U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Het verschil tussen twee soorten 'nee'

Door FREDERIEK WEEDA
AMSTERDAM, 8 MAART. ,,Steeds meer families richten zich iedere dag tot Zuster Michaela. Daardoor heeft zij te weinig geld, ze is bang dat ze kinderen weg moet sturen. Dat zou een vreselijke ramp zijn. Maar om iedere maand voor duizend extra kinderen te zorgen, moet Zuster Michaela iedere maand 81.400 gulden opbrengen.''

Acht A4'tjes lezen de bellers van het Amsterdamse telemarketingbedrijf The Fundraising Company voor over de telefoon, namens de Wereld Dorpen voor Kinderen. Vanuit een call centre bellen ze donateurs thuis op, in opdracht van charitatieve organisaties. Het scenario, copyright The Fundraising Company, is hun handelsmerk: ,,Daarom'', zo vervolgt het scenario, ,,heeft Zuster Michaela ons gevraagd u te bellen. Ze is wanhopig. Daarom vragen we iedereen om ons te helpen als een Beschermengel van de Kinderen, onze trouwste donateurs.''

Eén keer en nooit meer, zegt de Stichting SOS-Kinderdorpen. Om donateurs die al vijf jaar geen geld meer overmaakten opnieuw te interesseren, nam de stichting The Fundraising Company in de arm. Met een ander script dan bovenstaande liet SOS-Kinderdorpen voor de tweede keer in haar dertigjarig bestaan in Nederland een commercieel bedrijf donateurs bellen en overtuigen dat ze weer een machtiging moesten invullen. The Fundraising Company zou zijn ,,buitengewoon succesvolle techniek'' toepassen, zo verzekerde het bedrijf.

De investering leverde weinig op, zegt R. Heerkens Thijssen, interim-directeur van SOS-Kinderdorpen Nederland. Sterker: voor het eerst in dertig jaar kreeg de organisatie klachten, van mensen die waren gebeld door The Fundraising Company. ,,Ze vonden die bellers nogal vasthoudend'', aldus Heerkens Thijssen. SOS-Kinderdorpen besloot nooit meer met The Fundraising Company in zee te gaan. ,,Behalve dat het de investering niet waard was, willen wij donateurs niet aanspreken op hun geweten. Ze hoeven nooit uit te leggen waarom ze niet kunnen of willen storten. Bovendien willen we geen extra zielig plaatje schetsen van de thuisloze kinderen die we steunen. Hun situatie is al erg genoeg.''

De medewerkers van The Fundraising Company worden uitbetaald naar score. Wie wekelijks gemiddeld zes gesprekken per uur afrondt, ontvangt vijftien gulden bruto per uur. Wie meer gesprekken voert, waarvan de helft een machtiging of gift oplevert, krijgt meer. ,,Dat werkt, daar worden bellers vanzelf fanatiek van'', zegt een voormalige medewerker, die anoniem wil blijven. Het bedrijf, dat in oktober 1995 is opgericht door de Amerikaan Edward Straub en de Nederlander Henk Smit, krijgt geen commissie over de binnengehaalde bedragen, maar verdient per opdracht.

De scripten van The Fundraising Company geven aan wat de beller moet zeggen als iemand 'nee' zegt, aarzelt of hij wil doneren, of geërgerd reageert. De voorgeschreven reactie als iemand aangeeft niet te willen storten: ,,Deze kinderen zijn onschuldige slachtoffers van armoede en ze hebben recht op een kans om hun leven te veranderen, vindt u ook niet?'' En als iemand voor de derde keer 'financiële bezwaren' oppert als reden om niets over te maken: ,,Dat begrijp ik mevrouw/meneer, geen probleem. Maar omdat dit zo'n noodsituatie is, zou Zuster Michaela dankbaar zijn voor elke hulp die gegeven wordt. Mag ik vragen, is er een bedrag waarmee u de kinderen zou willen helpen vanavond?''

De bellers mogen niet met buitenstaanders praten over The Fundraising Company. Deze krant belde in januari naar de directie met het verzoek om een vraaggesprek; dezelfde avond moesten alle medewerkers een geheimhoudingsverklaring tekenen. Wie die verklaring schond, zou vervolgens vijfduizend gulden per dag moeten betalen. Deze geheimhoudingsplicht bestaat volgens The Fundraising Company al langer en is bedoeld om de privégegevens van donateurs te beschermen. Enkele medewerkers tekenden niet en zijn na één of twee dagen vertrokken, omdat ze de werkwijze ,,stuitend'' vonden. ,,Ik voelde me op twee manieren schuldig'', zegt een tweede, anonieme werknemer. ,,Enerzijds was ik verplicht te vertellen over 'arme', 'hongerige' kinderen, die 'slachtoffer waren van armoede en ellende'. Dat beschouwde ik als misbruik van hun leefsituatie. Anderzijds moest ik op het geweten inspreken van bejaarden of andere donateurs, zelfs als zij zeiden dat zij van een AOW leven.''

Volgens Smit, directeur van The Fundraising Company, zetten zijn bellers niemand onder druk. ,,Maar je hebt twee soorten 'nee'. 'Nee' kan ook 'nee' zijn tegen de hoogte van een bedrag. Dan hoef je het als beller nog niet op te geven.'' Zijn medewerkers leren goed het onderscheid maken tussen een gemeende 'nee' en een ongemeende 'nee', zegt hij.

Een organisatie die wel tevreden is over de belstrategie van The Fundraising Company is Wereld Dorpen voor Kinderen (WDK). De Amerikaanse voorzitter van WDK, William Vita, bestrijdt dat die fondswervingstechniek mensen onder druk zet. ,,Wij laten alleen mensen bellen die al donateur zijn en het geeft ons de mogelijkheid lijdende kinderen te helpen. Bovendien is mensen thuis bellen om een machtiging te vragen goedkoper dan almaar brieven sturen. Wij besteden minder dan 25 procent van ons geld aan fondsenwerving.''

WDK, waarvoor Zuster Michaela in Mexico werkt, beheert kindertehuizen en geeft scholing aan 19.000 kinderen in Mexico, de Filipijnen en Korea, zegt Vita. Volgens hem heeft WDK in zes jaar tijd zo'n 100.000 donateurs in Nederland geworven. Negatieve publicaties, zo zegt hij herhaaldelijk, zouden zijn steun aan duizenden arme kinderen in gevaar brengen. Hij is zelf onlangs in Mexico geweest om kinderen te werven voor WDK's programma's.

Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) in Amsterdam zegt dagelijks telefoontjes te krijgen van mensen die door de WDK zijn benaderd, met de vraag of die organisatie betrouwbaar is. Om dit soort twijfels te voorkomen, geeft het CBF sinds 1993 'steunwaardigheidsverklaringen' uit aan liefdadigheidsorganisaties. Eén voorwaarde voor dat certificaat is dat de organisatie hooguit 25 procent van haar uitgaven aan fondswerving besteedt. Daartoe houdt het CBF de boekhouding van zo'n organisatie tegen het licht. ,,De bedoeling is dat het gedoneerde geld terechtkomt bij het goede doel'', zegt Frans Verhaar van het CBF. Organisaties zijn niet bij wet verplicht een steunwaardigheidsverklaring, of welke erkenning dan ook, aan te vragen.

Het CBF heeft de WDK een paar keer aangeraden een steunwaardigheidsverklaring aan te vragen. ,,Dat heeft WDK nooit gedaan.'' Verhaar raadt mensen af geld aan hen over te maken, totdat zij zo'n verklaring hebben. ,,Ik wilde vandaag een aanvraag op de post doen voor het keurmerk dat het CBF tegenwoordig uitgeeft'', zegt Vita desgevraagd. Een dag later was er van WDK nog geen brief bij het CBF binnengekomen. Van een aanvraag voor het keurmerk, dat Vita twee dagen later per fax zegt te hebben verzonden, was bij het CBF gisteren ook niets bekend.

Normen voor hoe organisaties fondsen werven, hanteert het CBF ook: die mag 'intimiderend' noch 'misleidend' zijn. Verhaar erkent dat dit moeilijk toetstbare criteria zijn. Hij heeft niet van The Fundraising Company gehoord, ,,maar tot drie keer toe doorvragen als iemand financiële bezwaren heeft vind ik ver gaan'', zegt Verhaar. Ook J. Zeekant, voorzitter van het Nederlands Genootschap Fondsenwervers, komt dat vreemd voor. Hij benadrukt dat hij ,,vrijwilligers die mensen thuis bellen namens een organisatie zeer acceptabel vindt''. ,,Maar commerciële bellers, die mensen thuis onder druk zetten, niet.'' Volgens hem is het onethisch, want misleidend, als een beller zegt: ,,als u niets doneert, komen er kinderen in de problemen.''

NRC Webpagina's
8 MAART 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)