V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Complot van directie tegen bestuur Linschoten fouten bij CTSV verweten
Door een onzer redacteuren
Deze beschuldigingen uitte vanochtend voormalig CTSV-bestuurslid M. van Rooijen. Hij werd gehoord door de Tweede-Kamercommissie die de bestuurscrisis bij het CTSV ondertzoekt. Het was de eerste keer sinds het ontslag van het oude bestuur, medio april, dat een lid ervan zich publiekelijk uitliet over de crisis binnen het CTSV. Mogelijke politieke consequenties van de CSTV-affaire waren dit weekeinde volop aan de orde. Minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken) vindt dat het onderzoek niet mag leiden tot de val van het kabinet. Als het ertoe leidt dat staatsscretaris Linschoten (Sociale Zaken) zijn functie neerlegt, mag dat geen verdere personele consequenties voor het kabinet hebben, zei de minister dit weekeinde. VVD-leider Bolkestein zei voor de televisie te verwachten dat het onderzoek helemaal ,,geen politieke gevolgen'' voor Linschoten zal hebben. Het CTSV begon op 1 januari 1995 als onafhankelijk orgaan dat moet toezien op de uitvoering van sociale wetten als WAO, WW en AOW. Tot bestuursleden werden benoemd de oud-politici D. van Leeuwen (VVD) als voorzitter, G.J. van Otterloo (PvdA) en de CDA'er Van Rooijen. De laatste nam vanochtend de gelegenheid te baat om in de tegenaanval te gaan, na alle kritiek die diverse getuigen op de hoorzittingen eind vorige week hadden geuit. Dat rondom het bestuur een sfeer van wantrouwen heerste vond Van Rooijen niet verwonderlijk. Het nieuwe bestuur moest tenslotte duidelijk breken met het oude toezicht onder de Sociale Verzekeringsraad, waaronder de bedragen voor sociale uitkeringen uit de hand waren gelopen. Voor het nieuwe toezicht was een wet bedacht die pas laat in 1994 door de Eerste Kamer was goedgekeurd. Sociale Zaken zag mede daardoor weinig kans de drie bestuursleden van het nieuwe orgaan op hun taak voor te bereiden. Van Rooijen: ,,Daar heeft het in alle opzichten aan ontbroken. Er was geen overdrachtsdossier. Wij hebben praktisch geen contact met het departement gehad en ik heb nooit een voorgesprek met de staatssecretaris gevoerd. Wij zijn gewoon niet ingewerkt.'' Later nam Linschoten het het CTSV-bestuur kwalijk dat het in een persbericht aan de orde had gesteld dat de uitvoeringsorganen veel te laat waren met het indienen van begrotingen. Daar had Linschoten zich niet mee moeten bemoeien, vond Van Rooijen. ,,Het was een blunder van de staatssecretaris.''
|
NRC Webpagina's
10 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |