K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
FILM & VIDEO Jungleboek op de savanne PIETER STEINZ The Leopard Son. Regie: Hugo van Lawick. Verteld door Arnold Gelderman en met muziek van Stewart Copeland. In 13 theaters. De nieuwe natuurfilm van de Nederlander Hugo baron van Lawick is wel omschreven als een live-actionversie van Bambi en De Leeuwenkoning. Niettemin begint The Leopard Son met een bijna letterlijk citaat uit een andere Disneyfilm. Nadat Van Lawick ons in de ik-vorm - maar bij monde van Disneystemmenvertolker Arnold Gelderman - deelgenoot heeft gemaakt van zijn fascinatie voor het wildlife in het Tanzaniaanse Serengeti-park, zegt hij dat hij in zijn veertigjarige carrière veel beleefd heeft. ,,Maar er is één verhaal dat ik nooit zal vergeten: een verhaal over opgroeien in de wildernis.'' Het is alsof we de panter Bagheera het Jungleboek horen inleiden. Helaas is Van Lawicks verhaal over een luipaardjong op de savanne heel wat minder spectaculair dan dat over het mensenjong Mowgli. In The Leopard Son, aangekondigd als 'de eerste natuurfilm op 35 mm', volgt Van Lawick over een periode van een paar jaar een opgroeiend luipaard; naar eigen zeggen niet alleen omdat hij een beeld wil geven van het leven in de Serengeti, maar ook omdat het dier hem zo doet denken aan zijn eigen zoon. Die laatste, enigzins sentimentele autobiografische mededeling is typerend voor het gesproken commentaar bij The Leopard Son. Van Lawick en zijn scenarioschrijver Michael Olmert schuwen de kitsch en de natuurfilmclichés niet: in de Serengeti is 'het leven hard' en 'de tijd getuige van iedere verandering'; het luipaard 'klimt als kind de levensboom in en komt er als man weer uit'; en maar al te vaak gaat het bij de dieren 'net als bij mensen'. Natuurlijk zitten er in The Leopard Son genoeg opnamen die de liefhebber van wilde-dierenfilms zullen plezieren. Van Lawick is een geduldig observator, en de confrontatie van het luipaard met zijn moeder, zijn prooien, zijn vijanden, en zijn wijfje is weelderig en bewonderenswaardig precies in beeld gebracht. Maar een bevredigende bioscoopfilm wordt het niet. Daarvoor is er te weinig verhaal, te weinig spanning, en veel te veel hinderlijk commentaar.
|
NRC Webpagina's
18 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |