R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Een ramp, te groot voor Nederland
Door FRITS ABRAHAMS
Enig vertrouwen misschien nog nét, maar toch echt niet méér. Witteman noemde het team van de laatste uitzending - Beckers, Braks, Van Hoorn (met stropdas!), Wallage, d'Ancona, Weisglas en Lammers - 'het beste tot nu toe'. Een nogal verontrustend compli ment, want wat was het netto-re sultaat van een uur lang delibere ren in het nationale crisiscentrum? Een onbeschrijflijke chaos. Bij Enschede, vlak over de Duitse grens, was een kerncentrale de ont ploffing nabij, en omdat het crisis team geen duidelijk standpunt in nam over evacuatie, stortten alle Twentenaren zich als lemmingen in hun auto - om even later tot de conclusie te komen dat het verkeer muurvast zat. Toen was goede raad onbetaal baar. ,,Deze ramp was te groot voor Nederland'', meende be stuursdeskundige Uri Rosenthal. Iets onvriendelijker had hij kunnen zeggen: ,,Deze autoriteiten waren te klein voor deze ramp.'' Voor 'minister-president' Han Lammers gold dat in ieder geval. Een uur lang probeerde het crisis team hem te bewegen om in vre desnaam het publiek via de tv toe te spreken, maar Lammers reageerde als verlamd. ,,Ik wil het moment voorzichtig kiezen'', zei hij, terwijl de ziekenhuizen volstroomden met radio-actief besmette patiënten, de onheilswolk Nederland verder pe netreerde en de burgemeesters hun minister van binnenlandse zaken (Wallage) de huid begonnen vol te schelden. Een heerlijk pandemoni um. Toen Lammers dan eindelijk op de buis verscheen, zag hij eruit als of de eerste radio-actieve dampen hem al zelf hadden bereikt. ,,Het valt niet mee'', zei hij benard, maar de Tukkers waren toen allang hoestend en brakend op weg naar de kust. Wat verder opviel, was dat er al tijd ministers zijn die in zo'n situatie alleen maar aan hun deelbelang denken. ,,Het vee binnenhouden!'' riep Gerrit Braks, minister van landbouw, enkele malen vertwij feld, terwijl de vraag nog altijd le vensgroot boven tafel hing of de mensen wel of niet moesten worden binnengehouden. Waar onze autoriteiten in ieder geval meteen mee moeten begin nen, is een spoedcursus moderne talen. Frans Weisglas moest zich als minister van buitenlandse za ken telefonisch verstaan met zijn Duitse collega, en het eerste wat hij voorstelde was: ,,Wilt u in het En gels tegen mij praten?'' Even later kreeg Ria Beckers uit Duitsland te horen dat de melt-down nu com pleet was. ,,Ach m'n hemel!'' riep Ria, ,,das ist sehr schlimm, hier komt Weisglas, dat is onze minis ter van ...hoe heet dat...'' Iets anders: was het interessante televisie? De voorgaande keren had ik nogal wat moeite met de geloof waardigheid van de nagebootste crises, maar ik moet toegeven dat die van gisteren een hoge graad van authenticiteit bezat. Zó zou het in derdaad allemaal kunnen gebeu ren, temeer omdat zulke kernreac tors zich ook in werkelijkheid nabij onze grenzen bevinden. Je ziet het voor je: de onafwend baarheid, de radeloosheid van de autoriteiten, de totale paniek bij het publiek. En je vraagt je onver mijdelijk af: wat zou ik doen? (Als tv-criticus zou ik nota bene als eni ge op mijn post moeten blijven!) Maartje van Weegen deelde la ter in Nova mee dat veel kijkers in Twente tijdens en na de uitzending angstig de politie hadden gebeld. Ze hadden niet begrepen dat het al lemaal fake was geweest. Dat is minder dom dan het lijkt. De pro grammamakers hielden weliswaar voortdurend de woorden 'in scène gezet' in beeld, maar dat is een nogal dubbelzinnige uitdrukking. Het kan dan immers óók gaan om een reconstructie van een werkelijke gebeurtenis, die nagespeeld moest worden omdat er geen echte beel den voorhanden waren. Om de verwarring te vergroten, toonde het Journaal nog beelden van een écht ongeval in een Japan se kernafvalfabriek. Gelukkig leek het rampje te klein voor Japan.
T V V O O R A F : Serie 'Daglicht' krijgt niet echt kleur
DOOR HENK VAN GELDER
De eerste aflevering, die morgenavond wordt uitgezonden, is geschreven door Rob van Erkelens en handelt over een jeugdige praat jesmaker die in de nachtelijke stad door een misverstand wordt gear resteerd met een snufje cocaïne op zak en zich op het politiebureau een onderzoek moet laten welge vallen. Een gebeurtenisje van niks, zo te zien, waarvan de portee niet in beelden is verwerkt, maar in een lange en niet erg indrukwekkende monoloog aan het slot. Overigens weet Wiering, die alle verhalen zelf regisseerde, met die nachtelijke sfeer wel raad - dat hij daar een hang naar heeft, was al duidelijk in zijn bioscoopfilm Andy, bloed en blond haar uit 1979. De tweede episode, die volgende week wordt vertoond, is extremer en daarom bezienswaardiger: een door Heere Heeresma jr. geschre ven verhaaltje over een op straat gezette lefgozer, die zijn jonge broertje op sleeptouw neemt bij een ijzingwekkende wraakoefe ning op hun ouders. Van realisme is hier vrijwel geen sprake meer; ca meraman Erik Zuyderhoff maakte groteske shots in verschoten kleu ren, onder de lage luchten en in de verre vlaktes en verlaten straten van Flevoland. Deel drie, geschreven door Mir jam Vosmeer en Rob van Erkelens, is weer alledaagser, al krijgt het aanvankelijk als een voorlichtings filmpje ogende relaas over de ont regelende gevolgen van een pas ge boren (en voortdurend huilende) baby in een jong, modieus gezin netje een onverwachte draai. De resterende drie, naar scenario's van Hermine Landvreugd, Oscar van Woensel en Irma Bruggeman, heb ik nog niet gezien.
Goede daden bij daglicht, morgen, Ned.3, 21.30-22.00u.
|
NRC Webpagina's
12 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |