R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
T V V O O R A F :
Reünie van goeroe Peter Brook en zijn jongens
Door HANS BEEREKAMP
De klassieke roman leidde twee keer tot een gelijknamige verfilming. De meest recente, uit 1990, was een niet zo interessante Hollywoodproduktie onder regie van Kevin Hook, waarin professionele kinderacteurs de tot Amerikaanse cadetten herschreven personages vertolkten. Meer bekendheid - en controverse - werd teweeggebracht door de zwart-witfilm uit 1963 onder regie van de legendarische Britse theatergoeroe Peter Brook (1925). In de zomer van 1961 verzamelde Brook op een eilandje bij Porto Rico een groep voornamelijk Engelse jongens en stelde hen bloot aan vergelijkbare omstandigheden en groepsprocessen als in Goldings roman. Het resultaat was een bijna documentaire speelfilm, die weliswaar in grote lijnen de literaire plot volgt, maar nog meer aandacht heeft voor de interactie tussen spel en leven. In zijn werk en opvattingen over acteren is Brook beïnvloed door zulke tegengestelde theorieën als die van Brecht en Artaud, en zijn Lord of the Flies is eerder een experimentele toepassing van die theorieën over vervreemding en wreedheid, dan een helder vertelde speelfilm, zo meenden ook de critici aan het begin van de jaren zestig. Hoe de film precies past in de toneel- en filmopvattingen van Brook is een vraag die de BBC-documentaire Time Flies van Richard Dale niet eens probeert te beantwoorden. Wel verslaat de documentaire de reünie van Brook en enkele van zijn medewerkers op de filmlokatie met de belangrijkste acteurs, inmiddels forse veertigers. Er wordt gezinspeeld op een zeker schuldgevoel bij Brook over de blijvende invloed van het experiment op zijn proefkonijnen. Niet geheel ten onrechte, zo blijkt uit de lange conversaties tussen Brook en de voormalige kinderacteurs, die stuk voor stuk melden dat de film en de rol die ze speelden hun leven mede richting heeft gegeven. Slechts een van hen, James Aubrey die Ralph speelde, is beroepsacteur geworden, zonder groot succes overigens. Hugh Edwards (Piggy, de regelaar) superviseert nu de Russische vestiging van een Britse snoepfabriek. De zachtmoedige Simon (Tom Gaman) werd boswachter, en zegt dat de film hem voor het eerst leerde dat een teruggetrokken bestaan in de natuur hem het meest aansprak. En een van de plooibare tweelingen Surtees is sinds jaar en dag partijorganisator van de Tories. De anekdotische kant van zo'n hereniging na ruim dertig jaar is de sterkste kant van de documentaire. Het is immers altijd aardig om te zien wat er van mensen geworden is, alleen al in fysiek opzicht. Maar zonder hervertoning van de oorspronkelijke film leert de documentaire weinig over de betekenis van die feitjes. Evenmin wordt duidelijk of de jongens hun leven echt hebben ingericht naar de ervaringen tijdens de opnamen of dat Brook bij de casting hun ware aard eerder heeft ontdekt dan zijzelf; vermoedelijk is het allebei een beetje waar. Ontroerend is het relaas van een van de mannen, die bijna in tranen bekent dat Brook en zijn medewerkers de eerste volwassenen waren die überhaupt in hem geïnteresseerd bleken. Over zo'n leven zou je een documentaire willen zien, maar dat is Time Flies niet; er wordt iets aangestipt, Brook kijkt met de mengeling van wijsheid en superieure zorgelijkheid, die je van een goeroe verwachten mag, en dan is de volgende uitspraak alweer aan de beurt. Time Flies is zo'n typische, met enig poeha behepte BBC-kunstdocumentaire, waarin veel bekend verondersteld en weinig meegedeeld wordt. De onderwerpkeuze is uitstekend, de uitwerking verraadt snobisme en geestelijke luiheid. De film past, kortom, uitstekend in de formule van het VPRO-programma Laat op de avond na een korte wandeling. VPRO-Laat. Woensdag 1 januari, Ned.3, 22.13-23.04u.
|
NRC Webpagina's
31 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |