NIEUWSSELECTIE
KORTE
BERICHTEN
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
Grootte telt in telecommunicatie
Door onze redacteur HANS WAMMES
ROTTERDAM, 5 NOV. Groot is een relatief
begrip, zeker in telecommunicatie. Het kan immers altijd groter, toont de
dit weekeinde bekendgemaakte fusie van telecomreuzen MCI (26 miljard
gulden
omzet) en British Telecom (38 miljard).
Gezamenlijk zijn ze nagenoeg even groot
als Europa's grootste telecombedrijf, Deutsche Telekom, en ze komen
aardig
in de buurt van de Amerikaanse en Aziatische nummers één,
AT&T (86
miljard gulden omzet in telecomdiensten) en het Japanse NTT (120
miljard).
PTT Telecom behoort met ruim 30.000
personeelsleden en zo'n 14 miljard gulden omzet
tot de grootste ondernemingen in Nederland, maar onderkende in 1992 al
dat
ze te klein was om het geweld van de concurrentie op de internationale
markt
aan te kunnen. Daarom vormde ze met het Zweedse Telia, Swiss Telecom en
het
Spaanse Telefónica het Europese telecombedrijf Unisource.
Unisource
zocht en vond op zijn beurt weer een alliantie met 's werelds grootste
internationale partij, AT&T, waarmee het bedrijf
deelneemt in WorldPartners. Tegelijk vormden zich andere
monsterverbonden;
BT en MCI richtten al in 1994 de joint venture Concert op voor de
internationale markt, terwijl France Télécom, Deutsche
Telekom en
het Amerikaanse Sprint elkaar vonden in Global One.
De ratio achter al die
allianties is telkens dezelfde. Geen snellere groei in telecommunicatie
dan in
het grensoverschrijdende transport van spraak, beeld en data. En geen
grotere
vechtmarkt dan juist die voor internationale telecommunicatie, omdat
concurrentiebelemmerende nationale weten regelgeving daarop geen vat
heeft. Wie echter als aanbieder van telecomdiensten internationaal
actief wil
zijn, wordt geacht zijn klanten een mondiaal netwerk van hoge kwaliteit
te
kunnen verschaffen, en tegen scherpe prijzen bovendien. Investeringen
hierin
zijn kostbaar, en nopen tot samenwerking.
Toch is het
wat MCI en BT betreft niet alleen de expansiedrang op de internationale
markt die tot volledige fusie aanleiding geeft. Ook bestaande
activiteiten
kunnen efficiënter en effectiever worden, denken ze. MCI is een
behendig
marketeer, waarvan British Telecom nog iets meent te kunnen leren. MCI
denkt, omgekeerd, te profiteren van British Telecoms technische kennis en
solide financiële basis.
MCI kan die inbreng gebruiken. De onderneming
heeft haar groei gefinancierd met een aanzienlijke schuld. Ze heeft
veel
geïnvesteerd in marketing, promotie, ontwikkeling van diensten,
dataen
klantenbestanden. Uitgaven aan technologie zijn relatief gering voor een
operator; MCI is van mening dat het niet nodig is zelf technologie te
ontwikkelen die op de vrije markt te koop is. Niettemin zijn de
ontwikkelingen op het gebied van multimedia en Internet zo veelbelovend
dat
MCI hierin fors investeert.
Extra reden voor MCI om steun
te zoeken bij een grote partij is de verregaande deregulering in de VS.
Voorheen regionale telecom-bedrijven mogen nu ook actief worden op de
traditionele MCI-markt van het lange-afstandsverkeer. Omgekeerd mag MCI
"de
regio in'. Het investeert op dit moment ruim 5 miljard gulden in de
aanleg van
eigen lokale netwerken.
Het bedaagder British Telecom, dat een krachtige
groei-impuls verwacht van MCI's creativiteit en agressie, is tot op
heden
vrijwel schuldenvrij. Dat de Britse onderneming haar bescheiden schuld
van
2,2 miljard gulden door de koop van MCI aanzienlijk ziet toenemen is
nauwelijks
een probleem. Vergeleken met bijvoorbeeld Deutsche Telekom staat BT er
financieel ook straks nog goed voor. Gezamenlijk denken MCI en BT
bovendien
vele honderden miljoenen guldens op hun uitgaven te kunnen besparen,
terwijl
hun omzetpotentieel groeit.
Dat de alliantie Concert werkt,
blijkt volgens MCI en BT uit het feit dat hun joint venture in de
eerste anderhalf jaar van zijn bestaan al ruim anderhalf miljard gulden
nieu we omzet in de wacht sleepte. BT's reden om zijn belang in MCI van
20 naar 100
procent uit te breiden is volgens een woordvoerder de behoefte meer
greep op
de Amerikaanse partner te krijgen. ,,Je kan als 20 procents
aandeelhouder je
wil niet opleggen.''
Ook acht hij het gemakkelijker multinationals te verleiden
hun telecommunicatie uit te besteden aan een enkele onderneming _ MCI en
BT
handhaven voor hun gefuseerde ondernemingen de naam Concert _ dan aan
het
"vorige Concert'. De constructie dat MCI in Noorden Zuid-Amerika
distributeur
was van Concert-diensten en BT elders bleek soms moeilijk uit te
leggen. ,,Als
één bedrijf sta je toch sterker.''
De vergrote omvang van Concert zal
bovendien een belangrijker factor zijn in de verdere ontwikkeling van
het
concern. Wat de ideale grootte is van een
telecommunicatieconcern is volstrekt onduidelijk, maar voor de vorming
van
echt wereldomspannende netwerken telt zwaar mee hoeveel "verkeer' de
betrokken onderneming heeft en in hoeveel landen ze vertegenwoordigd is.
(Concert is nu actief in 72 landen.) Hoe meer klanten en omzet een
concern
inbrengt, hoe aantrekkelijk het voor potentiële partners wordt
zaken te doen.
British Telecom poogde eerder dit jaar al, tevergeefs, het
eveneens Britse Cable & Wireless over te nemen. Vooral de sterke positie
van
C&W in groeiregio Azië trok BT. En nog steeds aast British
Telecom/Concert op een sterk Aziatisch bruggenhoofd, evenals de andere
Europees-Amerikaanse telecom-allianties. Wie er in slaagt nauwe banden
aan
te gaan met grote Aziatische operators is vermoedelijk het best
gepositioneerd voor de volgende stappen in het grote fusieen
overnamespel.
Uiteindelijk, zo verwachten telecom-analisten, zullen er over een jaar
of tien
nog maar twee of drie reusachtige conglomeraten zijn die de mondiale
telecommarkt verdelen.
|
NRC Webpagina's
5 NOVEMBER 1996
|