M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Turkse regering in oorlog met media om nieuwe perswet
Door onze correspondent FROUKJE SANTING
De fundamentalistische Welvaartspartij lanceerde gisteren een algemeen debat in het parlement over de rol van de media in Turkije. ,,Klaagt niet iedereen over de manier waarop over bepaalde zaken wordt bericht'', vroeg minister Sev ket Kazan (Justitie). Hij zei vastbesloten te zijn om daarin verandering te brengen. De algemene indruk is echter dat de fundamentalisten onder het mom van bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het tegengaan van onjuiste en sensationale berichtgeving de weg willen bereiden voor vergaande persrestricties. De liberale krant Milliyet (nationaliteit) omschreef het in een vette kop op de voorpagina als ,,een stap op weg naar de dictatuur''. Anderen menen dat de maatregelen zelfs verder gaan dan de censuur die de militaire machthebbers na de drie staatsgrepen sinds 1960 aan de pers oplegden. De precieze tekst van de voorstellen is nog niet bekend, maar het is duidelijk dat er hoge geldboetes zullen worden opgelegd aan kranten en radio- en televisiekanalen die zich schuldig maken aan wat 'onjuiste berichtgeving' wordt genoemd. Volgens de seculiere media is dat een verkeerde benaming. Het is de regering niet zozeer te doen om onjuiste, maar om haar niet welgevallige informatie. Sinds de parlementsverkiezingen in december vorig jaar voeren juist de seculiere media in Turkije oppositie tegen de fundamentalistische Welvaartspartij en haar coalitiepartner, de Partij van het Rechte Pad (DYP). Politici van zowel de Welvaartspartij als de DYP worden verdacht van corruptie. Bovendien wordt DYP-leider Tansu Çiller in verband gebracht met het recente schandaal over vermeende banden tussen politie, staat en mafia. Het wrange is dat de voorstellen met betrekking tot de pers juist worden gepresenteerd op een moment dat de Turkse media voor het eerst sinds lange tijd weer een constructieve rol spelen. Met name de kranten waren lange tijd verwikkeld in geldverslindende promotiecampagnes om het beperkte lezerspubliek (3 miljoen kranten op een bevolking van 65 miljoen) aan zich te binden. Bovendien bedienden ze zich van twijfelachtige en sensationele verhalen om de concurrenten te verslaan en de oplagecijfers te verhogen. Mevrouw Çiller omschreef die ontwikkeling in een televisie-vraaggesprek als volgt: ,,Er is persvrijheid in Turkije, maar het publiek heeft nog steeds niet het recht op correcte informatie.'' Maar nu zijn het juist de media die het voortouw nemen in het streven naar een transparante politiek naar aanleiding van het schandaal over de vermeende banden tussen staat, mafia en de politie. Volgens Ilnur Çevik van de Engelstalige Turkish Daily News heeft Turkije inderdaad wetten nodig die rechten van het individu en de belangen van de staat beschermen zoals in Westerse landen het geval is. ,,Maar tegelijkertijd moet de regering de restricties opheffen wat betreft de vrijheid van meningsuiting, waarover nu al zo lang wordt gepraat.''
|
NRC Webpagina's
20 NOVEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |