V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE Europese Unie
|
Europese gezindheid Nederlanders gering
Door een onzer redacteuren
Dit zijn de voornaamste conclusies van een enquête die in opdracht van de Universiteit van Amsterdam en deze krant is gehouden. Het onderzoek stond onder leiding van dr. P.J.H. Kapteyn en dr. H. Schijf van de Faculteit Politieke en Sociaal-Culturele Wetenschappen en werd door de Stichting Telepanel te Amsterdam uitgevoerd. Ruim 2.200 Nederlanders namen deel aan het onderzoek; de uitkomsten zijn representatief voor de Nederlandse bevolking. Een grote meerderheid (72 procent) vindt het een goede zaak dat Nederland lid is van de Europese Unie (EU), maar een nog grotere meerderheid (76 procent) is tegen een Europese federatieve staat. Deze meerderheid is van oordeel dat Europa moet blijven wat het nu is: een geheel van zelfstandige staten die nauw samenwerken. De handhaving van het vetorecht van lidstaten wordt door 65 procent gesteund - ook als dat ten koste gaat van de besluitvaardigheid van de EU. De Nederlandse regering is voorstander van het opgeven van het vetorecht. Een ruime meerderheid (69 procent) is tegen een Europees leger onder leiding van Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland, terwijl de Nederlandse regering daar voor is. Sociale voorzieningen en het milieu moeten volgens een meerderheid (57 procent) bij voorkeur niet Europees maar nationaal worden geregeld. De invoering van de Economische en Monetaire Unie stuit op veel minder weerstand: bijna de helft (47 procent) is voor, 20 procent tegen. Volgens de onderzoekers wint het verwachte betalingsgemak van de toekomstige gemeenschappelijke munt het hier. Ter beteugeling van grensoverschrijdende criminaliteit ziet 42 procent het meest in de instelling van een Europese politiemacht, maar een precies even groot deel ziet meer in het aanscherpen van de nationale grenscontroles. Eerder onderzoek dat in opdracht van de EU werd verricht liet een grotere Europese gezindheid bij de Nederlanders zien. Volgens de onderzoekers is dat toe te schrijven aan de vraagstelling. ,,Wij hebben bij elke vraag steeds aangegeven dat kiezen voor meer integratie tot gevolg heeft dat Nederland iets van zijn bevoegdheden kwijtraakt. Dat is zuiverder dan alleen naar sympathie voor de Europese zaak te vragen.'' De onderzoekers stelden vast dat het voor de meeste uitkomsten zeer weinig uitmaakt op welke politieke partij men stemt. Ook leeftijd, geslacht, opleiding en inkomen maakten weinig verschil. Kapteyn: ,,Daaruit kun je afleiden dat de Europese integratie in zeer geringe mate is gepolitiseerd. De politieke partijen zijn het in grote trekken met elkaar eens over de wenselijkheid van de integratie, en dat laat de kiezers weinig mogelijkheden ertegen te stemmen. Daar komt dan nog bij dat de meesten niet eens weten dat hun partij en de regering van plan zijn veel verder te gaan met de Europese integratie. Je zou kunnen zeggen dat de bevolking vrijwel op de lijn-Bolkestein zit.'' VVD-fractieleider Bolkestein, op wiens verzoek de Tweede Kamer morgen zal debatteren over de Europese eenwording, heeft diverse malen betoogd dat Nederland te hard van stapel loopt in de Europese eenwording. Op verscheidene punten blijkt overigens dat de Nederlanders slecht op de hoogte zijn van de EU. Zo weet slechts een kleine minderheid (15 procent) dat de Raad van Ministers het machtigste college van de Unie is. Het onderzoek toont aan dat de meesten het zeer bezwaarlijk vinden als de Nederlandse taal of het koningshuis slachtoffer zouden worden van de eenwording. Zestig procent heeft grote bezwaren tegen afschaffing van het koningshuis, 75 procent acht het verdwijnen van de Nederlandse taal onaanvaardbaar.
|
NRC Webpagina's
18 JUNI 1996
Hier wordt glas toegepast
|
Bovenkant pagina |