand van zaken op bepaalde wetenschapsgebieden. Zulke overzichten zijn nuttig. Zij geven een beeld van de bestaande situatie en het kan van belang zijn de verschillende wetenschapsgebieden in kaart te brengen en de sterke en zwakke plekken erin aan te wijzen. Dat gebeurt dan ook vaak en het is de laatste jaren ook in Nederland met veel enthousiasme gedaan. Wij hebben niet alleen een permanente stroom van interne evaluaties en landelijke visitaties gehad, maar ook een hele reeks verkenningscommissies. Het spel van verkennen wordt tegenwoordig niet meer beoefend door de jeugd, maar door de wetenschap. Alleen al bij de geesteswetenschappen waren er verkenningscommissies voor de theologie en de klassieken, de kunstgeschiedenis en de oosterse studies (althans de niet-westerse, want in de geesteswetenschappen kennen wij vijf windstreken: het noorden, het zuiden, het oosten, het westen en het niet-westen). Misschien waren er nog wel meer. Die commissies kwamen altijd tot dezelfde conclusie: over het algemeen gesproken gaat het goed, op sommige plaatsen gaat het heel goed, maar op andere kan het wel wat beter. Veel moet blijven, hier en daar kan wel wat weg, maar er moet vooral ook veel bij. Verder moet er geconcentreerd en gestimuleerd worden en moet er een paar miljoen gulden per jaar per vakgebied bijkomen. Al die commissies zeiden en deden dus ongeveer hetzelfde, maar de eerste en vermakelijkste was ongetwijfeld die voor de theologie, die onder leiding stond van een energieke Nederlander uit Arizona. Deze commissie telde en rekende, zonder van ophouden te willen weten, tot zij van elke theologische medewerker iedere publicatie en van iedere publicatie iedere bladzijde had geteld. Zij verwerkte deze gegevens in reeksen, tabellen, grafieken en statistieken, zodat de godgeleerde vruchtbaarheid per man en vrouw tot in decimalen achter de komma kon worden vastgesteld. Dat was prachtig werk, maar toch waren dit nog slechts verkenningen oude stijl. Er bestaat nu ook een nieuwe stijl van verkennen. Hierbij gaat het niet meer om inventarisatie en evaluatie, maar om niets meer of minder dan de toekomst. Zo hebben wij een 'Overlegcommissie Verkenningen voor Wetenschap en Technologie', die een aantal rapporten heeft uitgebracht met titels als Kompas en kijker, Koersen op kennis en, haar eindrapport, Een vitaal kennissysteem. Zulke titels stemmen niet vrolijk, want wat betekent 'Koersen op kennis' in vredesnaam en wat is een vitaal systeem? De beginregels van het eindrapport: 'Nederland heeft kennis nodig (...) Dat willen we zo houden', doen dat ook niet. Want wat 'willen we zo houden'? Dat kennis nodig blijft? Dat gebeurt vanzelf wel. Vooral als je niets doet. Maar de inhoud valt gelukkig mee. Het rapport bevat de samenvatting van een groot aantal verkenningsrapporten over diverse deelgebieden. Voor de techniek en natuurwetenschappen is dat namelijk uitputtend gebeurd. Voor de overige vakken lijkt de keuze nogal willekeurig. Er wordt een aantal aanbevelingen gedaan voor meer onderzoek op bepaalde gebieden. Die maken een heel zinnige indruk. De toon is nuchter en verstandig. Maar of hier inderdaad 'de onderzoeksagenda voor de komende tien tot vijftien jaar is te vinden', valt te betwijfelen. De ervaring leert immers hoe moeilijk het is zelfs maar voor een termijn van tien jaar te overzien waar de wetenschappelijke, technische en economische ontwikkelingen naartoe gaan.
|
NRC Webpagina's
13 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |