O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
C O L U M N :
Beperking van de G-7 Als het niet te tragisch was had het voor de hand gelegen: een vleugje Europees leedvermaak op de conferentie van de G-7, waar de Amerikanen harde maatregelen van Europa verlangen tegen de moederlanden van de terreur: Libië, Iran, Irak en Syrië. Afgezien van de vraag of zo'n Westelijk eenheidsfront zou helpen - dat zou moeten worden bewezen, maar dat wordt het niet omdat in Europa geen eenstemmigheid heerst - is daarmee het algemene vraagstuk van de terreur niet opgelost. Het was na het opblazen van TWA-vlucht 800, nog vóór de bom in Atlanta. De altijd militante A.M. Rosenthal, columnist van The New York Times schreef: ,,Eens zullen misschien de naties die het fascisme en het communisme hebben verslagen, de wil en de moed verzamelen om het terrorisme te bestrijden waar het is ontstaan en wordt gekweekt (in de genoemde Arabische landen - HJAH). Tot dat ogenblik zullen we de prooi blijven, gehoorzaam naar onze toegewezen plaats lopend.'' En zijn altijd genuanceerde collega Jim Hoagland van de Washington Post: ,,De Amerikaanse regering heeft de morele en de politieke verplichting, te voorkomen dat bekende moordenaars comfortabel in Syrië en Libië zitten, er baat bij vindend dat ze Amerikaans bloed hebben vergoten. De bedrijvers en de hoeders van de terreur kan niet worden toegestaan, buiten het bereik van de Amerikaanse militaire vergelding te blijven.'' Toen ontplofte de bom in Atlanta, naar alle waarschijnlijkheid het werk van een gestoorde, een gek, een rechts-extremist - hoe men zo iemand noemen wil. Het was niet de eerste keer dat er zoiets gebeurde. De terrorist in Oklahoma, vorig jaar, heeft met zijn bom 168 mensen vermoord. Bij de aanslag op een trein tussen Miami en Los Angeles kwam één passagier om en raakten er 80 gewond. De UNA-bomber, een gestoorde geleerde die met zijn bombrieven tegen de verwording van de maatschappij protesteerde, heeft drie doden en 23 gewonden op zijn geweten. Dan zijn er nog extreem-rechtse groepen die een eigen staatje willen stichten omdat ze denken dat de Verenigde Naties de macht in Amerika zullen overnemen; verder de christelijk-fundamentalistische gemeenschappen zoals die van David Koresj, in Texas in vlammen ten onder gegaan, en niet te vergeten allerlei neo-nazistische clubs die zich "zonen van de Gestapo', de "adders' en dergelijke namen hebben gegeven. Niet dat deze terroristen met rust worden gelaten. Ze worden opgespoord, vervolgd, genadeloos gestraft als de wet daartoe strekt. Telkens opnieuw vraagt men zich af hoe het komt, en de analyses zijn vlug gemaakt. Iedere maatschappij heeft haar achterblijvende minderheden. In hun miskenning willen ze de aandacht vestigen op hun verwaarloosde behoefte of op wat zij als hun gelijk beschouwen. Ze worden niet gehoord. Dan verwoesten ze een groot gebouw, plegen een aanslag, bij voorkeur terwijl er iets gebeurt waarbij "de wereld toekijkt.' Ze komen op de televisie, niet één maar wel honderd keer, want de televisie kan er niet genoeg van krijgen en misschien "de wereld' evenmin. Zijn ze daarmee tevreden? Natuurlijk niet want hun zin krijgen ze niet, tenzij hun louter verschijnen voor "de wereld' hun doel was. In de Verenigde Staten wordt het dit soort mensen gemakkelijk gemaakt. Vergeleken met Europa is de samenleving er nog altijd minder geadministreerd, en tegen méér bestaat een algemene weerzin. In grote delen van het land zijn vuurwapens nog vrij te koop en de meeste vooraanstaande Republikeinen vinden dat dit zo moet blijven. Als ze het niet vinden zijn ze trouwens geneigd dat geheim te houden omdat het anders stemmen kost. Een Amerikaan moet wel zeer wereldvreemd zijn als hij de laatste jaren niet ettelijke malen via de media heeft gehoord dat van dieselolie en kunstmest een goed explosief valt te maken. Wie dat wil kan nog altijd bij een postorderbedrijf een exemplaar bestellen van het Anarchist Cookbook waar alles in staat wat een terrorist moet weten. Een handleiding tot het maken van tijdbommen vindt hij op Internet. En dan: met ijzeren zekerheid weet hij dat zijn onderneming mits geslaagd nog dagen later op de televisie zal worden vertoond. Voor de bom in Atlanta ontplofte werd er in Amerikaanse kranten die minder aan sport zijn verslingerd, geklaagd over de onbeschaamdheid waarmee de commercie in bondgenootschap met het meest chauvinistische deel van het sportlievend volk de wereldgebeurtenis had aangepakt. Is het een wonder als dan een gek, meelijwekkend of gewoon misdadig, daar zijn kans ziet? Natuurlijk, verscherpte maatregelen zullen hun nut hebben. Daarvoor hoeven trouwens de ministers van de G-7 niet bij elkaar te komen. Uitbreiding van de databanken voor gegevens van verdachte personen, langer wachten op vliegvelden ondanks nog betere doorlichtingsapparaten, meer politie, alles meer en beter dan het uitgebreide dat we al gewend zijn. Maar een bom op Damascus of Teheran zoals in 1987 er een op Tripoli is gegooid? De situatie is er niet meer naar: ook hier is het front van het Westen gebroken. En dan blijft er een aanzienlijk binnenlands produkt ter bestrijding over: de IRA, de ETA, het Amerikaans fundamentalisme uit een verscheidenheid van bronnen. Men zou iets kunnen doen aan de omgeving waarin het terrorisme gedijt, en aan de omstandigheden waarvan het graag gebruik maakt. De paddestoelwolk van publiciteit wat kunnen beperken, vuurwapens verbieden, iets meer kritiek kunnen hebben op de vaak doelbewuste hysterisering van de publieke opinie. Dat valt buiten de zeggenschap van de G-7. Het hoort tot het domein van de vrije markt der media. H.J.A. HOFLAND
|
NRC Webpagina's
31 JULI 1996
|
Bovenkant pagina |