U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
De Bavo


De proefwerkweek aan het einde van het schoolseizoen levert voor de leerlingen van de derde klas in het voortgezet onderwijs deze zomer geen hoofdbrekens op. Wat tot vorig jaar altijd een spannende week was van stevig leren, een slag om de rapportcijfers en de overgang, is nu een makkie waarvoor ze niets hoeven voor te bereiden. Dat zit zo. Alle derde klassers van het voorbereidend beroepsonderwijs, de Mavo, de Havo en het VWO krijgen dezelfde toets. Het is een uitvloeisel van de basisvorming die in 1993 werd ingevoerd met als doel om alle onderbouw-leerlingen in hetzelfde verplichte pakket van vijftien vakken te onderwijzen en ze na twee of drie jaar aan een collectieve toets te onderwerpen.

De Bavo is de troetel van progressieve onderwijskundigen van enige decennia geleden. Het begon in de jaren zeventig met de voorstellen voor de middenschool, de gelijkschakeling van alle onderwijs voor leerlingen tot zestien jaar, van de toenmalige minister van Onderwijs Jos van Kemenade (PvdA). Dit liep op niets uit, maar in 1986 kreeg de gedachte van een middenschool een nieuwe impuls met het rapport Basisvorming in het onderwijs van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hierin werd voorgesteld om de eerste jaren van het middelbaar onderwijs op te splitsen in twee niveaus. Weer enige jaren later, Jacques Wallage (PvdA) was inmiddels staatssecretaris van Onderwijs, was het zover. De oude schooltypes bleven weliswaar bestaan, maar ze werden verplicht drie jaar basisvorming te geven in de onderbouw, af te sluiten met één toets voor alle leerlingen, ongeacht het schooltype.

Aan het betaande vakkenpakket werden drie nieuwe vakken toegevoegd: techniek, verzorging en informatica. Dat oogde politiek correct: handvaardigheid voor bollebozen, theorie voor de minder getalenteerden, verzorging voor jongens, techniek voor meisjes. Het leverde hoofdbrekens bij schoolleiders over het rooster, frustraties bij leraren over het lespakket en minachting bij de leerlingen over deze vakken op.

Vorig jaar begon het beroepsonderwijs aan de Bavo-toetsing, deze zomer gaan de meeste VWO'ers door de 'uniforme toetsing' van de Bavo. Voor sommige leerlingen is het (te) lastig, voor anderen te doen en voor weer anderen (veel) te gemakkelijk. Het resultaat zegt niets en het is voor leraren, leerlingen en ouders een ongemakkelijke vertoning.

Ook tot het ministerie van Onderwijs is doorgedrongen dat de uniforme toets aan het einde van de basisvorming nergens op slaat. Volgende maand zal staatssecretaris Netelenbos (PvdA) waarschijnlijk besluiten om de Bavo-toets af te schaffen. Niet - zoals men met gezond verstand zou verwachten - vanaf de zomer van 1997, maar vanaf 1998. De voorbereidingen voor het komende schooljaar zijn al te ver gevorderd.

Maar goed, na een paar jaar Bavo-toetsen is het experiment voorbij en komen er weer verschillende niveaus van toetsen voor het voorbereidende beroepsonderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. De Bavo-affaire zou afgedaan kunnen worden als een vergissing, een uitwas van een te ver doorgeschoten onderwijsfilosofie, een gevolg van politieke drammerigheid, als er niet eindeloze hoeveelheden vergaderingen, onderzoekingen, werkzaamheden van commissies, aanpassingen van lesprogramma's, ambtelijke richtlijnen en ander ongerief mee gepaard waren gegaan. Wallage heeft als staatssecretaris van Onderwijs de politieke verantwoordelijkheid gehad voor de invoering van de basisvorming en voor de fusiegolf in het middelbaar onderwijs waarbij kleine scholen werden gedwongen op te gaan in enorme scholengemeenschappen. De gedachte dat deze leerfabrieken het onderwijs zouden verbeteren, goed zouden zijn voor de opvoeding of kostenbesparingen zouden opleveren, is inmiddels opgegeven. Zelfs in Zoetermeer begint het besef door te dringen dat kleinere scholen waarschijnlijk toch beter zijn voor kennisoverdracht en de vorming en begeleiding van leerlingen. Het zal bij niemand verbazing wekken als over enkele jaren scholengemeenschappen weer ontvlochten worden. Het andere project, de basisvorming, wordt nu al in stilte teruggedraaid.

De politieke carrière van Wallage heeft onder dit doodgelopen spoor van onderwijsbestuur niets te lijden gehad. Omdat hij de basisvorming zo handig door het parlement had gemanoeuvreerd, werd hij op de valreep in het vorige kabinet staatssecretaris voor Sociale Zaken en na de verkiezingen van 1994 promoveerde Wallage tot fractieleider van de PvdA in de Tweede Kamer. Het parlement is de laatste tijd in een stemming van onderzoeken en enquêtes. Een parlementair onderzoek naar de verantwoordelijkheid voor de mislukking van de basisvorming zou geen slecht idee zijn. De Kamer heeft wel minder krankzinnige affaires onderzocht.

NRC Webpagina's


21 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)