R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
V A K A N T I E T E E V E E :
Oorlog aan de bevoogding
DOOR RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Hoofdschuddend brengen de lokale autoriteiten in Nederland dan naar voren, dat deze medeburgers zichzelf met hun kijkgedrag tot een cultureel getto, ver van de zegeningen van de Nederlandse samenleving veroordelen. Als een zoenoffer aan deze ongewenste belangstelling willen deze overheden op het gemeentelijk kabelnet dan nog wel één Turkse en één Arabisch-talige zender door te geven, in de meeste gevallen de internationale zender van de Turkse staatstelevisie en de in Londen gevestigde zender MBC. Het Turkse of Marokkaanse gezin wordt geacht, voorzien van deze signalen, spoorslags het schoteltje van de voorgevel weg te halen. Het is een politiek, waaraan een zeker cynisme niet ontzegd kan worden. TRT-Int. draagt in hoge mate het karakter van een staatstelevisie, vol anti-Koerdische propaganda bijvoorbeeld. Het is zeer goed voorstelbaar, en volstrekt legitiem, dat een Turkstalige de voorkeur geeft aan een der Turkse commerciële zenders op de satelliet. MBC wordt met Saoedisch geld gefinancierd - wat leidt tot zeer fraaie reportages uit Mekka tijdens de Ramadan. Maar de arabische beschaving omvat meer dan de moderne vroomheid die uit veel uitzendingen van MBC spreekt, en ook hier zijn per satelliet alternatieven voorhanden. Men zou geneigd zijn de ten aanzien van Turken of Arabisch-taligen gevoerde, bevoogdende mediapolitiek wellicht als een subtiele vorm van racisme te beschouwen. Er wordt immers voorgeschreven wat men moet zien, en er wordt van uit gegaan dat - wanneer men zich niet conformeert aan de voorgeschreven norm - dat slecht is voor de betrokkene. Maar het is geen racisme. De lagere overheden in kwestie kopiëren getrouw de uitgangspunten die al vele decennia ten grondslag lagen aan de landelijke mediapolitiek. Een onzalig monsterverbond van verzuilde publieke omroepen en sommige politieke partijen heeft immers steeds geprobeerd de burgerij voor te schrijven wat zij op radio- en televisie mocht zien en horen. Nog ligt deze mentaliteit niet definitief achter ons - getuige bijvoorbeeld de oud-directeur van de KRO, die er onlangs in deze krant voor pleitte het publieke omroepwezen in de toekomst geheel over te laten aan levensbeschouwelijke omroepen, zodat er een pluriform geheel zou ontstaan waarin ieder het zijne zou vinden. Dat kijkers en luisteraars zich bij hun programma-consumptie nog zeer zelden laten leiden door de levensbeschouwelijke signatuur van de uitzendende organisatie, blijkt zo'n auteur in het geheel niet te hinderen. Zijn gedachte is geheel normatief - de mensen zúllen 'pluriform' kijken, of ze willen of niet. De werkelijkheid interesseert hem niet, zoals ook blijkt uit de constatering waarmee hij zijn stuk begint, namelijk dat zo langzamerhand wel is duidelijk geworden dat commerciële televisie niet veel te bieden heeft. Dat er op veel dagen meer mensen kijken naar de verzamelde commerciële Nederlandstalige zenders, dan naar die van de Nederlandse publieke omroep, schijnt de ex-directeur weinig belang in te boezemen. Het lijkt mooi, zo'n pleidooi voor 'pluriformiteit', maar achter de redenering van de ex-directeur gaat een neiging tot bevoogding en vrijheidsbeknotting schuil. Eén voorbeeld daarvan slechts uit de rijke Nederlandse omroepgeschiedenis. Ik kan me nog goed herinneren hoe in mijn puberjaren met veel vreugdegeschal van de omroep-kongsie de zeezender Veronica uit de lucht werd gehaald, die in Nederland met veel succes top-40 radio had geïntroduceerd. Als troost organiseerden de omroepen de radiozender Hilversum 3, maar het werd niet nodig geoordeeld aan de ontstane vraag naar popmuziek tegemoet te komen. Men wist het beter dan ons pubers, en verblijde ons op Hilversum 3 dan ook voornamelijk met beschaafde jazz, gepresenteerd door ene Skip Voogd, als het al niet regelrecht psalmgezang was. Hilversum 3 was trouwens alleen van negen uur 's ochtends tot zes uur 's avonds in de lucht. Kennelijk moesten wij jeugdigen, die door Veronica op het slechte pad waren gebracht, worden gedwongen 's ochtends voor het naar school gaan weer de gebruikelijke ochtendwijdingen en 'pluriforme' radioactualiteiten tot ons te nemen. Het lijdt geen twijfel dat deze bevoogdingspolitiek het publieke bestel veel kwaad heeft gedaan - zoals nu eigenlijk pas goed blijkt, nu de Nederlandse omroeppolitiek door externe factoren tot de toelating van commerciële zenders gedwongen is, en er sprake is van een massale desertie van kijkers en luisteraars van de programma's die ze zo lang, en op zo'n arrogante wijze door de strot zijn geduwd. Het is, met andere woorden, een klein beetje oorlog, en we zullen zien hoe het afloopt met de bevoogding. Voorshands geen enkele reden dus ook voor Turken en Marokkanen in Nederland, om hun schoteltje weg te halen.
|
NRC Webpagina's
24 JULI 1996 |
Bovenkant pagina |