M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Telfort belooft prijzenslag met PTT Telecom
Door onze redacteur MICHIEL VAN NIEUWSTADT
,,We zullen met onze eerste aanbiedingen minimaal tien tot vijftien procent onder het tarief van PTT Telecom moeten gaan zitten'', zegt Telforts algemeen directeur, K. van der Meulen. ,,Na verloop van tijd kunnen we misschien ook mensen binnenhalen met de kwaliteit van onze dienstverlening.'' Zijn strijdbare woorden zijn geruststellend bedoeld. Van der Meulen lijkt vast van plan PTT Telecom het vuur aan de schenen te blijven leggen. Toch is Telfort nog maar een dag geleden eensgezind met de concurrenten PTT Telecom en Enertel (energie- en kabelbedrijven) naar buiten getreden. In een opmerkelijk voorstel aan minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat stellen deze drie landelijke vergunninghouders dat zij elkaar voor gebruik van netwerken exclusieve tarieven in rekening willen gaan brengen. Deze zogeheten interconnectietarieven zullen lager zijn dan de prijzen die zij berekenen aan dienstenaanbieders zonder eigen netwerk. Het voorrecht bedingen zij in ruil voor de hen opgelegde verplichting tot investeren in een landelijk netwerk. ,,De voortdurende vernieuwing van de infrastructuur vereist hoge investeringen met langjarige financiële risico's'', schrijven de drie in een gezamenlijke brief. ,,Deze kunnen uitsluitend verricht worden wanneer hier inkomsten tegenover staan.'' Het voorstel is uiterst kritisch ontvangen. ,,Wij hebben intussen in een brief aan de minister duidelijk gemaakt dat dit in het geheel niet is wat wij willen'', aldus directeur A. de Liefde van de vereniging van grote zakelijke afnemers van telecommunicatie (BTG). ,,Wij hadden gehoopt op een bloeidende bedrijfstak. Nu dreigt een deling tussen eerste- en tweedeklas concurrenten. Als er een categorie broodbakkers is die tegen een vast bedrag meel kan kopen en een andere categorie die twee keer zoveel moet betalen, komt dat de concurrentie ook niet ten goede.'' Aanbieders zonder eigen netwerk, zoals Global One (alliantie van Sprint, Deutsche Telekom en France Télécom) spreken woedend van kartelvorming. Telfort-topman Van der Meulen wil daar niet van weten. ,,Als er iemand consequent vecht voor de laagste prijzen dan zijn wij het wel'', zegt hij. Het lopende conflict met PTT Telecom over de hoogte van de onderlinge tarieven illustreert dat. Vanaf 1 juli moet de concurrentie op de Nederlandse telecom-markt - volgens Van der Meulen zo'n 16 miljard groot - volledig zijn. Telfort en Enertel streven allebei naar een marktaandeel van tien tot vijftien procent. Van der Meulen en directielid J. Kooij van PTT Telecom vrezen dat felle concurrentie van aanbieders zonder eigen infrastructuur schadelijk kan zijn. Zij schetsen een somber scenario als concurrenten die niet gehouden zijn aan investeringen voor de lange termijn onbelemmerd toegang krijgen tot de Nederlandse markt. Dat wordt nog erger, vrezen zij, als minister Jorritsma zonder aanvullende voorwaarden de viercijferige nummercode doorvoert waarmee consumenten per 1 juli alternatieve aanbieders kunnen kiezen. ,,Stelt u zich eens voor'', zegt Kooij. ,,Straks kan een beller met die code eenvoudig kiezen voor France Télécom. Het telefoonverkeer spuit dan langs Telfort, Enertel en PTT Telecom Nederland uit. Lngs de aanbieders van diensten dus die hebben geïnvesteerd in een eigen netwerk.'' Van der Meulen sluit zich bij die visie aan: ,,Elke aanbieder zonder netwerk zou verkeer kunnen wegsluizen zonder een cent te investeren'', zegt hij. BTG-directeur De Liefde deelt de vrees voor ongelimiteerde concurrentie niet. ,,Een aanbieder van uitsluitend diensten zal toch altijd gebruik moeten maken van een aanbieder van infrastructuur'', zegt hij. ,,Die mogen volgens Europese regelgeving bovendien hun kosten verhalen en daarop bovendien een redelijk rendement behalen. Ik zie het probleem niet.'' Kooij en Van der Meulen pleiten bij de minister voor een tweecijferige code. ,,Daarmee kun je negen partijen toelaten'', zegt Van der Meulen. ,,Dat is al erg veel.'' PTT Telecom heeft Jorritsma inmiddels laten weten dat volledige invoering van een viercijferige code per 1 juli niet haalbaar is. Met de invoering van volledige concurrentie deze zomer is Nederland veel andere landen binnen de Europese Unie een stap voor. De meeste lidstaten openen hun markt met ingang van 1 januari 1998. Een aantal andere landen, zoals Spanje en Portugal, wacht nog langer. Een eventueel onderscheid in interconnectietarieven voor telecom-aanbieders met en zonder netwerk zou echter uniek zijn in de wereld. Zo is in de verregaand geliberaliseerde Britse en Amerikaanse markten niet gekozen voor deze oplossing. ,,De Amerikaanse markt is echter volstrekt onvergelijkbaar met die in Europese landen'', zegt Kooij. Ook de Britse oplossing verdient zijns inziens geen navolging. ,,In Groot-Brittannië handhaaft British Telecom ondanks tien jaar concurrentie een marktaandeel van 90 procent.'' Van der Meulen sluit zich opnieuw bij hem aan: ,,De Britse markt is echt geen lichtend voorbeeld'', zegt hij. ,,Er zijn ten minste 150 aanbieders, maar een volwaardige concurrerende infrastructuur naast die van British Telecom is op landelijk niveau nooit tot stand gekomen. Een alternatieve infrastructuur bestaat alleen in stedelijke gebieden.'' Overigens ziet Van der Meulen de sterke onafhankelijke Britse toezichthouder Oftel wèl als een goed voorbeeld voor Nederland. Telfort-aandeelhouder British Telecom werd bij de liberalisering van de Britse thuismarkt keer op keer aangepakt om machtsmisbruik tegen te gaan. Van der Meulen gebruikt een harde beeldspraak om het belang van zo'n onafhankelijke toezichthouder te illustreren bij een vermindering van het marktaandeel van een monopolist. ,,Niemand gaat zijn eigen vingers afhakken'', zegt hij. ,,Daarvoor heb je een beul nodig.''
|
NRC Webpagina's
5 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |