S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s Schaatsen |
Verduin geeft gewoon even gas in Ankeveen
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
Volkomen hopeloos leek de soloactie van de kleine Bert Verduin (1,72 meter) en met zijn twee meter de langste man onder de marathonschaatsers. Met nog zeventig kilometer voor de boeg kon Jan Eise Kromkamp hun hoge tempo over de besneeuwde Ankeveense Plassen niet meer bijhouden, waardoor de twee bloemenkwekers alleen aan kop gingen. Tot ieders verrassing reden nummer 22 uit Heemskerk (Verduin) en nummer 6 uit Leiderdorp (Borst) door verdeeldheid bij de achtervolgers met z'n tweeën de lange weg naar de eindstreep. Verduin, die tot een halve ronde voor het einde al het kopwerk deed, zag zijn tomeloze werklust met het kampioenschap beloond. Doordat Henk Angenent uit Woubrugge als derde eindigde, stonden er gisteren in Ankeveen louter Hollanders op het podium. De eerste noorderling in de eindklassering was Lammert Huitema uit Roden, op de vijfde plaats. Met name Erik Hulzebosch, die zondag in Giethoorn de eerste klassieker op natuurijs won, stelde teleur. Vlak voor het titelgevecht temperde hij de verwachtingen. ,,Ik heb de hele nacht niet geslapen, ze maken me de kop gek.'' De combinatie van de elfstedenkoorts en de eerste plaats in Giethoorn drukte Hulzebosch een beetje prematuur in de rol van favoriet voor de zege in de vijftiende Elfstedentocht. Rap laverend tussen rietkragen brak Borst al vroeg de wedstrijd open. Hij ging ervan uit dat een van zijn ploeggenoten, Lammert Huitema of titelverdediger Yep Kramer, zich weer in de kopgroep zou nestelen om het karwei af te maken. Al snel voegden Verduin en Kromkamp zich bij Borst, maar van Huitema en Kramer werd nooit meer iets vernomen. De vijf achtervolgers - Angenent, Huitema, Pieterse, Ruitenberg en Stam - hadden geen gezamenlijk belang om de koplopers terug te halen. Dus bleef het verschil schommelen tussen de anderhalve en tweeënhalve minuut en werd niet één keer een serieuze aanval gelanceerd op Borst, Verduin en Kromkamp. De laatste moest zich al snel gewonnen geven. Het tempo van de bloemenkwekers lag te hoog voor de Friese rechercheur. ,,Mijn wereld stortte in'', zei Angenent achteraf over het moment waarop hij zijn teruggevallen ploeggenoot Kromkamp in het vizier kreeg. Omdat Kromkamp in de kopgroep zat, had Angenent er geen belang bij de jacht op de koplopers te openen. Huitema en Pieterse, ploeggenoten van respectievelijk Borst en Verduin, hadden evenmin belang bij een hoog tempo. Met de terugval van Kromkamp waren de rollen voor Angenent omgedraaid en schaarde hij zich in het kamp van René Ruitenberg en Arnold Stam, die wel naar voren wilden. Angenent: ,,René zat heel slecht, Arnold was heel sterk en ik zat er tussenin. We wisten al snel dat het verloren was.'' Angenent koesterde nog stilletjes de hoop dat Verduin zijn leidende rol door een val of vermoeidheid zou moeten opgeven, maar die hoop bleek ijdel. Verduin en Borst konden moeiteloos hun riante voorsprong behouden. Aan kop speelde zich hetzelfde tafereel af als 's ochtends bij de vrouwen. Daar had Jenita Smit zich de laatste ronden uit de wind laten houden door Klasina Seinstra. Smit nam de kop pas op het laatste rechte stuk over en sprintte naar de titel. Ook Borst schaatste voortdurend achter Verduin aan. ,,Na vijf rondjes kwam ik erachter dat ik mezelf aan het slopen was. Of ik nou voor of achter reed, door m'n lengte maakte dat niet uit'', zei Borst na afloop. Dus ging hij achteraan rijden. Tevergeefs verwachtte Borst dat Verduin de moed zou opgeven toen hij liet weten geen kopwerk meer te doen. Het kon Verduin niet deren. Hij hield het tempo met verbazingwekkend gemak hoog, de achtervolgers deden allang geen pogingen meer om dichterbij te komen. Een paar honderd meter voor de eindstreep kreeg Borst er een tegenstander bij: kramp. Hij maakte een paar misslagen en Verduin kon zonder tegenstand naar de finish sprinten. 's Ochtends, op de rollenbank en bij het inlopen met zijn ploegmaten, had Verduin zich al beresterk gevoeld. Het is Verduin-ijs, hadden ze voor de wedstrijd tegen hem gezegd; een beetje zacht, met veel scheuren en vol oneffenheden. Die omstandigheden waren in het voordeel van ,,het lichte mannetje'', zoals ploegleider Richard van Kempen hem typeert. De voormalige marathonschaatser was zeer te spreken over de winnaar, die hij nooit hoeft aan te sporen. ,,Je moet hem eerder afremmen dan motiveren'', aldus Van Kempen. ,,Als ze dichterbij kwamen'', vertelt Verduin over het achtervolgende groepje, ,,dan gaf ik weer even gas. Tot mijn eigen verbazing kon ik blijven doorgaan. Vandaag kon ik alles.''
|
NRC Webpagina's
31 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |