Vier hockeyinternationals nemen afscheid met overwinning op wereldelftal
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
AMSTELVEEN, 3 OKT. Voor wie het is ontgaan, ook Maurits Crucq nam
gisteren afscheid van de Nederlandse hockeyploeg. Weliswaar niet met een
doelpunt, maar toch. De 28-jarige verdediger speelde een gedegen
wedstrijd in het hart van de defensie. En omdat hockey nog altijd te
boek staat als een teamsport had Crucq als vanzelfsprekend een aandeel
in de 6-4 overwinning van de nationale ploeg op het wereldelftal.
De Nederlandse hockeybond (KNHB) bracht gisteren in het Wagenerstadion
een laatste eerbetoon aan Floris Jan Bovelander (30), Marc Delissen
(31), Taco van den Honert (30) én Maurits Crucq. Ten overstaan
van ruim vierduizend toeschouwers speelden de vier internationals voor
het laatst in dienst van het elftal waarmee zij twee maanden geleden in
Atlanta de gouden medaille wonnen. Tegenstander was een
gelegenheidsformatie met internationale grootheden als Shabaz Ahmed,
Carsten Fischer en Xavier Arnau.
Maar waar Bovelander, Delissen en Van den Honert na afloop voor de
camera's van Studio Sport moesten verschijnen, werd Crucq door de
dienstdoende regisseur naar een plaats langs de zijlijn verwezen.
Zichtbaar aangeslagen keek de verdediger toe hoe zijn collega's voor de
televisiecamera een voor een verslag mochten uitbrengen van hun laatste
optreden in de nationale ploeg. Waarna zijn emotie het na enkele minuten
won van zijn fatsoen. ,,Belachelijk'', stamelde Crucq en hij schudde
mismoedig het hoofd.
Een sportman die 132 interlands achter zijn naam heeft staan, verdient
ook meer respect van de televisiemakers. Maar helemaal onverwacht kwam
het allemaal niet voor Crucq. Hij had het vooraf eigenlijk zelf al
gezegd. ,,Wie de ballen er inschiet, krijgt alle aandacht.
Ondergewaardeerd voel ik mij beslist niet. Waarom zou ik? Een verdediger
staat nu eenmaal minder in de belangstelling. Dat is zijn eeuwige lot.''
Crucq beschikt niet over de slagkracht van Bovelander, het spelinzicht
van Delissen of de balvaardigheid van Van den Honert. Maurits Crucq is
mandekker. Geen gezichtsbepalende speler, maar een taakbewuste
verdediger die het vuile werk voor anderen opknapt. Iemand die volgens
bondscoach Roelant Oltmans ploeggenoten beter laat functioneren.
Bijna tien jaar geleden maakte de Hagenaar zijn debuut voor de Nederlandse ploeg. De speler van Klein Zwitserland maakte
deel uit van de lichting die, op het toernooi om de Champions Trophy na,
alle grote internationale prijzen in de wacht sleepte: de Europese titel
(1987), de wereldtitel ('90) en de olympische titel ('96). De erelijst
van Crucq doet derhalve niet onder voor die Bovelander, Delissen en Van
den Honert.
Toen Crucq gistermiddag in de auto zat op weg naar Amstelveen, gingen
zijn gedachten onbewust uit naar alle hoogte- en dieptepunten uit zijn
interlandloopbaan. ,,Van alle honderden trainingsuren tot al die saaie
hotelkamers. Maar ook naar dat moment toen wij ooit in
Pakistan met stenen werden bekogeld tijdens een wedstrijd om de
Champions Trophy.''
Zes jaar geleden beleefde Crucq zijn sportieve hoogtepunt. Voor 70.000
uitzinnige toeschouwers versloeg de nationale ploeg gastland Pakistan in
de finale van het wereldkampioenschap. Na afloop van de eindstrijd
baarde de hockeyer opzien door op zijn dooie gemak in een inmiddels leeg
stadion met vijf Pakistaanse kinderen nog een balletje te slaan. Terwijl
even verderop de spelersbus stond te wachten. Glimlachend: ,,Dat was
mijn manier om mijn gevoelens van vreugde te uiten.''
Twee keer onderbrak de verdediger met de hoekige stijl zijn
interlandcarrière. De eerste keer was zes jaar geleden, vlak na
het behalen van de wereldtitel in Lahore. Crucq gaf voorrang aan zijn
maatschappelijke carrière nadat hij was aangenomen op de
luchtvaartschool in Beek. Korte tijd later mocht hij zich weer
international noemen. Waarna in 1992 een tweede afscheid volgde.
Vorig jaar maakte de gezagvoerder bij KLM City Hopper opnieuw zijn
rentree. Bondscoach Oltmans was op zoek naar versterking van de defensie
en Crucq liet zich aan de vooravond van de Champions
Trophy in Berlijn verleiden door het vooruitzicht van deelname aan de
Olympische Spelen. Daarvoor leverde hij liefst twee jaar aan
vakantiedagen in, een daad waardoor sommigen hem voor gek versleten.
,,Maar voor mij is zoiets relatief. Het stelt niets voor'', zegt de
hockeyer.
In de aanloop naar de Spelen raakte Crucq zijn plaats kwijt aan Jeroen
Delmee. In Atlanta stond hij alleen in de eerste en laatste
groepswedstrijd in het basiselftal. De finale bekeek hij vanaf de bank.
,,Dat was zuur. Achteraf bezien had ik eerder aan de bel moeten trekken
bij Oltmans. Maar goed, wie in vijf van de zeven
wedstrijden heeft gespeeld, heeft net zo goed een bijdrage geleverd aan
die gouden medaille.''
Van het viertal dat gisteren afscheid nam, is Crucq de enige die de
stick voorgoed opbergt. Bovelander, Delissen en Van den Honert bouwen
dit seizoen hun loopbaan af bij respectievelijk Bloemendaal, HGC en
Amsterdam. Crucq sloeg in het Wagenerstadion voorlopig zijn laatste bal.
,,Ik heb zeventien jaar gehockeyd. Mentaal kan ik het allemaal nog wel
aan, maar fysiek ondervind ik steeds meer problemen. Mijn besluit staat
vast.''
|