U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Films op tv

Radio

O O G   I N   O O G :
De ijverigste interviewer ter wereld

Door FRITS ABRAHAMS
Een regelmatig terugkerende teleurstelling waarin een mens leert te berusten, is het Ivo Niehe-Interview.

Triomfantelijk en blakend van trots pleegt de TROS de bezoeken aan te kondigen, die Niehe aflegt bij de groten der aarde. En inderdaad, niets lijkt een interessante ontmoeting in de weg te staan. De beroemdheden stellen zich bereidwillig beschikbaar, ze ontvangen de TROS-interviewer in hun privé-paleizen of in luxe hotels waar ze geïmponeerd luisteren naar diens formidabele talenkennis. Niehe spreekt de moderne talen briljant, kan zich goed redden in de Slavische en Indiaanse dialecten en heeft zich inmiddels gestort op het Groene Boekje in het Afghaans.

Tot zover geen problemen. Maar er moet ook nog geïnterviewd worden. Hoe doe je dat? Niehe lijkt, al zijn jarenlange tv-ervaring ten spijt, nog steeds geen idéé te hebben. Aan zijn voorbereiding mankeert het niet, integendeel. Niemand is ijveriger dan Ivo Niehe. Hij verwerkt alle interviews die iemand ooit heeft gegeven, en propt ze in zijn virtuoze brein - het vak naast het Swahili en het IJslands. Eenmaal tegenover de beroemde sterveling gezeten, borrelen alle feiten en details op afroep omhoog. De beroemdheid hoeft eigenlijk niets meer te zeggen. Niehe weet alles al. Kreeg u niet op 5-jarige leeftijd kinderverlamming? Uw tweede vrouw begon toch aan depressies te lijden, terwijl u bezig was uw meesterwerk De lange weg naar Vuurland te voltooien? En kwam uw dochtertje niet net in die periode onder een Londense dubbeldekker, toen ze op weg was naar de dierentuin waar ze haar favoriete Angolese ezeltjes wilde aaien?

De geïnterviewde geeft het op. Eindelijk heeft hij iemand ontmoet die meer weet over zijn leven dan hijzelf. Het heeft bijna iets beangstigends. Wie is deze brave, beleefde, altijd iets te gretig lachende man, hoor je ze denken. Een CIA-spion die hen al een heel leven in de gaten houdt? Een listig vermomd, van Mars afkomstig wezen? Of gewoon iemand die met de helm is geboren?

Het zweet breekt hun uit. Zij klappen dicht. Zij begrijpen dat zij niets meer hoeven te zeggen. Alles wordt al gezegd. Door het bizarre fenomeen tegenover hen. Zij hoeven zijn verhalen en anekdotes over hún leven alleen nog maar beleefdheidshalve te bevestigen en aan te vullen. Een gesprek is uit den boze: daarvoor is deze aardige man helemaal niet gekomen. Waarvoor dan wel? God mag het weten. Misschien wilde hij alleen even in hun nabijheid gezien worden, misschien dacht hij dat een interview niet meer is dan een loos ritueel, dat dient om het monster van de beroemdheid op gezette tijden bij te voederen.

Het is donderdag 27 februari 1997. Ivo Niehe interviewt een uur lang John Cleese. Een uur? Welnee, zó wordt het aangekondigd, maar je moet bij Niehe altijd drie-kwart van de beloofde tijd aftrekken. Eerst gaat hij met andere mensen over zijn gast praten, ditmaal met de bekende Cleese-kenners Robert ten Brink en John de Mol. Tussen de bedrijven door zegt hij enkele malen dat je zo'n kans maar één keer in je leven krijgt. Een interview met John Cleese! Lieve help! Die man heeft niet voor niets dezelfde initialen als Jezus Christus. Glimmend van onderdanigheid wandelt Niehe door het Amstel-hotel waar de Grote Ontmoeting zal plaatsvinden. Hij was op een aardig ideetje gekomen, vond hijzelf. Hij zou er publiek bij vragen, dan kwam de gereserveerde Engelsman in J.C. misschien beter los.

Maar eerst nog even een filmpje. En nóg een filmpje. En wederom een filmpje. En ook als het gesprek eenmaal loopt: filmpjes, filmpjes, filmpjes. Cleese hoeft zijn mond nauwelijks meer open te doen. Het gesprek is afgelopen nog voor het begonnen is. Alles wat we al wisten over J.C., zijn we opnieuw te weten gekomen. Het is tijd om te gaan: naar de nieuwe speelfilm van J.C.

Meneer Cleese, wat vindt u van Nederland?

Beautiful country, mister Niehe.

T V   V O O R A F :


'Creality-tv' over zoeken naar werk

Door MARKUS MEULMEESTER
Hoe maak je een zo waarheidsgetrouw mogelijke reportageserie over het zoeken naar werk? Als dat ook nog binnen drie maanden en een acceptabel budget moet gebeuren, laat je voor het gemak van de makers zeven werkzoekenden in een groot pand wonen en val je op ieder willekeurig moment met een cameraploeg binnen. Eigenlijk reality-tv, maar producent Erik Latour praat liever over creality-tv. Die c staat dan voor creativiteit.

Op advertenties in Rotterdamse kranten kreeg hij 85 reacties waaruit zeven werklozen werden geselecteerd. De keuze viel op een 35-jarige Surinaamse, een acupuncturiste die een eigen praktijk wilde beginnen, een edelsmid van 37 met één hand, een 33-jarige politieke vluchteling uit Iran, een 23-jarige muzikant, een 30-jarige industrieel ontwerpster en de 55-jarige Toon die van alles aan wil pakken.

Wildvreemden die elkaar drie maanden lang een ,,steun in de rug'' zouden geven. Het wel en wee van deze groep wordt de komende acht weken door de RVU in een coproduktie met de NPS uitgezonden. In deze serie met soapachtige trekjes krijgen we in grappige dialogen en emotionele momenten een beeld van hun pogingen een vaste baan te krijgen.

In de eerste aflevering vertellen de zeven 'hoofdrolspelers' onder meer waarom ze aan het programma meedoen. De Surinaamse omdat ze geen oproepwerk meer wil en alleen toch nooit een vaste baan vindt. Ferm zegt ze: ,,Als het niet lukt ligt het aan de bedrijven en niet aan mij.''

De door gokverslaving failliet geraakte ondernemer Toon wil gewoon ,,een joppie''. Wij zien hem stranden in zijn poging barman te worden. Joan, de Surinaamse, met een MBO-diploma als inrichtingswerker op zak, ontpopt zich als een vrouw met karakter en een scherp gevoel voor humor. Als de andere bewoners haar te veel irriteren verlaat ze het 'werkhotel' om gewoon naar haar zoontje te gaan.

Wat de programmamakers enigszins tegenviel was de medewerking van de bedrijven waar de werkzoekers hadden gesolliciteerd. Ze mochten bij vrijwel geen enkel bedrijf het sollicitatiegesprek filmen in verband met 'de privacy'. Vier van de zeven vonden binnen de drie maanden dat ze in het 'hotel' zaten werk. Niet slecht als men ervan uitgaat dat voor het zoeken van een baan gemiddeld een jaar staat. Kortom, werkzoekenden kennen ook hun goede en slechte tijden.

Het Werkhotel, morgen 1 maart en zeven daaropvolgende zaterdagen. RVU/NPS, Ned.3, 17.27-18.00u.

NRC Webpagina's
28 FEBRUARI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)