S P O R T
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s SC Charleroi |
In Charleroi kan een scorende spits alle wonden helen
Door onze redacteur GUUS VAN HOLLAND
Boven een van de vele gesloten steenkoolmijnen van Charleroi is eens een voetbalstadion verrezen. Sport en vooral voetbal biedt de treurende mens in deze stad afleiding. Als God het laat afweten, kan voetbal troost geven. Hoog boven de voormalige mijn, in het Stade Mambourg, schurken mensen van verschillende afkomst tegen elkaar, zoals vroeger hun vaders in de schachten. De een draagt een Belgische naam, de ander een Italiaanse, een Spaanse, een Marokkaanse, Joegoslavische of een Franse naam. Charleroi biedt vertroosting. Als het niet de voetbalclub Sporting is, dan zijn het wel de talentrijke tafeltennissers en basketballers, die de Karolingers de kou en de ellende doen vergeten. Ach, Charleroi, stad die doorgaat voor fraudeurs, corrumpeurs, seksmaniakken, kindermoordenaars en zelfs een metro van miljoenen guldens waarin nooit een trein heeft gereden, ach Charleroi wat valt er aan jou voor goeds te beleven? Stad die duizenden werklozen telt. Stad voor alles wat met stelen van en zwendel in auto's te maken heeft. Zelfs rechtsdienaren valt het zwaar hun handen in onschuld ter wassen. Charleroi, de stad die voor de Vlamingen het vleesgeworden bewijs is dat de Walen asociaal zijn en met Belgisch geld goede sier maken. Charleroi, de stad van Marc Dutroux, de psychopaat die een hoofdrol rol speelde in de ontvoering, het misbruik en de moord op de meisjes Julie, Mélissa, An, Eefje, Sabine en Laetitia, de man die ongewild aantoonde hoe corrupt het Belgische rechtssysteem is geweest. De Witte Mars van Brussel spookt door het hoofd bij het naderen van Charleroi. Dat zoveel Belgen verontwaardigd over zoveel onrechtvaardigheid demonstreerden en tranen vergoten over meisjes die in België werden gebruikt ten gerieve van gestoorde en op macht en geld beluste mannen. Elk meisje dat in Charleroi over straat gaat loopt gevaar, is de eerste gedachte die opkomt. Meisjes in uitdagende kleding zou je willen aanraden enige bescheidenheid in acht te nemen of domweg thuis te blijven, een meisje dat onder begeleiding een dranklokaal bezoekt stemt tot gerustheid. In het stadion Mambourg wordt deze zaterdag de wedstrijd gespeeld om de Belgische beker tegen La Louvière, een club uit de nabije omgeving die een niveau lager speelt dan eersteklasser Sporting Charleroi. De regionale kranten maken in hun voorbeschouwingen gewag van een confrontatie tussen twee duivels die moeten uitmaken wie de baas is in de hel. Enfin, voetbal is overal hetzelfde: grootspraak en heroïek gaan hand in hand. Zo'n tienduizend mensen worden geraakt door de stemmingmakerij en willen de botsing tussen de duivelse voetballers van nabij meemaken. De mist maakt de wedstrijd bijna niet te volgen. Maar wie zal klagen in Charleroi? Een voetballer die zichtbaar de bal raakt, zorgt voor opwinding. Wat dat betreft wijkt de beleving in de stad van armoe niet af van die van de stad van rijkdom; de façade wint overal. De scheidsrechter heet Javaux. Het kan geen toeval zijn dat een aanwezige hem voor de vuist weg vergelijkt met de gestoorde, maar superintelligente psychiater Hannibal Lecter uit de film The Silence of the Lambs. Heeft niet journalist Fred Vandenbussche van dagblad Het Volk in zijn boek Meisjes verdwijnen niet zomaar de manier waarop Dutroux door middel van parabels op uitzonderlijk intelligente wijze het Belgische recherche-apparaat misleidde, de overeenkomst met de filmrol van Anthony Hopkins proberen te maken? Dutroux leeft onder de mensen in Charleroi, dat is echt zo. Maar velen willen hem vergeten. Voetbal kan een heilzame werking werking hebben op het gemoed, al is het maar voor kort. Javaux deed trouwens als scheidsrechter zijn uiterste best onomstreden te blijven. Na de 1-0 overwinning voor Charleroi overheerste tevredenheid. Niemand die zich bekocht voelde, iedereen die waar voor zijn geld kreeg. In het lokaal waar alleen de mensen mogen vertoeven die daarvoor zijn uitgenodigd en hebben betaald, de zogenoemde VIP's, wordt weliswaar gepraat maar niet over de wedstrijd. Er wordt veel gedronken door mannen in snelle kostuums. Vrouwen zien er hoogst verleidelijk uit en laten zich door de voorzitter Jean-Paul Spaute graag over hun rug wrijven. Wie veel alcohol wil drinken, is aan het goede adres. Spaute is al een beetje dronken en heeft liever geen contact met vreemden. Het gaat Sporting namelijk niet voor de wind, de club heeft geen geld en dreigt in anonimiteit onder te gaan. Spaute herinnert aan de glorieuze tijden van 1993 dat Charleroi de bekerfinale van België haalde. Dat was onder trainer Robert Waseige, de beste trainer van België, de filosoof onder de Belgische trainers, maar ook de grootste dronkaard onder de Belgische trainers. Met zes miljoen, zegt Spaute, bereiken we niets. De voetbalwereld staat op z'n kop. Charlerloi kan het niet meer aan, het is de sportiefste stad van België, maar dat zegt niets. Spaute, een ambtenaar bij de computerfirma IBM, trekt zich liever terug in de menigte, drinkt een wijntje en kust een spelersvrouw. Een ander bestuurslid blijft nuchter. Hij is trots op zijn jasje met het embleem van Sporting Charleroi. Hij zegt niet meer te weten wie goed is wie slecht. De VIP-lounges zijn vol. Of ze iets op hun kerfstok hebben, weet hij niet. Ja, sommigen komen niet meer. Iedereen heeft iets te verbergen in Charleroi, zegt hij. Maar toch overal in de wereld? Hij wijst naar al die mensen in de zaal die drinken en vrouwen benaderen en zegt dat voetbal niets anders is dan tijdverdrijf. Dat de mensen die hier zijn genieten van hun luxe en maandag gewoon weer aan hun werk moeten. De bijna bejaarde heer verontschuldigt zich voor het gedrag van de voorzitter en zegt dat Charleroi moeilijke tijden beleeft. In de ontvangsthal van het stadion staat een maquette. Voor het Europees kampioenschap van 2000 wil Charleroi zijn arena verbouwen. Het is een toekomstbeeld waaraan de multinationale bevolking van de Waalse stad zich moet vastklampen. Men is druk doende de Karolingers iets te geven om de armoe te doen vergeten. Op Route de Philippeville 128 in het voorstadje Marcinelle woonde Marc Dutroux. Het is een rijtjeshuis om te vergeten, maar in Charleroi en omgeving zal het idee blijven bestaan dat het leven leidt tot hel en verdoemenis. En dat voetbal daar helemaal niets aan kan veranderen. Ook niet de kortgerokte meisjes die onder de stadiontribune staan en gratis heerlijk, koud bier aanbieden. Het nuchtere bestuurslid bestelt in de zaal voor dierbaren een drankje. Meneer, vraagt hij, weet u waar het Charleroi aan ontbreekt? Alles aan zaligheden spoelt bij deze grote vraag door het hoofd. Een spits die scoort, antwoordt de sympathieke man. Wat Charleroi mist, is een scorende spits. Het antwoord op de vraag die de samenleving van armoe en ellende zal verlossen: Een scorende spits.
|
NRC Webpagina's
9 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |