K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In 7 theaters. Lefgozers rouwen om hun schooltijd
Door PIETER STEINZ
Ere wie ere toekomt. De echte ster van Beautiful Girls, een nostalgische komedie over modderende eind-twintigers, is voor mij de scenarioschrijver, Scott Rosenberg. Niet dat er iets is aan te merken op het spel van de uitstekende cast, of op de regie van Ted Demme (een neefje van Silence of the Lambs-regisseur Jonathan), die een goed gevoel voor timing etaleert en de vaart in de film houdt zonder zich te overhaasten. Maar de kwaliteit van het scenario schemert overal doorheen. Rosenberg, die vorig jaar al veelbelovend debuteerde met het script voor de misdaadkomedie Things to Do in Denver When You're Dead, mengt op een aanstekelijke manier humor en melancholie. Zijn dialogen zijn vloeiend maar niet onnatuurlijk spits, en met zijn personages zal iedereen met een klein hartje mee kunnen leven. Aan sympathieke personages is geen gebrek in Beautiful Girls. De meeste aandacht gaat uit naar zes ooit dik bevriende jongens uit Massachusetts die elkaar tien jaar na hun eindexamen weer treffen voor een schoolreünie. Op twee na, de gelukkig getrouwde Michael en de caféhouder Stanley, hebben ze nog weinig van hun leven gemaakt. Drie van de zes werken als sneeuwruimer in hun geboortedorp, één is pianist in een groezelige bar. Hun gesprekken gaan over jeugddromen die nooit zijn uitgekomen, en over hun moeizame relaties met de andere sekse. Volwassen zijn ze nog steeds niet, de lefgozers van de Class of '82. Willie (Timothy Hutton) is bang om dertig te worden en om zich te binden; in de reünieweek wordt hij van de weeromstuit nog even verliefd op een 13-jarig buurmeisje. Ook Paul (Michael Rapaport), die al zeven jaar een vriendin heeft maar nog steeds posters van supermodellen boven zijn bed heeft hangen, maakt een gefrustreerde indruk. Maar ze zijn er altijd nog beter aan toe dan Tommy (Matt Dillon), de voormalige bink van de klas: verworden tot halfhartige rokkenjager rouwt hij in stilte om het besef dat zijn schooltijd de mooiste tijd van zijn leven was. Hoewel er belangrijke rollen zijn weggelegd voor vrouwen - Uma Thurman als ideale vrouw, Mira Sorvino als verschopte geliefde met engelengeduld - is Beautiful Girls vóór alles een jongensfilm. Net als de hoofdpersonen van Diner, Barry Levinsons sublieme impressie van een jaren-vijftigschooltijd, zwelgen Paul, Kev, Tommy en Willie in hun angst voor verantwoordelijkheid en hun idealisering van mannelijke kameraadschap. Nog maar een paar jaar en dan is hun jeugd voorbij; dan rest alleen het huwelijk en de onvermijdelijke big chill. Beautiful Girls heeft mooie scènes te over. Willie voert in de sneeuw gesprekken met het vroegwijze, inderdaad hartveroverende buurmeisje (Natalie Portman) dat zijn citaten uit Romeo and Juliet aanvult met het refrein van 'Walk On The Wild Side' ('And the colored girls go doo-do-doo-do-doo'). Paul koopt voor zijn vriendin een 'champagnekleurige ring ter waarde van twintig schoongeveegde opritten. En in de bar van Stanley zingen de zes boezemvrienden vals van weemoed Neil Diamonds 'Sweet Caroline' aan de piano. 'Sweet Caroline' is niet de enige muzikale nostalgie in Beautiful Girls. Op de even sterke als anachronistische soundtrack staan verder nummers van Chris Isaak, The Afghan Whigs, Billy Preston, Barry White en The Spinners. En als een van de jongens een faliekant mislukte poging heeft gedaan om zijn weggelopen vriendin jaloers te maken, klinkt vier minuten lang 'Fool To Cry' van de Rolling Stones. Sentimenteel? Natuurlijk. Maar voor iedereen die ooit wel eens heeft getwijfeld aan de lol van het ouder worden, is dit soort sentiment onweerstaanbaar.
|
NRC Webpagina's
14 AUGUSTUS 1996
|
Bovenkant pagina |