U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Terugstuurtermijn


VAN WIJZIGINGEN IN het officiële beleid moeten niet al te grote effecten op de vluchtelingenstroom naar ons land worden verwacht. Dit blijkt uit het rapport Toevlucht zoeken in Nederland dat het wetenschappelijk onderzoekscentrum van justitie vorig jaar uitbracht. Aanscherping van beleid en procedures vormen volgens de onderzoekers slechts een bescheiden 'pushbackfactor'. Dit heeft niet verhinderd dat er tot het laatst toe stevig wordt touwgetrokken tussen staatssecretaris Schmitz (Justitie) en met name de fracties van CDA en VVD over de voorlopige verblijfsvergunning (vvtv).

Dit verblijfsdocument wordt toegekend aan asielzoekers die weliswaar niet worden erkend maar toch om beleidsmatige redenen niet kunnen worden teruggestuurd wegens de toestand in het land van herkomst. Als die toestand ten goede keert kan de vvtv alsnog worden ingetrokken wanneer hij korter dan drie jaar geleden is verleend. Na drie jaar is verwijdering niet meer mogelijk. Deze termijn wordt ook door de rechter toegepast op gevallen waarover de overheid geen beslissing heeft genomen. Het CDA wil deze termijn nu verlengen tot vijf jaar. De VVD heeft daar wel oren naar, maar Schmitz wijst verlenging af. Het gaat volgens haar niet aan mensen langer in onzekerheid te laten. Het CDA is daarentegen bezorgd om de ,,aanzuigende werking'' die de driejarentermijn zou hebben. Toch is niet goed duidelijk wat het CDA eigenlijk wil zeggen. De termijn lag vroeger al op vijf jaar; de driejarentermijn werd nog slechts in 1992 (en nog wel onder een CDA-minister) ingevoerd. ,,De termijn van drie jaar houdt de druk op de ketel voor de overheid om tijdig een beslissing te nemen'', stelt Schmitz. Zo bezien zou terug naar vijf jaar wel eens weinig kunnen opleveren, temeer daar de banden met Nederland hechter worden naarmate een asielzoeker hier langer verblijft. Enkel tijdsverloop is terecht geen grond voor een verblijfspapier, maar werkt onvermijdelijk feitelijke integratie in de hand en maakt het praktisch gezien dus steeds moeilijker over te gaan tot terugsturen. Het tegengaan van aanzuigende werking moet het niet hebben van verlenging van de termijn maar van een stringent terugkeerbeleid, zegt de staatssecretaris. Dat is een goede stelling, die echter minder gemakkelijk valt toe te passen. Ons land heeft onlangs besloten dat er weer kan worden teruggestuurd naar een aantal voormalige risicolanden. Maar Iran blijkt toch niet echt te vertrouwen en de jongste zending naar Somalië kwam niet ver.

DE GROTE VRAAG is of de opvang van ontheemden wel altijd moet leiden tot permanente vestiging. Dient er niet een formule te zijn voor remigratie, zeker als het om grote groepen gaat en het tij in hun land van herkomst werkelijk blijkt te zijn gekeerd? Er zou wel eens verband kunnen bestaan tussen de bereidheid tot opvang en de bereidheid tot terugkeer. Dit vraagstuk gaat echter de politieke prestigestrijd over de driejarentermijn ver te boven.

NRC Webpagina's


25 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)