U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Films op tv

Radio

T V   A C H T E R A F :
'Ongewoon mens' draagt Wetenschapsquiz

DOOR MARCEL AAN DE BRUGH
,,...onnavolgbaar knap gepresenteerd door Wim T. Schippers'', zo kondigde de VPRO-stem gisteravondlaat de derde editie van de Nationale Wetenschapsquiz aan. En daarmee waren de twee belangrijkste ingrediënten genoemd. Eén: wetenschap, verpakt als twee teams (wetenschap en bedrijfsleven) en tweeëntwintig wetenschappelijke vragen over onder andere de houdbaarheid van cognac, vallende boterhammen met pindakaas, de maanstand tijdens zonsverduistering en de verzameldrang van de Australische prieelvogel. Twee: humor, verpakt als Schippers.

De kijker kreeg de twee ingredienten anderhalf uur lang voorgeschoteld. Dat is erg lang voor een quiz. Wellicht dat menigeen al voor het einde afhaakte, verzadigd en slaperig. Vandaar de gerechtvaardigde vraag of deze quiz zijn doel wel bereikt? Dat doel is het laten beklijven van het idee dat wetenschap niet stoffig, saai, vervelend en moeilijk is, maar dat er (eureka) lol aan te beleven valt.

Of dat gelukt is? De humor was in ieder geval rijkelijk aanwezig, en dat was natuurlijk te wijten aan de presentator. Het ligt nou eenmaal in de kolderieke aard van Schippers om de kandidaten, zijn secondanten, en het driekoppige koor voortdurend te onderbreken; om droogkomische opmerkingen te plaatsen; om zich bij het stellen en beantwoorden van de vragen continu achter het oor te krabben. Schippers is .... tja, hij gaf het antwoord zelf al. ,,Ik ben helemaal geen gewoon mens'', zei hij verontwaardigd toen een van de wetenschappers hem toesprak over ,,gewone mensen zoals u en ik''. Irritant of ergerlijk wordt hij trouwens niet. Waarschijnlijk vanwege dat onbeholpene en jongensachtige.

De vragen waren aardig, net als de kandidaten. Maar ze zijn inwisselbaar. En dat geldt nu juist niet voor de presentator. Daarom had de meest prangende vraag tijdens de quiz ook niks te maken met het ontkurken van een fles wijn, het gedrag van een zandheuvel of het gemiddeld aantal schoolgaande kinderen per gezin. De vraag was niet eens van wetenschappelijke aard. Het had betrekking op de presentator: wat deed dat idiote elastiekje om zijn pols?

T V   V O O R A F :


Beeld van de Nederlandse amusementsmuziek

DOOR HENK VAN GELDER
Nederland springt slordig om met zijn vedetten van weleer, zegt Armando in het onderhoudende programma Spring maar achterop van documentarist Jan Kelder, dat vanavond wordt uitgezonden als aflevering van de NPS-rubriek Het uur van de wolf. Neem nu Eddy Christiani en Frans Poptie - er had toch allang in het Concertgebouw in Amsterdam eens een concert rondom dit tweetal moeten worden georganiseerd?

Zelf zitten de zanger-gitarist en de violist, alletwee 78 inmiddels, aan een huiskamertafel. Christiani zingt het oude succes 's Avonds bij het licht der sterren en trommelt het ritme met zijn hand op het tafelblad. Poptie zingt zonder woorden de figuurtjes die hij daarbij altijd op zijn viool speelde. Zo was de rolverdeling, zegt Christiani later: wat hij aan adem te kort kwam, vulde Poptie op met zijn viool. En samen doen ze voor hoe ze zo'n eenvoudig Nederlands liedje syncopisch wisten te maken, zodat het ging swingen. Eddy Christiani zong vóór en achter de maat, terwijl Frans Poptie probeerde ,,een beetje om de melodie heen te fietsen''.

Het heeft iets gekunstelds om hun beider carrières te koppelen - de zanger die één van Nederlands eerste pop-idolen werd, maar ook een veelgevraagd swing-gitarist in de stijl van Django Reinhardt was, en de violist die hem weliswaar vaak begeleidde, maar daarnaast op eigen kracht uitgroeide tot een begenadigd jazz-muzikant. Kelder moet af en toe danig heen en weer springen om de twee oude idolen elk tot hun recht te laten komen, en het is onvermijdelijk dat het relaas over hun gezamenlijke activiteiten hun individuele werkzaamheden enigszins overschaduwt. Hoewel de heren al in 1942 voor het eerst samen voor de microfoon stonden, kunnen ze immers nauwelijks als een regulier duo worden beschouwd.

Toch rijst uit beider verhalen een aardig beeld op van de geschiedenis van de Nederlandse amusementsmuziek: de drukke café-praktijk uit de jaren dertig, de drukke radio-praktijk uit de jaren vijftig en de oorlog daartussen, die voor de loopbaan van muzikanten als Christiani en Poptie nauwelijks een breuk is geweest. Het werk ging gewoon door, al moesten ze in het laatste oorlogsjaar uitwijken naar België omdat de arbeidsomstandigheden in Nederland te benard werden. Kelder heeft hen niet naar een rechtvaardiging gevraagd voor hun oorlogsoptreden, maar ze krijgen bijval van Armando: ,,Die muziek was van ons, niet van de NSB'ers.'' Daarmee is genoeg gezegd over hetgeen zij hebben betekend. Dat concert moest er inderdaad maar eens komen.

Spring maar achterop. Maandag 30 december, Ned.3, 23.07-0.02u.

NRC Webpagina's
30 DECEMBER 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)