R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Van Atjeh tot Buitenveldert
DOOR FRITS ABRAHAMS
Maar was het de moeite allemaal waard? Voor een oordeel daarover is het nog te vroeg, maar ik moet bekennen dat ik na de eerste aflevering niet helemaal gerust ben. Het was niet slecht, maar evenmin erg goed. Voor een serie die niet meer dan vijf afleveringen telt, kwam In naam der Koningin nogal traag op gang. De dramatische ontwikkeling verliep zonder verrassingen en er waren weinig sterke scènes die je aandacht gevangen hielden. En de actiescènes die als sterk bedoeld waren - bijvoorbeeld de bomaanslag op de brug - hadden iets knulligs: een middelmatige Amerikaanse regisseur brengt het overtuigender in beeld. Aan de Nederlandse acteurs ligt het niet, die spelen tegenwoordig zelfs in de zwakste serie nog heel behoorlijk. De vraag is of regisseur Bram van Erkel en scenarioschrijver Geert van Doormaal (Hugo Heinen) hun verhaal in de tweede aflevering alsnog in een dramatische stroomversnelling kunnen krijgen - zo niet, dan zie ik het somber voor hun produktie in, want de tv-kijker is een genadeloos wezen. ,,Deze tocht wordt een zelfmoordactie, welterusten'', zei een kapitein aan het einde van de eerste aflevering. Laten we voor de NCRV hopen dat die woorden strikt van toepassing blijven op het fictieve drama van de serie. Waar ik, eerlijk gezegd, gisteravond geboeider naar keek, was een kale, simpel gefilmde documentaire van de Humanistische Omroepstichting met de fantasieloze titel: 'Stoppen met je verslaving, wat dan...' Het leek een voorspelbare film over verslaafden, maar zó gemakkelijk had regisseur Eveline van Dijck zich er niet vanaf gemaakt. Zij had zich toegang verschaft tot de zelfhulpgroep Buitenveldert in Amsterdam die al jarenlang wekelijks in wisselende samenstelling bijeenkomt. Het gaat om mannen en vrouwen met uiteenlopende verslavingen en fobieën: van pillen tot drank en vliegangst. Ze hebben afgesproken dat ze in de eerste plaats naar elkaar zullen luisteren. Geen adviezen, geen discussies, geen agressie. Of zo'n groep ook geschikt is voor verbaal minder begaafden is de vraag: het viel me op hoe goed en intelligent de meesten over zichzelf konden praten. Het scheen te helpen. Men praatte met grote dierbaarheid over de groep. Van de verslaving en de angst kom je nooit meer écht af, maar het contact met lotgenoten kan een terugval voorkomen. Waar dat precies in zit en waarom de traditionele hulpverlening faalt, bleef schimmig. Kennelijk is het moeilijk om adviezen aan te nemen van mensen die niet door een soortgelijke hel zijn gegaan. Drie cruciale citaten. Man een: ,,Ik onderga het vaak als ontroerend. Voor mij zijn het vakgenoten, de enigen die erover kunnen praten. De anderen zijn buitenstaanders, die snappen het toch niet.'' Man twee: ,,Iedereen denkt dat het leven zich herstelt als hij met zijn verslaving stopt, maar dat je dan met beide voeten in het oude probleem stapt, heb ik tijdens behandelingen nooit gehoord.'' Man drie: ,,Ik geloof niet in vechten tegen verslaving. Dan leg je het af. Je moet slimme, andere wegen zien te vinden. Je moet tot actie komen op heel andere, nieuwe gebieden. Dat kunnen ook oude relaties zijn.''
T V V O O R A F : Een dromer met poëtische neigingen
DOOR JAAP BLOEMBERGEN
De film levert geen spannende zeilplaatjes op, maar geeft een boeiende impressie van een zeiler op zee. De meeste beelden zijn door De Velde zelf vastgelegd. Alleen bij de start en de finish wordt de ruim twintig meter lange catamaran vanaf de wal gefilmd. Aan boord zien we hem eten, drinken, scheren, plassen, wassen, zingen, vissen, sjorren, reven en laveren. Naarmate de reis vordert en de vermoeidheid toeneemt, vertoont zijn gezicht steeds meer gelijkenis met een lappendeken. Hij begint op de late Bob Dylan te lijken, maar hij luistert liever naar de muziek van U2. De tekst van zijn lievelingsnummer Love Rescue Me kent hij uit zijn hoofd. We zien De Velde in zijn kooi liggen en horen hem mijmeren over een naderende oceaandepressie. Ondertussen meldt de radio in de kajuit dat de strijd in Bosnië is aangewakkerd. Het wereldnieuws is niet aan hem besteed. De Velde voert zijn eigen oorlog, zijn race tegen de klok en vooral zijn gevecht tegen de eenzaamheid. ,,Het kost je alles, je relaties, je vrienden, een deel van je leven'', spreekt hij op een windstille dag in de camera. ,,Een enkeling respecteert je, de rest kan niet met je leven.'' De Velde is een dromer met poëtische neigingen. Hij is een avonturier die zich onbegrepen voelt. Wanneer hij de evenaar voor de eerste keer passeert, citeert hij een denkbeeldige Neptunus. ,,Henk, welkom op de zuidelijke oceaan. We hebben je goedgekeurd.'' Hij wijst naar een klein eiland in de verte en ontdekt een vuurtoren die hij als 'Vinger van God' omschrijft. Halverwege de tocht beseft De Velde dat het record van de Fransman Lamazou wederom onhaalbaar blijkt. Een kapotte voorstag heeft hem veel tijdverlies opgeleverd. Hij praat zichzelf moed in. ,,Ik breng mijn scheepje thuis, wat ze daar ook allemaal mogen denken. Als ik een banaan in mijn mond had gehad, was ik de eerste zeiler geweest die met een banaan rond de wereld had gezeild.'' Wanneer hij de haven van Brest binnenvaart, houdt hij een dood vogeltje in zijn handen. ,,Ik had je veilig thuis willen brengen, stom beest.'' Met tranen in de ogen gooit hij het vogeltje in het water. Op zee kan hij uren genieten van de dolfijnen die in het kielzog van zijn boot zwemmen. Henk de Velde heeft iets met dieren. Zij bieden hem meer steun dan de meeste stuurlui die aan wal staan. Gek op zee, Ned.1, 22.41u.
|
NRC Webpagina's
20 NOVEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |