U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Klonen en proefmensen


EEN KLOON VAN Hitler had niet hoeven uit te groeien tot een nazi die de wereld wilde veroveren. En een heel leger klonen moet toch twaalf jaar oud zijn voor de soldaatjes groot genoeg zijn om een geweer vast te houden. Een dictator beschikt over snellere middelen om medestanders te krijgen. Hersenspoelen en groepsprocessen zijn bij de mens voldoende om in kortere tijd een krijgsmacht op de been te krijgen die bevelen gehoorzaam opvolgt.

Science-fictionschrijvers en griezelfilmmakers hebben ons een gruwelijke toekomst temidden van klonen voorgespiegeld, maar hun voorstellingen hebben een laag realiteitsgehalte, niet alleen omdat het onmogelijk was om mensen te klonen. Dat laatste is nu werkelijkheid geworden. De techniek waarmee eerder dit jaar een kloon van een volwassen schaap is gemaakt, is ook geschikt om een mens te klonen, zei de Britse onderzoeker dr. Ian Wilmut, de 'maker' van schaap Dolly, eerder deze week op een persconferentie. Maar hij zag geen reden om het te doen. Toch wil zes procent van de Amerikanen zich wel laten klonen, zo bleek uit een peiling nadat het nieuws over het gekloonde schaap Dolly bekend was geworden.

In Nederland wordt het klonen van mensen verboden. Er is een wetsvoorstel Handelingen met Geslachtscellen en Embryo's in voorbereiding dat een al door het vorige kabinet ingenomen standpunt vastlegt. Tot de wet is aangenomen hebben embryologen en overheid afgesproken vrijwillig van het klonen van mensen af te zien. Er staat in Nederland niemand te popelen om mensen te klonen, maar is een wettelijk verbod niet te definitief voor een gebied dat zo sterk in ontwikkeling is en waar ook nog medische toepassingen in het verschiet liggen?

ETHICI VOEREN de waardigheid en de uniciteit van de mens aan om het afzien van het klonen van mensen te onderbouwen. Menselijke waardigheid is echter een diffuus begrip dat te pas en onpas kan worden gebruikt. Het is ook een intuïtief begrip dat moeilijk operationeel is te maken. Drugsgebruik, dakloosheid, alcoholverslaving, prostitutie, voetbalvandalisme en te hard rijden kunnen ook makkelijk in strijd met de menselijke waardigheid worden verklaard. De uniciteit van de mens is een hanteerbaarder begrip. Erkenning van uniciteit betekent respect voor de individuele persoonlijkheid. Maar een individu wordt gevormd door nature en nurture, door wat ieder als genetische informatie van zijn ouders heeft meegekregen en door de opvoeding die daarop volgde. Een kloon is maar half uniek. Het is alleen een genetisch identieke kopie van zijn 'donor' of 'ouder', maar eenzelfde opvoeding is nooit te realiseren.

Wie uniciteit van de mens aanvoert als bezwaar tegen klonen loopt het risico te worden beschuldigd van genetisch determinisme, van het geloof dat de hele ontwikkeling van een individu door de genen wordt bepaald. Binnen het nature-nurturedebat nemen de deterministen een extreem standpunt in. Het verwerpen van klonen van mensen op grond van uniciteit van de mens is daarom discutabel. Wijzen op de uniciteit en de waardigheid van de mens lijkt niet voldoende om een verbod op klonen te rechtvaardigen.

DOORSLAGGEVEND argument tegen klonen mag zijn dat het niet in het belang van een kloon is om kloon te zijn. Een kloon is ouderloos. Er zal bovendien sterk op zijn ontwikkeling worden gelet. Lijkt hij al op zijn donor? Het belang van het kind, geboren door een kunstmatige voortplantingstechniek, wordt tegenwoordig steeds zwaarder gewogen. Ook tegen het kunstmatige moederschap op hoge leeftijd, in Nederland voorlopig beperkt tot 40 jaar, wordt als belangrijkste bezwaar aangevoerd dat een puber weinig heeft aan een moeder van 70.

Maar is dit argument voldoende voor een wettelijk verbod? En wat moet de sanctie zijn op een overtreding? Is de kloon, de maker of de donor strafbaar? Een wettelijk verbod zet het denken en de wetenschap in ieder geval niet stil. Waarom wordt niet gekozen voor een wettelijke regeling in plaats van een verbod? Waarom mogen geen uitzonderingen worden gemaakt?

Er zijn medische redenen denkbaar om te klonen. Een mogelijk voorbeeld is het verwekken van een kind als beenmergdonor voor een oudere broer of zus die aan leukemie lijdt. Een beenmergtransplantatie kan de enige redding zijn voor een kind met leukemie waarbij chemotherapie geen blijvende genezing biedt. Een beenmergdonor moet dezelfde kenmerken als de ontvanger hebben om de transplantatie te laten slagen. Er zijn kinderen verwekt om een potentiële donor op de wereld te zetten. In de Verenigde Staten is het geval bekend van een moeder van een leukemiepatiëntje die zwanger werd om een donor te krijgen. Na een vruchtwaterpunctie bleek de foetus niet de goede eigenschappen te hebben om donor te zijn, waarna de foetus werd geaborteerd en een volgende poging werd gewaagd. Een kloon biedt uitkomst uit deze lijdensweg, als tenminste duidelijk is dat de leukemie niet door een genetische afwijking is veroorzaakt.

Voorstelbaar is ook het echtpaar dat na veel vergeefse pogingen via in vitro fertilisatie één kind kreeg dat op vierjarige leeftijd slachtoffer wordt van een verkeersongeluk en op sterven ligt. De vraag naar een kloon is dan snel gesteld. Een sluitende redenering die tot een weigering leidt is moeilijk te bedenken. Het zijn altijd de uitzonderingsgevallen die een nieuwe weg banen, ook in de medische toepassingen.

DAT NEEMT NIET weg dat er grote problemen zullen rijzen rondom de eerste menselijke klonen. Het schaap Dolly oogt gezond, maar over het beest is niet bekend of zijn leeftijd beperkt wordt door het feit dat hij voortkomt uit een lichaamscel die al zes jaar oud was. Hoe uitgebreid de dierproeven ook zullen zijn, bij de eerste mens zal altijd onbekend blijven of menselijke klonen gangbare sociale en intellectuele eigenschappen zullen hebben. Mocht het tot menselijke klonen komen dan zullen de eersten gedurende hun leven toch 'proefmensen' zijn. Daarin verschillen ze overigens slechts gradueel van de eerste generatie reageerbuisbaby's waarvan nu bijvoorbeeld met spanning wordt afgewacht hoeveel ervan zonder technische hulp kinderen kunnen krijgen.

Een wettelijke regeling zou grote terughoudendheid moeten opleggen, maar nu de kloonkennis eenmaal bestaat zou niet dan na een diepgaande discussie tot een verbod moeten worden besloten.

NRC Webpagina's
28 FEBRUARI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)