K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: Amsterdam, Cinecenter; Rotterdam, Lantaren/Venster. Tedere sensualiteit in documentaire over erotische poëzie Drummond Honigmann sluipt, streelt, fluistert
Door HANS BEEREKAMP
Natuurlijk mag er gelachen worden om de snoeverij van de man van 85-en-een-half over zijn overspel van destijds, of om de schuttingtaal van een oude volksvrouw, die denkt dat 'clitoris' een grappig neologisme van Drummond is. Maar niemand staat te kijk. De per definitie voyeuristische camera moet zijn meerdere erkennen in de eerlijkheid van de sprekers, hun vanzelfsprekende omgang met overstromingen van lust en het latere opdrogen daarvan. Hun leeftijd en de nadruk op de poëzie (schitterend vertaald door August Willemsen) dragen bij aan de melancholieke distantie van de film, die uiteraard hartveroverend gevonden wordt door Hollanders met ouders of grootouders die zich nooit zo zouden laten gaan.De tedere sensualiteit zit echter bovenal in de makelij van O amor natural. Honigmann sluipt, streelt en fluistert, en weet vooral goed wanneer ze zich in moet houden. De kracht van de film ligt in de afwezigheid van pathetiek, gegnuif of exotisme, om maar enkele valkuilen te noemen. Zelfs de Grote Dichter wordt met zo veel respect behandeld dat hij buiten beeld blijft. Zijn hoeden en zijn stem, op een overslaande grammofoonplaat, zijn meer dan genoeg. Meer dan een goed idee is O amor natural een staaltje intuïtieve filmkunst, dat de plichtmatig aanvoelende samenwerking tussen regisseur en Braziliaanse gelegenheidscameraman overleeft. Je hoort haar in gedachten tegen hem roepen bij het bezoek aan Drummonds hoedenmaker: ,,de handen, film z'n handen!'', en daar zwiept de camera al naar beneden. In dat opzicht waren beeld en concept in Honigmanns vorige documentaire, Metaal en melancholie over de taxichauffeurs van Lima, meer in harmonie. De montage van Marc Nolens en de 'acteurs' maken veel goed, en vooral natuurlijk de regie. Na achtereenvolgens Metaal en melancholie, de speelfilm Tot ziens en nu dan een breed aansprekende film over poëzie, liefde en vergankelijkheid, staat Heddy Honigmann in de Nederlandse filmwereld inmiddels op eenzame hoogte. Je kunt zeggen dat de twee voorlaatste films van de in Peru (1951) geboren Honigmann elkaar thematisch ontmoeten in O amor natural: de laconieke overlevingsdrang van Zuid-Amerikanen en de alledaagse lijfelijke passie van tot elkaar aangetrokken zielen. Het zijn onnederlandse onderwerpen, die zich in dit land gemakkelijk laten bespotten. Nog belangrijker is wellicht de stijlvastheid van Honigmanns latere werk, nadat ze zich losgemaakt had van de rigide vormexperimenten in haar vroege films. Honigmann heeft de blik van Johan van der Keuken of Raymond Depardon, om twee van haar documentaire helden te noemen, maar dan altijd met een hartelijke glimlach.
|
NRC Webpagina's
4 DECEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |