U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    E C O N O M I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  


Weinig aandacht voor kwaliteit vuurwerk

Door onze redacteur KAREL KNIP
ROTTERDAM, 30 DEC. De Nederlandse consument wordt over de chemische samenstelling van zijn vuurwerk in het ongewisse gelaten. De overheid stelt zich min of meer garant voor veiligheid en beperking van de overlast maar wenst zich niet met de kwaliteit ervan te bemoeien. Ook consumentenorganisaties maken zich liever druk over kip en tandpasta. Terwijl er toch, op zijn zachtst gezegd, aan ondeugdelijk vuurwerk geen gebrek is en de consument in de praktijk geen been heeft om op te staan als hij komt klagen over een vuurpijl die wel omhoog ging maar niet zo mooi uiteenspatte als hem was voorgespiegeld.

Wie maar vaak genoeg door vuurpijlen en zevenklappers voor gek is gezet wil weten waarom vuurwerk soms faalt en of het wenselijk is het voortaan dan maar zelf te maken. Je komt er niet gauw toe, maar au fond is het een koud kunstje om vuurwerk te demonteren. Uitzonderingen daargelaten stopt de Chinese vuurwerker zijn sas in kartonnen kokers die hij wikkelt van een heel zware papiersoort, waarvan hij alleen begin en einde verlijmt. Een stevige duimnagel is voldoende om het zaakje te ontrollen. Snijden of steken moet worden afgeraden, angsthazen leggen hun vuurwerk eerst een nachtje in het water. Het anatomisch onderzoek aan de 'Kanonslag Super II', een zwaar maar klassiek rotje dat wordt geïmporteerd door Schuurmans in Leeuwarden, onthulde een verrassend geringe hoeveelheid buskruit (1,1 gram) dat stevig zat opgesloten tussen twee proppen brosse, rode klei. De lont (totaal 9 centimeter) liep langs de voorste kleiprop dwars door het kruit naar de achterste prop. Kennelijk om het weglekken van kleikruimels te verhinderen is het rotje afgesloten met een aandoenlijk papiertje dat de producent bekendmaakt: Red Lantern, China. Aan de voorzijde (bij de lont) is het rotje krachtig en kennelijk machinaal dichtgeknepen ('gewurgd'). Zo te zien een betrouwbaar stukje vuurwerk.

Is zo'n rotje makkelijk zelf te maken? Zeker. Voor de proppen klei is ook gips of stopverf te gebruiken. Nog makkelijker (en veiliger): kurkjes vastlijmen in de papierwikkel. Het wurgen is niet nodig. Details over de bereiding van buskruit vindt men in de oude naslagwerken (zie eens de Britannica van 1910: vijf bladzijden receptuur). De al fijngewreven bestanddelen worden met wat water verder samengewreven tot een dik papje. Druk dat door een zeef en laat het verder drogen of rol het uit met een deegroller. Na droging fijnkruimelen tot gewenste korrelgrootte.

De technische bottle-neck is de betrouwbare lont. De kwaliteit van de professional is niet te evenaren, dat staat vast, maar men kan zich behelpen met rolletjes papier dat in een kaliumnitraatoplossing is gedrenkt. Stevige katoen draden die door een buskruitpapje (met wat lijm) zijn gehaald voldoen ook. De eigen klap voldoet hoe-dan-ook beter dan de gekochte klap.

Verder! De Rocket parachute (Horse Brand, Dongguan) is een bescheiden vuurpijl die een aardig lichteffect belooft. Ook hier is ontleding kinderspel. De stabiliserende lat kan worden losgetrokken. Na opening van de papierwikkel ziet men op een soort drietrapsraket. De eerste trap lijkt sterk op het beschreven rotje, zij het dat dit nu aan beide zijden een lont heeft (om de verbranding door te geven). In twee van de drie gevallen bleek het pijpje kruit te zijn gebroken, of dat de functie verhindert is onduidelijk. Als de lont aan de achterzijde ontsteekt komt ook de tweede trap, een los schepje zeer grofkorrelig buskruit, wel tot explosie. De kwade kansen beginnen vooral bij de derde trap: een soort brandbare Apollo-capsule onder aan een verfrommeld papieren parachuutje. De kans dat dit valscherm zich opent mag als nihil worden beschouwd. Dat het de valsnelheid van de capsule nauwelijks beïnvloedt staat nu al vast. Van oudsher regelde de Nederlandse overheid de vuurwerkmarkt in de Warenwet. Zonder veel ophef is het Vuurwerkbesluit uit die wet drie jaar geleden overgeheveld naar de Wet milieugevaarlijke stoffen, waar hij nog beter is verstopt dan voorheen tussen het nachkledingbesluit en het soepbesluit. Maar na wat bladeren in Schuurman & Jordens is, mèt het besluit, uiteindelijk ook de nieuwe 'Regeling nadere eisen aan vuurwerk' weer teruggevonden. Compleet met bijlagen die in detail beschrijven wat er technisch is toegestaan.

Veel is er zo te zien niet veranderd. Het voornaamste lijkt dat de overheid de gemeenten voortaan niet langer de vrijheid geeft zelf te bepalen wanneer er vuurwerk mag worden verkocht. Dat mag nu op niet meer dan drie dagen voor het uiteinde, de zondag niet meegerekend. Nu het Korps Controleurs is verdwenen berust het toezicht op transport bij de inspecteur-generaal van het Verkeer. Dat is het meest in het oog springende. De nota van toelichting onderstreept dat de overheid klappertjes niet als vuurwerk ziet en dat klappertjes dus ook aan personen jonger dan 14 jaar mogen worden verkocht. Voor het overige wordt vastgehouden aan het oude onderscheid tussen fop- en schertsvuurwerk (zoals flitswatten, knalbonbons en ijsfonteinen), dat ook aan veertienjarigen mag worden verkocht, en het serieuzere vuurwerk dat overigens niet met ernstvuurwerk verward mag worden. De leeftijdsgrens ligt er op 16 jaar.

Al te betuttelend is het Vuurwerkbesluit niet. Waar men op staat is dat de explosies, de knallen, uitsluitend van ontploffend buskruit komen. Per vuurwerkstuk mag daarvoor maximaal 2,5 gram worden ingezet. Maar voor aandrijving en licht- en geluidseffecten mogen ook andere 'sassen' worden gebruikt en de overheid laat de leveranciers daarin de vrije hand, al verbiedt zij het gebruik van witte fosfor en zouten van knalzuur. De vakliteratuur, zoals Ullmann's Encyclopedia of Industrial Chemistry, meldt dat vooral luchthuilers (gillende keukenmeiden) heel bijzondere, vaak gevaarlijke, sassen bevatten. Voor mooie lichteffecten zijn sowieso meer stoffen nodig dan die van het buskruit. Elementen als aluminium, strontium, barium en natrium.

De praktijk leert dat de Chinese vuurwerkers die het Nederlandse kleinvuurwerk leveren ook voor aandrijfsassen buskruit kiezen, al zal dat in detail wat afwijken van het kruit dat als knalsas dienst doet. (Met kleine aanpassingen van de basisverhouding 75 : 15 : 10 tussen kaliumnitraat, houtskool en zwavel is het poedermengsel voor verschillende functies te optimaliseren.) Het komt erop neer dat de bulk van het hedendaagse vuurwerk een brandbaar poeder bevat dat Europa al in de Middeleeuwen kende en dat al rond 1650 zijn optimale mengverhouding kreeg. Buskruit is goedkoop, niet giftig, stabiel en snel met water onwerkzaam te maken. De véél gevaarlijker produkten die na 1780 werden ontwikkeld (met chloraten, perchloraten, 'nitro'-verbindingen als nitrocellulose en nitroglycerine of aluminium) vindt men voornamelijk in klappertjes, sterretjes, trekbommetjes en derbyplaatjes.

NRC Webpagina's
30 DECEMBER 1996


THIRD
MILLENIUM
CHALLENGE


Het enige horloge waarmee u

seconden voorloopt.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)