S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s Ajax PSV Supporters PSV |
Ajax tast tevergeefs naar het ongrijpbare
Door onze redacteur GUUS VAN HOLLAND
Ajax-PSV was geen krachtmeting met een kerstgedachte. Het was een voetbalwedstrijd zoals we die kennen wanneer twee grote clubs elkaar de macht betwisten. Het was eenvoudigweg spannend en deed al het gekissebis omtrent zogenoemde supercompetities tussen de rijken van de voetbalwereld vergeten. Gelukkig is er nog puur voetbal om zich over op te winden. Al zullen Amsterdammers na de laatste maanden van Ajax-verval daar anders over denken. Het was in de windstille Arena aangenaam verkeren tussen mensen die zich opwinden over fraaie manoeuvres, gemiste kansen, zware overtredingen en dubieuze scheidsrechtersbeslissingen. Ver weg van de rekenaars in de ereloges die de markt en de beurs als hun favoriete arena beschouwen. Het was enerverend te ervaren hoe Ajax in de beginfase van de wedstrijd PSV in het nauw bracht. Zoals Ajax al zijn sores met blessures, schorsingen en mentaal ongemak probeerde te compenseren met werklust. Dat was boeiend. Maar deze opmerkelijke opening kreeg geen vervolg - en dat was geen verrassing. Even was er hoop in de Amsterdamse kringen. Maar zoals zo vaak het laatste half jaar werd die hoop snel teniet gedaan. Deels door onkunde, deels door gebrek aan talent, deels door gebrek aan vertrouwen, deels door een spelsysteem waarin alleen nog trainer Van Gaal gelooft. Zoveel chaos is niet alleen terug te voeren op blessures en schorsingen. Zoveel chaos is het antwoord op jaren van te strenge discipline, te ver doorgevoerde systemen en te hoge verwachtingen van het voetbalspel en van het menselijk vermogen. Ajax wint niets - een fortuinlijke uitschieter tegen Grasshopper in Zürich daargelaten. En het mag vrezen dat er voorlopig ook niet veel meer gewonnen zal worden. In het nationale bekertoernooi is Ajax al uitgeschakeld, voor het kampioenschap is Ajax volslagen kansloos. Zelfs het bereiken van de tweede plaats, die recht geeft op deelname aan de Champions League, is bijna onmogelijk geworden met vijftien punten achterstand op Feyenoord, de nummer twee van dit moment. Verstokte Ajacieden dromen verder en menen dat Ajax in de Champions League nog wel een succesje zal boeken. Tegen die tijd is mogelijk al bekend waar Van Gaal volgend jaar werkt en zal het vuur uit zijn. En toch praten de Ajax-leiders over een Superliga, of nog erger een Europese supercompetitie met Juventus, Real Madrid, Bayern München, Barcelona en zo verder. Alsof Ajax daarin per definitie thuishoort. En ze praten over het opleiden van eigen trainers, alsof dat het hoogste goed is. Naïever kan bijna niet. Ajax is een cultclub, met veel aanhangers, maar veel van die volgelingen zijn blindgangers en verdwijnen als het dit jaar niet goedkomt met Van Gaal en zijn jongens. Want zo opportunistisch is voetbalvolk. Ajax en PSV speelden een zogeheten topper. Maar het veld was geen topper waard. Er zijn dagen geweest dat Ajax en vooral Van Gaal hun neus ophaalden voor zo'n slecht veld en erbij de scheidsrechter op aandrongen de wedstrijd af te gelasten. Scheidsrechter Jol zal afgelasting nooit hebben overwogen. Maar dat de grasmat op sommige plaatsen onbespeelbaar was, zou hij moeten toegeven. Stellen we ons eens voor dat Ajax-PSV niet was doorgegaan omdat de scheidsrechter het veld te slecht vond. Dat zou weer een leuke rel in voetballand hebben veroorzaakt. Dat PSV de wedstrijd zou winnen, werd naarmate de tijd vorderde, steeds duidelijker. PSV manifesteerde zich als de ploeg die de ranglijst aanvoerde: verbeten, zeker, compact en overtuigd van zijn talent en overtuigd dat het geluk haar ten deel zou vallen. Ajax was aandoenlijk ijverig, aandoenlijk zoekend naar de vorm van weleer, aandoenlijk tastend naar het ongrijpbare. Ajax was kwetsbaar met zijn tiener-defensie, waarin de 18-jarige Ghanese debutant Kofey Mensah de voorkeur had gekregen boven ervaren krachten als de Braziliaan Santos en de Argentijn Juan. Gods wegen worden ondoorgrondelijk genoemd, maar die van Ajax-trainer Van Gaal mogen er ook zijn. Het spel van Mensah was plichtmatig. PSV-trainer Advocaat zag in de opstelling van deze jeugdspeler een goede gelegenheid Ajax op zijn kwetsbare plek te raken. Hij kende Mensah nog van zijn tijd als bondscoach, toen de Ajacied deel uitmaakte van de Nederlandse jeugdselectie, Hij wist dat Mensah weinig opbouwende kwaliteiten had. Laat hem vrij, zei Advocaat tegen zijn spelers, en dwing hem de opbouw te verzorgen. Mede daardoor werd Mensah een zwakke pion bij Ajax. Van Gaal zag dat anders. Al was het alleen maar om zich te verdedigen tegen de manier waarop hij Santos behandeld. Dat hij Santos uiteindelijk toch in het veld moest sturen om de geblesseerde Melchiot te vervangen, was onverwacht. Maar nog geen minuut later was Santos al weer uit het veld, door een rode kaart wegens het vastpakken van de doorgebroken Nilis. Een domme overtreding na een trage reactie op een domme ingooi van Mensah. Maar Van Gaal zal de uitsluiting van Santos vieren als zijn gelijk. PSV was de betere ploeg, had de beste kansen. Jonk scoorde vlak voor rust na een afgemeten pass van Nilis 1-0. En dat de Ajax-defensie op dat moment zich enigszins chaotisch opstelde, zoals Van Gaal zei, is inherent aan de manier waarop hij de defensie had samengesteld. Tien minuten na rust moest Ajax met tien spelers verder. En zoals vaker put de ploeg met een speler minder daaruit onvermoede krachten. PSV was slimmer, met verdediger Stam als onwrikbare rots en middenvelder Vink als de meest indrukwekkende middenvelder. Vink en Petrovic misten enkele kansen en lieten zich de mogelijkheden op een feestelijke kerst ontgaan. Pas kort voor tijd scoorde Nilis op aangeven van invaller Zenden 2-0. Wie zich niet kan verenigingen met de uitslag, is waarschijnlijk een aanhanger van Ajax. Hij moet maar moed putten uit de manier waarop de Ajacieden zich met overgave in de strijd gooiden. Voor de meeste aanhangers is het nog steeds wennen dat Ajax niet meer zoveel geluk heeft als de voorbije jaren. Die ongekende en onsportieve fluitconcerten die door het stadion joegen wanneer een PSV'er aan de bal was, vormden een grote dissonant. Frustraties kunnen hoog oplopen in kringen waar men zich superieur waant. Misschien dat het kerstfeest deze Ajax-aanhangers tot bezinning brengt. Misschien dat het besef doordringt dat voetbal maar een spel is, opwindend maar niet geestverrijkend, aangenaam maar niet zaligmakend. En vooral dat Ajax als kampioen niet het eeuwige leven heeft.
|
NRC Webpagina's
23 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |