O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
In het gareel
Dat Bolkestein wat aan kabinet en coalitiegenoten had uit te leggen, was zonneklaar. Zijn artikel was zodanig van toonzetting dat verduidelijking wel op zijn plaats was. De reserves van de VVD-leider ten aanzien van een uitbreiding van de NAVO met Oosteuropese landen waren bekend. Wat dat betreft kan inconsistentie hem niet worden verweten. Begin 1993 stelde hij al dat er bij de uitbreiding van de NAVO een zekere mate van overeenstemming met Rusland over de gewenste veiligheidsstructuur van Europa zou moeten zijn. Ook het verkiezingsprogramma van de VVD uit 1994 noemde deze voorwaarde. Maar in zijn recente artikel ging Bolkestein een stap verder door te eindigen met de woorden: niet doen. Dat reduceert de ruimte om te onderhandelen tot nul. Op het moment dat een coalitiepartner een dergelijke uitspraak doet, komt de verantwoordelijkheidsvraag voor het kabinetsbeleid aan de orde. Bolkestein heeft zich in dit geval ten onrechte beroepen op het begrip dualisme. Hij heeft immers getekend voor het regeerakkoord waarin staat dat continuïteit voor de voorspelbaarheid van de Nederlandse inbreng in de NAVO van groot belang is. Bolkesteins stellingname over de NAVO had weinig van doen met de in het regeerakkoord beloofde continuïteit.
IN HET DEBAT van gisteren is de zaak terecht zowel van de zijde van de coalitiefracties als door het kabinet scherp gespeeld. De opstelling in de NAVO is een kernonderdeel van het Nederlandse buitenlands beleid en leent zich derhalve niet voor vrijblijvende intellectuele exercities van een van de regeringspartijen. Het ,,agreement to differ'' zoals Bolkestein het enkele weken geleden uitdrukte, is nu uitgerekend niet van toepassing op dit punt. De gewenste helderheid is in het debat verschaft. Het was weliswaar een oefening in tekstexegese, maar een politiek feit is dat premier Kok vannacht uiteindelijk de steun van de VVD kreeg om bij de gesprekken over de NAVO-uitbreiding op de ingeslagen weg voort te gaan. Het 'niet doen' was daarmee van tafel en ook het aanvankelijk door Bolkestein opgeëiste recht om op dit onderdeel van beleid van mening met het kabinet te verschillen.
WAT RESTEERT is de politieke balans. Wie hoog inzet, riskeert een diepe val. Bolkestein heeft diep moeten buigen. Zijn motie, al van te voren aangekondigd als instrument om het ferme standpunt vast te leggen, bleek ten slotte een tekstueel gedrocht om de onvermijdelijke draai te kunnen maken. Het is niet de eerste keer dat de VVD-leider in de Tweede Kamer een veel minder geharnast standpunt inneemt dan buiten de Kamer. Hij is het dan ook die de komende tijd weer veel heeft uit te leggen. De nederlagenstrategie vraagt om een nadere duiding. Ondertussen kan het kabinet inclusief VVD-minister Voorhoeve verder. De NAVO is geen tennisclub, schreef Bolkestein in zijn artikel. Sinds gisteren weet hij dat het parlement geen vrijblijvende debatingclub is.
|
NRC Webpagina's
5 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |